Meer dan de helft van de Duitsers vindt dat hun land zich in internationale kwesties onafhankelijker moet opstellen van de Verenigde Staten. Was in 2013 nog 40 procent voor een meer onafhankelijke koers, een jaar na de onthullingen over de activiteiten van de Amerikaanse inlichtingendienst NSA is dat percentage gestegen naar 57 procent.
Dat blijkt uit een internationale opiniepeiling van het German Marshall Fund of the United States die gisteren verscheen. In weinig landen hebben de onthullingen over de NSA tot zoveel politieke ophef geleid als in Duitsland, onder meer omdat de Amerikanen de mobiele telefoon van kanselier Merkel afgeluisterd bleken te hebben.
Nog altijd denkt meer dan de helft van de Duitsers positief over de VS – maar dit percentage is gedaald van 68 procent vorig jaar tot 58 procent dit jaar. Nog scherper daalde de waardering voor de manier waarop president Obama opereert in de internationale politiek: had de aanpak van de Amerikaanse president vorig jaar nog de steun van driekwart van de Duitsers (76 procent), nu staat nog maar ruim de helft achter hem (56 procent).
Mogelijk heeft ook de crisis in Oekraïne bijdragen aan de bekoelde gevoelens van Duitsers voor Amerika. De Duitse regering stelt zich (in elk geval in het openbaar) minder hard op tegenover Moskou dan de Amerikanen, en probeert te redden wat er te redden valt van de betrekkingen met Rusland. Toch is tweederde van de Duitse bevolking voor krachtige economische en politieke steun voor Oekraïne, ook als de kans op een conflict met Rusland daardoor toeneemt.
De peiling van het German Marshall Fund is eind juni uitgevoerd, dus voor de ramp met MH17. Het is een jaarlijkse peiling, waarvoor dezelfde vragen worden voorgelegd aan mensen in tien landen van de Europese Unie, Turkije, Rusland en de Verenigde Staten.
Nederland blijkt een van de landen met de hoogste waardering voor Obama’s buitenlandse politiek: 74 procent oordeelt hier positief over zijn internationale beleid – overigens wel minder dan in 2009, toen dat nog 90 procent was. In de VS zelf is de waardering voor Obama aanzienlijk lager: nog maar 43 procent gelooft in zijn buitenlandse politiek (tegen 50 procent vorig jaar en 57 procent in 2009).
In bijna alle gepeilde landen van de Europese Unie vindt een meerderheid dat het Verenigd Koninkrijk tegemoet gekomen moet worden om de Britten binnen de EU te houden. Gemiddeld vindt 38 procent dat het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie maar beter kan verlaten. Alleen in Frankrijk is daar een meerderheid voor: 52 procent. In Nederland ziet 40 procent de Britten liever vertrekken; 45 procent vindt dat meer gedaan moet worden om ze erbij te houden.
De NAVO geniet aan beide kanten van de Atlantische Oceaan ruime steun – het meest in Nederland, waar volgens de peiling 81 procent het bondgenootschap essentieel voor de veiligheid vindt (een stijging van 9 procent in een jaar). In het Verenigd Koninkrijk vindt 70 procent de NAVO essentieel, in Duitsland 64 procent, in de VS 58 procent. In Polen, waar men sterk begaan is met de crisis in Oekraïne, is het geloof in het belang van de NAVO in één jaar sterk toegenomen: van 47 tot 62 procent.
In Rusland is het aantal mensen dat positief denkt over de VS verder afgenomen: van 50 procent in 2012 tot 23 procent nu. Over de Europese Unie zijn de Russen iets positiever: 41 procent heeft nog altijd een positief oordeel over de EU, tegen 64 procent twee jaar geleden.
Uitgesproken positief staan veel Russen (80 procent) tegenover Wit-Rusland en Moldavië (56 procent). Over Oekraïne denkt maar dertig procent positief. Een kleine meerderheid vindt dat Moskou invloed op Oekraïne moet houden, ook als dat het conflict met de Europese Unie dreigt te vergroten.