‘Alle leerlingen moeten een plek in het onderwijs krijgen die aansluit op hun kwaliteiten en mogelijkheden. Ook als zij extra ondersteuning nodig hebben.’ Dat is volgens Rijksoverheid.nl de kern van de Wet Passend Onderwijs die per 1 augustus van kracht is. Ik vrees dat deze wet zal stranden in het mbo. Zo ook alle pogingen om mij van passend onderwijs te voorzien. Door oorproblemen liep ik al jong een leerachterstand op. In 2009 kreeg ik ook nog eens de diagnoses dyscalculie (rekenstoornis) en PDD-NOS (vorm van autisme). Ik kom daardoor theoretisch niet verder dan niveau 1, maar kan praktisch zeker niveau 3. De nodige theorie leer ik in de praktijk, maar het systeem wil dat niet onderkennen. Als ik denk aan ‘een plek die bij mijn mogelijkheden past’, dan denk ik eerder aan een werkervaringsplaats dan aan een schoollokaal. Het wordt tijd dat er eens gekeken wordt naar wat ik wél kan. Vanzelfsprekend begrijp ik dat een diploma aan minimumeisen moet voldoen. Maar waar het mij om gaat is dat scholen in samenwerking met bedrijven flexibeler omgaan met de manier waarop zij onderwijzen. Door de eeuwen heen zijn vaklieden op allerlei manieren opgeleid. Zoals het nu gaat, is ook maar één van de manieren. Ik heb in dit geval een andere manier nodig. De Wet Passend Onderwijs moet niet in de theorie blijven hangen.
N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Een versie van
dit artikel
verscheen ook in
NRC Handelsblad
van 12 augustus 2014