Dit is mijn laatste aflevering voor de kookrubriek, dus de thematiek ‘galgenmaal’ is snel aangesneden. Daarmee kom je alras terecht bij de Amerikaanse death rows, waar moordenaars een laatste gerecht mogen bestellen voordat ze via spuit of stoel voor het Opperste Gerecht belanden. Saaie lui: het gros taalt slechts naar emmers ijs en emmers popcorn – gewetenloosheid en smaak lijken communicerende vaten.
Strikt genomen is Het Laatste Avondmaal ook een galgenmaal, omdat Jezus daarna naar Golgotha ging. Daarover zijn laatstelijk nog wat weetjes boven tafel gekomen. Zo zou bij een schilderijrestauratie zijn gebleken dat één van de gerechten geroosterde paling was, met sinaasappelpartjes. Die at men in de tijd van Leonardo da Vinci, schilder van Hét Laatste Avondmaal, gebakken met salie en kaneel. Ik zou het niemand durven voorschotelen.
Ander onderzoek zou hebben aangetoond dat bij eeuwen opeenvolgende voorstellingen van ‘Het Maal’ de porties steeds groter waren geworden. Conclusie van de vorsers: er was steeds meer eten beschikbaar. Dat klinkt nogal voorbarig. Misschien was juist minder voedsel voorhanden, zodat de schilderfantasie op hol sloeg en zogezegd de kwast groter werd dan de maag.
Ook opmerkelijk was dat kerkschilders in Peru een lokale interpretatie van Het Laatste Avondmaal gaven, en Hem een bord met gebakken cavia’s voorschotelden.
Maar, nu ik u toch aan de lijn heb: ik laat liever weten wat ik zélf het lekkerst vind, wat míjn galgenmaal zou moeten zijn. In meer dan tweehonderd bijdragen aan deze krantenhoek zou zich een nummer één moeten bevinden, nietwaar?
Zelfgevangen zeebaars was aanvankelijk een goeie kandidaat, maar introspectie legde bloot dat ‘zelfgevangen’ daarin het belangrijkste, maar dus niet-culinaire ingrediënt is. En datzelfde geldt voor garnalen ‘uit eigen kor’ en ‘strikvers’ boskonijn – vlees kopen blijft toch zoiets als naar het bordeel gaan, vals spelen.
Er was één gerecht dat wat mij betreft meer aandacht verdiende, dan het destijds kreeg bij de eenpansmaaltijden. Deel één uit kookboek Moro: kip met laurier en Fino sherry. Snuif de geur op en je zit in Zuid-Spanje. Ik weet het, dat is óók een onstoffelijk bestanddeel. Maar dát soort immateriële ingrediënten… Je zou er nog honderd stukjes over kunnen tikken.