“Het werd een opgeklopte hetze, gericht op mijn persoon.” Dat stelt de Haagse burgemeester Jozias van Aartsen vandaag in een interview met NRC Handelsblad over de ophef over de onlusten bij recente demonstraties in Den Haag.
In de afgelopen weken ontstond volgens Van Aartsen “het beeld van een stad waar totale anarchie heerst”, mede door zijn in sommige media breed uitgemeten verblijf in Frankrijk. “Een vakantievierende technocraat die oogluikend antisemitisme zou toestaan”, zegt hij schamper. Van Aartsen koos ervoor niet direct te reageren, legt hij uit:
“Ik heb mijn woordvoerder een verklaring gedicteerd dat ik geraakt was door de heftige aantijgingen. Misschien is dat ouderwets. Ik vind dat je als politicus niet moet toegeven aan dit soort hetzerij door op de buis te verschijnen. Zelfs als je weet dat door dat besluit de hetze verder aanzwelt.”
Van Aartsen zegt dat niemand hem adviseerde terug te komen van zijn vakantie. “Ik heb het dilemma gedeeld met een aantal mensen en niemand zei: ‘Burgemeester, kom terug’. En ik ben niet zo’n eigenwijs type dat uitstraalt: ik doe het toch niet.”
De burgemeester kreeg donderdagavond tijdens een spoeddebat in de Haagse gemeenteraad van een aantal partijen kritiek op zijn optreden rondom de demonstraties. Hij kondigde tijdens dat debat aan dat er voorlopig geen demonstraties meer in de Schilderswijk gehouden mogen worden.
‘Wilders als een meeuw die ‘s nachts begint te krijsen’
Dat Wilders de gebeurtenissen in Den Haag gretig aangreep om Van Aartsen aan te vallen, verbaasde de burgemeester niet:
“Wij hebben een geschiedenis met elkaar. Daar leef ik al tien jaar mee. Sindsdien grijpt hij iedere mogelijkheid aan om me neer te zetten als een lafaard, een slapjanus of een nog steviger aangezette equivalent daarvan. Ach, het zij zo. Het symbool van de PVV is een meeuw, als ik het goed heb. Om vier uur ’s nachts beginnen die beesten te krijsen. Dat heb je met Wilders ook.”
Lees het hele interview met Van Aartsen in NRC Weekend.