Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Media

‘Waarom wel ophef over Lingo?’ VPRO betreurt einde Dode Dichters Almanak

Programmamaker Hans Keller betreurt het einde van zijn VPRO-programma Dode Dichters Almanak
Programmamaker Hans Keller betreurt het einde van zijn VPRO-programma Dode Dichters Almanak Foto ANP

Samen met Lingo komt eind dit jaar een einde aan de Dode Dichters Almanak, het nachtelijke VPRO-programma met poëzie van overleden dichters. Samensteller Hans Keller betreurt het einde.

De stilte, nu de klokken doven, wordt hoorbaar over zondags land. Het einde nadert de onontkoombaarheid. Het was, het is voorbij. Het was, dus is het voorbij.

Nu zal de Dode Dichters Almanak dan zelf sneven. Na 704 uitzendingen daalt het poëzieprogramma op 28 december ten grave. Als dagsluiting toont de rubriek op zondagavond een inmiddels overleden dichter die voordraagt uit eigen werk. Vorig seizoen keken gemiddeld 45.000 kijkers.

De VPRO betreurt het einde („Doodzonde, uniek in de wereld”), maar Gijs van Beuzekom, de netmanager van Nederland 2 schrapt alle tv-programma’s na middernacht, omdat hij moet bezuinigen: „We willen programma’s op primetime zoveel mogelijk ontzien. Dus komen programma’s in de nacht het eerste aan bod.”

Samensteller Hans Keller is het niet eens met de sluiting: „Op televisie wordt weinig aan poëzie gedaan. Met dit programma verdwijnt ook een heel genre van tv.” Keller vergelijkt het lot van zijn rubriek met dat van Lingo: „Waarom hoor ik geen protesten tegen de opheffing van de Dode Dichters Almanak? Dat komt omdat aan dat laatste besluit geen ruchtbaarheid is gegeven. Het is in stilte genomen.”

Het leven op aarde is tamelijk goedkoop. Een uitzending van drie minuten kost tussen de 1.500 en 2.000 euro, vooral aan auteursrechten en vertaalkosten. Dichters als Gerrit Kouwenaar (90) en Remco Campert (85) vertalen de buitenlandse gedichten. Keller: „Bezuinigen? Ik vind het potsierlijk. De winst is nihil.”

Keller houdt ook de „verse doden” bij. Wanneer een dichter sterft, dan verschijnt hij kort daarop in de almanak. „Ik heb vooraf al een voorraadje aangelegd.” Gaat hij ook alvast langs bij nog levende dichters? „Nee. Alleen bij Adriaan Morriën, een der vertalers. Hij vroeg me om een paar eigen gedichten op te nemen. Ik zei: ‘Die bewaar ik dan tot je… tot je…’ ‘Tot ik dood ben’, vulde hij aan. Korte tijd na de opnames overleed hij.”

In dit artikel is de poëzie van drie dichters verwerkt. Herkent u ze? Meldt het onderaan deze blogpost. Tweets over dit onderwerp mogen naar @NRC_Boeken.