De strijd tegen IS in Irak levert verbazingwekkende coalities op. De Amerikanen trekken samen op met onder meer de ervaren guerrillastrijders van de Koerdische Arbeiderspartij PKK. De PKK staat echter op aandringen van Turkije in zowel de VS en Europa op de lijst van verboden terroristische organisaties.
Terwijl het Amerikaanse leger luchtaanvallen uitvoert om IS te verzwakken, wordt het grondoffensief gedaan door samenwerkende Koerden uit Irak, Syrië en Turkije. De Iraaks-Koerdische peshmerga-strijders redden het niet zonder steun van geharde Koerden uit beide buurlanden. Die vechten al twee jaar in Syrië gezamenlijk tegen IS en hebben daardoor veel ervaring.
Het maakt Koerden in Turkije apetrots op hun PKK, blijkt uit gesprekken in Diyarbakir, de onofficiële hoofdstad van de Koerden in Turkije. Openlijke steunbetuigingen aan de PKK op straat zijn er niet. De organisatie is verboden en de leden ervan worden vervolgd. Turkse gevangenissen zitten vol met Koerden. Het is riskant om aan een journalist te vertellen dat je familie actief is in de PKK.
Tegelijk hangt hoop in de lucht dat in de nabije toekomst een oplossing wordt gevonden voor wat in Turkije De Koerdische Kwestie wordt genoemd. Die begon bijna een eeuw geleden, toen na de Eerste Wereldoorlog en het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk nieuwe grenzen werden getrokken en de Turkse republiek werd gevormd. Koerden, een volk met een eigen taal en cultuur, raakten daarbij verdeeld over verschillende landen. Er wonen onder meer Koerden in Turkije, Irak, Syrië en Iran. In totaal gaat het om naar schatting 35 miljoen mensen. Het grootste volk ter wereld zonder eigen staat.
Grootste etnische minderheid
In Turkije zijn Koerden de grootste etnische minderheid. Ze maken naar schatting 20 procent uit op een bevolking van 77 miljoen mensen. Vanaf het begin van de Turkse republiek in 1923 draaide alles om eenheid. De republiek, veel kleiner dan het vanuit Istanbul bestuurde Ottomaanse Rijk, werd onder legerleider en later president Atatürk zo snel en strak mogelijk tot een modern land gesmeed. Daarbij gold en geldt: één natie, één volk, één vlag en één taal. Koerden moesten gedwongen assimileren.
De PKK, opgericht in 1978 door onder meer Abdullah Öcalan, ging dwars tegen die opgelegde en afgedwongen eenheid in. Aanvankelijk was het streven van de marxistische organisatie een eigen Koerdische staat. Inmiddels gaat het de PKK om zelfbeschikking en een mate van autonomie. Veel Turken geloven dat niet en zien Koerden nog altijd als gevaarlijke separatisten.
15 augustus was het dertig jaar geleden dat de PKK voor het eerst een aanval uitvoerde op een Turkse politiepost. Het was het begin van een lange guerrillastrijd tegen het Turkse leger, waarbij duizenden doden vielen en beide kanten gruweldaden begingen. In reactie op de PKK nam de onderdrukking toe. In de jaren negentig zijn duizenden Koerdische dorpen vernietigd. Je kon al worden opgepakt als je op straat Koerdisch sprak.
Dat is niet meer zo. Koerdisch spreken op straat kan sinds een paar jaar gewoon. Er zijn Koerdische media en festivals. In het privé-onderwijs is de Koerdische taal toegestaan, hoewel het Koerdische volk en de taal in de Turkse grondwet nog altijd niet bestaan.
Sinds 1,5 jaar geldt bovendien een wapenstilstand en praten de Turkse geheime dienst en PKK-leider Abdullah Öcalan, die al vijftien jaar gevangen zit in Turkije, over vrede. Een groot deel van de PKK-strijders heeft zich teruggetrokken in het Kandil-gebergte net over de grens van Irak.
Zolang de wapenstilstand geldt vechten ze niet in Turkije, maar ze geven wel steun aan hun lotgenoten in Syrië. De Koerden in Syrië hebben een deel van het land in handen dat ze Rojava noemen. Ze worden voortdurend aangevallen door IS en kunnen alle hulp van de PKK gebruiken.
Turkije is bang dat de strijd uit Syrië overslaat naar Turkije en maakt grensverkeer tussen de twee regio’s zo moeilijk mogelijk. Er zijn zelfs sterke aanwijzingen dat Turkije IS in Syrië heeft gesteund, omdat de jihadisten daar tegen de PKK vechten.
De bergen in gaan
In Turkije staat de strijd dus op de waakvlam, maar de PKK is springlevend en werft nog altijd nieuwe leden. Als een Koerdische jongen of meisje besluit ‘de bergen in te gaan’, een eufemisme om te zeggen dat hij of zij PKK-strijder wordt, wordt vrijwel al het contact met de achterblijvers verbroken. Families horen vaak pas weer iets als hun kind dood is.
In die context figureren de zonen en dochters van de Turkse Koerden doordat ze in Irak bijspringen opeens wereldwijd als helden tegen IS op tv-beelden en krantenfoto’s. De PKK-strijders zijn fotogenieker dan de Iraaks-Koerdische peshmergatroepen, omdat bij de PKK ook veel vrouwen meevechten.
Yezidi die de grens met Turkije over zijn gevlucht putten zich uit in dankbetuigingen aan de PKK en aan de gewapende tak van de Syrische Koerden (YPG). De meeste yezidi’s in Irak spreken Koerdisch, maar hebben hun eigen geloof. Via Twitter gaat een petitie rond om de PKK van de terreurlijst te halen.
„Je zult hier sowieso niemand vinden die de PKK een terroristische organisatie noemt”, zegt burgemeester Gültan Kisanak van Diyarbakir. „Zelfs niet de mensen die niet achter de PKK staan.” Voor de meeste Koerden zijn de PKK’ers vrijheidsstrijders, maar lang niet iedereen staat achter de marxistische ideologie, de gewelddadige methoden en onder meer de werving van tieners voor de trainingskampen.
Kisanak heeft zich voorgenomen als burgemeester geen politieke uitspraken te doen, zegt ze. Ze wil alleen praten over de opvang van vluchtelingen uit Irak en Syrië in de stad, maar dat lukt niet helemaal. De trots overheerst. „De PKK beschermt de mensen op Sinjar niet alleen omdat ze Koerden zijn. De hele mensheid wordt daar aangevallen door IS. Het is een humanitair doel om bescherming te bieden, aan Arabieren, Christenen, Assyriërs en Koerden.” Ze vervolgt als een geroutineerd socialistisch politicus: „Samen vormen we een nieuwe barrière. Het initiatief van de PKK is belangrijk. Het geeft de mensheid hoop. De PKK zegt: laten we samenwerken en samen vrijheid creëren.”
De PKK en de YPG, de gewapende tak van de Syrische Koerden, werken zo nauw samen dat veel Koerden geen onderscheid tussen de twee maken. De voornaamste vijand is IS, die de Koerden in Syrië fanatiek aanvalt. „Koerden kennen geen grenzen”, zegt Kawa Noman, een Syrische Koerd in Diyarbakir. Hij vertelt hoe zo’n duizend Koerdische vrijwilligers uit Turkije succesvol de zwaar bewaakte Turks-Syrische grens bestormden toen YPG hulp nodig had, omdat ze dreigden te bezwijken onder een aanval van IS.
Terwijl de Koerden uit Turkije en Syrië elkaar hielpen, haalden de Iraakse Koerden juist de banden aan met de Turkse regering. De grootste Iraaks-Koerdische politieke partij KDP heeft de Turkse regering in het verleden zelfs geholpen in de strijd tegen de PKK. In tegenstelling tot de verboden PKK, had de gewapende tak van de Iraakse Koerden, de peshmerga, door de samenwerking met de Amerikanen in Irak al een ijzersterke reputatie.
Hoge mate van autonomie
De Iraakse Koerden hebben sinds 2003 hun eigen regio in Irak en een hoge mate van autonomie. Vooral de hogere commandanten van de peshmerga hadden een goed leven. Oliedollar-peshmerga, noemen commentatoren ze wel spottend. De uniformen zitten net wat strakker om hun buiken dan bij hun afgetrainde, Syrische collega’s en de Turkse PKK’ers die in de bergen afzien.
Wat de ontwikkelingen van de afgelopen weken interessant maken en waarvan Turkse en Syrische Koerden smullen, is dat de peshmerga in de praktijk minder gehard blijken dan de PKK- en YPG-strijders. Toen het er de afgelopen weken echt op aankwam moesten YPG en PKK de peshmerga’s te hulp schieten, onder meer om yezidi’s van Sinjar te bevrijden, tegen IS in Kirkuk te vechten en om het grote vluchtelingenkamp bij de stad Makhmour op IS te heroveren.
De militaire samenwerking met Amerika, van Koerden uit drie verschillende landen vlak over de grens, plaatst NAVO-lid Turkije intussen in een lastig parket. De angst dat Koerden samen optrekken en ooit samen een land vormen en proberen de grenzen te veranderen is groot.
Maar nu blijkt IS ook voor Turkije een zo mogelijk groter gevaar dan de Koerden. De extremistische sunnieten hebben bovendien nog 49 Turken in Mosul in gijzeling, wat het voor Turkije lastiger maakt in actie te komen. Opeens komt het gezamenlijk optreden van de Koerden zelfs Turkije niet slecht uit. De regering in Ankara zwijgt terwijl de Koerden schitteren.