Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Arbeidsmarkt

Goedbedoeld maar vrijblijvend beleid helpt niet tegen burn-out

Burn-outs licht gedaald
Burn-outs licht gedaald

Eén op de acht werknemers heeft last van burn-outklachten. En de overheid helpt niet bepaald mee, zegt het SCP in een vandaag verschenen rapport.

Het adviesorgaan noemt het overheidsbeleid paradoxaal. De ideale Nederlandse werknemer moet namelijk én flexibel doorwerken tot aan zijn pensioen én zich opwerpen als toegewijd mantelzorger. Op z’n zachtst gezegd lastig, vinden de SCP-onderzoekers, voor diegenen die hun burn-outklachten proberen te verminderen.

Weinig verrassend: veel overwerk zorgt voor een grotere kans op een burn-out en uitgeputte werknemers melden zich vaker ziek.

Mensen die zich emotioneel uitgeput voelen, stoppen vaker met werken dan mensen die deze gevoelens in mindere mate ervaren. Deze gevoelens spelen ook een rol bij de keuze van werkgever te wisselen: hoe ernstiger het gevoel van uitputting, hoe groter de kans dat ze hun huidige werkplek verlaten. Ook melden zeer emotioneel uitgeputte werknemers zich vaker langere tijd ziek dan werknemers die minder uitgeput zijn, blijkt uit het onderzoek onder werkenden mét en zonder burn-outklachten.

Dat ligt allemaal redelijk voor de hand – maar welke conclusies uit het rapport waren wél verrassend?

1. Wie overspannen is, gaat niet minder werken

Mensen met burn-outklachten willen „relatief vaak minder uren gaan werken”, schrijft het SCP. Klinkt logisch. Maar uit het onderzoek blijkt ook dat ze dat twee jaar later nauwelijks hebben gedaan. SCP-onderzoeker Patricia van Echtelt: „Juist bij een hoge werkdruk, waar burn-outklachten het snelst ontstaan, vinden werknemers het lastig minder uren te werken.” Het zou kunnen, zegt het SCP, dat juist mensen die emotioneel uitgeput zijn, angstig en passief raken en daardoor weinig durven te veranderen aan hun situatie.

2. Het Nieuwe Werken wérkt

Er is wel eens gezegd dat Het Nieuwe Werken – het zelf bepalen van werkuren en werkplek – burn-outklachten kan verergeren omdat werknemers hun tijd zelf inrichten. Op die manier zijn ze dus eigenlijk nooit echt vrij en kan het voorkomen dat ze minder contact met collega’s hebben, zegt Van Echtelt. Onlangs verscheen een kritisch rapport waarin werd gesteld dat Het Nieuwe Werken niet van de grond is gekomen, en dat de verwachtingen rondom thuiswerken te hooggespannen zijn geweest.

Het SCP beweert het tegendeel. Zelf bepalen waar, wanneer en hoe lang je werkt door onder meer telewerken, zorgt voor autonomie. Het zou „een energiebron zijn die het stressniveau van werknemers kan reduceren” en zorgt voor een gevoel van vrijheid en flexibiliteit dankzij de lagere reistijd. Het Nieuwe Werken leidt tot minder emotionele uitputting en meer toewijding, aldus de SCP’ers.

3. Paradoxaal overheidsbeleid

In het verslag uit het SCP ook zorgen over het overheidsbeleid. Het vraagt zich af of de „goedbedoelde, maar veelal vrijblijvende maatregelen van de overheid voldoende tegenwicht bieden aan de ‘ratrace’ die zich voordoet op de arbeidsmarkt.”

De overheid heeft volgens het bureau wel meer aandacht besteed aan het tegengaan van burn-outs door campagnes als Check je werkstress, waarbij werkstress verder bespreekbaar wordt gemaakt en aangepakt. Maar, zegt Van Echtelt, „de overheid vraagt ook steeds meer verantwoordelijkheid van de burger”. Bijvoorbeeld door de toenemende roep om mantelzorg, of door de uitspraak dat iedereen moet participeren op de arbeidsmarkt.

Dit staat „op gespannen voet” met het streven burn-outs te bestrijden, schrijft het SCP. „Het credo ‘Werk! werk! werk!’ is een enigszins paradoxaal advies voor diegenen die hun burn-outklachten proberen te verminderen.”