Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Cultuur

Modeweek weer commerciëler

Gisteravond begon de 21ste editie van de Amsterdam Fashion Week met een show van ontwerper Claes Iversen.

Foto Peter Stigter

Terwijl vrijwel alle modeweken ter wereld besloten evenementen voor vakmensen zijn, kun je voor de Amsterdamse editie al drie jaar toegangsbewijzen kopen. „Spot de crème de la crème van de Nederlandse modewereld!” valt te lezen bij de Groupon-aanbieding, waar kaartjes voor tien verschillende modeshows worden aangeboden voor 29,95 euro per stuk, in plaats van de 50 euro die ze bij de officiële webshop kosten. De folder van de Makro pakte al uit met „35 procent korting op de eerste rang!”

De 21ste editie van de Amsterdamse modeweek – die tegenwoordig de Mercedes-Benz FashionWeek Amsterdam genoemd wil worden – is laagdrempeliger dan ooit.

„We móéten wel commerciëler worden”, zegt Bart Maussen, mede-eigenaar van de modeweek. „We zijn de enige fashion week ter wereld die niet gesubsidieerd wordt door de overheid. We moeten het hebben van sponsoring, en dat is in deze tijd niet altijd even makkelijk.”

De samenwerkingen met bedrijven als Groupon en Makro zijn bedoeld om zoveel mogelijk aandacht voor de fashion week te genereren. „Maar we zullen nooit meer dan 30 procent van de kaarten verkopen, het moet ook exclusief blijven.”

De koerswijzigingen hebben alles te maken met het vertrek van programmadirecteur Carlo Wijnands, die zich onlangs na zes edities terugtrok en door niemand opgevolgd is. Wijnands legde de nadruk op experiment en nieuw talent: winkelketens als Hunkemöller en Claudia Sträter werden uit het programma geschrapt, jonge onbekende namen kwamen ervoor terug. Dat de organisatie nu weer een commerciëlere weg is ingeslagen, was gisteren tijdens de openingsavond op het Westergasterrein meteen merkbaar.

De opening werd verzorgd door de Deense, maar al jaren in Nederland wonende ontwerper Claes Iversen (bekend van de Songfestival-jurk van Ilse DeLange). Normaal gesproken maakt hij alleen op bestelling verkrijgbare couturejurken, maar nu presenteerde hij voor het eerst een prêt-à-porterlijn. Dat begon braaf: T-shirts en sweaters gecombineerd met korte broekjes en fraai gesneden pantalons. Maar gaandeweg werden de silhouetten en het materiaalgebruik steeds uitbundiger, om te eindigen met spectaculaire avondjurken uit zijn couturecollectie, fris gecombineerd met platte sandalen.

Daarop volgde de twaalf outfits tellende mannencollectie van beginnend jeanslabel Olaf Hussein, bestaande uit superdraagbare en strak vormgegeven spijkerbroeken, jasjes en sweaters en overhemden. Na afloop gingen modellen met iPads de zaal rond om Husseins nieuwe website te laten zien, waar de collectie meteen vanaf maandag te koop zal zijn.

De avond werd afgesloten met een dansvoorstelling van choreograaf Nanine Linning in samenwerking met een van Nederlands meest experimentele ontwerpers, Iris van Herpen, die vorige week nog de Andam Award won, een van de belangrijkste internationale modeprijzen, ter waarde van 250.000 euro.

Tijdens een bijna een half uur durende show bewogen zowel mannelijke als vrouwelijke dansers in zwarte, insectachtige pantsers over het podium. Het was entertainment dat niet veel met mode te maken had, de kostuums waren bijzaak.

De programmering van de nog tot en met maandag durende modeweek is verder behoorlijk divers. Naast opvallend veel jonge, onbekende ontwerpers, staat bijvoorbeeld de kinderkledinglijn van voetballer Jeremain Lens op het programma, maar ook de conceptuele ontwerper Marga Weimans (aan wie nu een tentoonstelling in het Groninger Museum is gewijd), om maandagavond af te sluiten met de vooral in societykringen geliefde couturier Paul Schulten.