Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Ebola reist met de vooruitgang mee

Het ging economisch beter met West-Afrika. Maar door de snelle verspreiding van het ebola-virus dreigen er nu crisis en voedseltekort.

Door ebola getroffen landen in West-Afrika
Door ebola getroffen landen in West-Afrika

De economische gevolgen van de ebola-epidemie in West-Afrika worden langzaam duidelijk. De staatsinkomsten van de drie zwaarst getroffen landen, Sierra Leone, Liberia en Guinee Conakry, lopen terug. Markten functioneren niet meer, vliegtuigmaatschappijen annuleren vluchten, ontwikkelingsprojecten worden opgeschort en zakenlui nemen de benen.

De Verenigde Naties waarschuwen voor voedseltekorten. Donald Kaberuka, hoofd van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank, noemt de ontstane psychose het grootste gevaar: „Om een pandemie van angst te voorkomen moet ebola worden geïsoleerd, niet de getroffen landen”. Aan de vooravond van het oogstseizoen gaan delen van de door ebola getroffen landen in West-Afrika op slot en daardoor loopt de voedselproductie gevaar, waarschuwt de VN-voedsel- en landbouworganisatie FAO. Buitenlandse mijnbouwbedrijven roepen landgenoten terug. Reisbeperkingen belemmeren de handel. „Ebola zal onder controle worden gebracht”, schreef Kaberuka deze week in een Keniaanse krant. „Maar mijn vrees is dat er een andere crisis dreigt, een langetermijncrisis die niet voorkomt uit feiten maar uit vrees. Misvattingen over de door ebola getroffen landen kunnen de economische successen van de afgelopen tien jaar tenietdoen”.

Stijgende voedselprijzen

West-Afrika is een gebied van reizigers, over de kustwegen van Senegal tot Kameroen, en van de havens in Lagos (Nigeria), Abidjan (Ivoorkust) en Dakar (Senegal) naar de droge gebieden van de Sahel en de Sahara in het binnenland. Deze economisch essentiële handelsroutes komen in gevaar door het sluiten van grenzen, tussen bijvoorbeeld Kameroen en Nigeria en tussen Senegal en Guinee. Met het stopzetten van het vrije verkeer tussen de landen en tussen de districten in de landen zelf kunnen arbeiders niet reizen naar gebieden waar over een paar weken met veel mankracht moet worden geoogst. De door ebola zwaarst getroffen districten in Sierra Leone, Guinee en Liberia zijn precies de streken waar binnenkort cassave, rijst en maïs moeten worden binnengehaald.

In een onlangs gepubliceerd rapport spreekt de FAO haar zorgen uit over de voedselvoorziening. „De beperkingen van bewegingsvrijheid en toevoer van arbeidskrachten in de oogsttijd leiden tot zorgen over de voedselproductie. Ook voor de productie van exportgewassen als palmolie, cacao en rubber zal de epidemie gevolgen hebben”.

De voedselprijzen kunnen gaan stijgen. In Liberia en Sierra Leone vormt landbouw 40 procent van de economische productie, en 80 procent van de inwoners besteedt zijn inkomen aan voedsel.

Buitenlandse mijnbedrijven investeerden in West-Afrika in de winning van onder meer ijzererts, bauxiet en diamanten. Zij zijn nog steeds actief, maar dat kan veranderen. In Oost-Guinee bijvoorbeeld ligt Afrika’s grootste ijzerertsmijn. Het Braziliaanse bedrijf Vale, de grootste producent van ijzererts ter wereld, evacueerde er zes buitenlanders en gaf de overige werknemers verlof. De grootste staalproducent, ArcelorMittal, zette in Liberia uitbreidingsplannen stop omdat onderaannemers weigerden verder te werken en 645 werknemers evacueerden.

Leeggelopen economie

Sierra Leone en Liberia zijn al tien jaar bezig te herstellen van verwoestende burgeroorlogen. Beide landen hadden volgens het IMF dit jaar forse groeipercentages verwacht: Sierra Leone 13,9 procent en Liberia 5,9 procent. Joseph Sam Sesay, minister van Landbouw van Sierra Leone, zei echter onlangs dat de economie van zijn land al „met 30 procent is leeggelopen”. De Wereldbank voorspelt dat door ebola de groei van het bnp dit jaar in Guinee niet 4,5 maar 3,5 procent zal zijn.

Het bnp van Sierra Leone is 4,9 miljard dollar (3,8 miljard euro), van Guinee 6,2 miljard en van Liberia 2 miljard. Het bnp van Afrika’s grootste economie Nigeria is vele malen groter: 523 miljard dollar. Wanneer de ravage door ebola beperkt blijft tot de drie kleine landen zal Afrika’s spectaculaire economische groei van de afgelopen vijftien jaar niet in gevaar komen. Maar als het virus diep in Nigeria doordringt, wacht een totale ramp en komt het imago van ‘de Opstanding van Afrika’ wel degelijk in gevaar.

In tegenstelling tot Liberia, Sierra Leone en Guinee nam Nigeria de epidemie direct serieus en heeft de regering verspreiding van de ziekte redelijk effectief bestreden. Acht mensen overleden er tot nu toe, nadat eind juli een geïnfecteerde Liberiaanse ambtenaar naar Lagos was gereisd. Tot voor kort was ebola alleen geconstateerd in de economische hoofdstad Lagos, waar 20 miljoenen mensen dicht op elkaar wonen. Maar onlangs bleken ook inwoners te zijn geïnfecteerd in het drukke Port Harcourt, het centrum van Nigeria’s olie-industrie. Buitenlandse olie-experts leven daar afgezonderd van de inwoners in speciale kampen en zullen dus niet gemakkelijk met het virus in aanraking kunnen komen, maar de vrees daarvoor groeit.

De snelle verspreiding van ebola in West-Afrika toont hoe ingrijpend Afrika de afgelopen decennia is veranderd. Toen het virus in 1976 voor het eerst uitbrak in Congo, hoorden de meeste Afrikanen er pas maanden later van. Het continent had slechts een beperkt wegennet en alleen inefficiënte staatsbedrijven verzorgden in beperkte mate vervoer.

Na de privatiseringen in de jaren negentig en de economische opbouw die volgde zijn talrijke wegen aangelegd en rijden nieuwe privébussen op snelwegen. Mede dankzij het economische succes en de verbeterde infrastructuur kon ebola zo snel om zich heen grijpen.