Open en transparant. Zo omschrijft de Haarlemse D66-wethouder Ewout Cassee zijn bestuursstijl. Als ondernemer heeft hij met die manier van werken ook „butsen en schrammen” opgelopen. Cassee was voor zijn aantreden als wethouder in 2010 ondernemer in de taxibranche – met name in het ambulance- en ziekenvervoer. Hij verdiende naar eigen zeggen jarenlang veel geld. Maar aan het begin van de eeuw keerden zijn kansen. Hij raakte betrokken bij een aantal faillissementen en verloor bijna alles.
Die faillissementen werden voorafgegaan door een aantal complexe juridische procedures waar de Ondernemingskamer en de Hoge Raad zich over hebben gebogen. „Ruzies tussen ondernemers”, zegt Cassee. „Soms stap je daarvoor naar de rechter. Niks bijzonders.” Wanbeleid, oordeelde de Ondernemingskamer in eerste instantie in 2003. Volgens het vonnis is er door Cassee onrechtmatig geld onttrokken aan een bedrijf. Een door de Ondernemingskamer benoemde bestuurder loste het conflict later op.
Burgemeester van Haarlem Bernt Schneiders was niet op de hoogte van het oordeel van de Ondernemingskamer. „Dit had ik wel willen weten”, zegt hij nu. Ook de gemeenteraad heeft vragen. Wat is er aan het Spaarne aan de hand?
Ewout Cassee was geen vreemde voor D66 toen hij in 2010 kwam bovendrijven als kandidaat-wethouder voor de partij in Haarlem. Hij betaalde al dertig jaar contributie. Als lid van het landelijk hoofdbestuur werkte hij in de jaren 80 nauw samen met D66-oprichter Hans van Mierlo. En in 1998 was hij als campagneleider van Els Borst betrokken bij de Tweede Kamerverkiezingen. De les van die campagne: de landelijke politiek is niets voor Ewout Cassee. Maar een carrière in het lokale bestuur, dat leek deze oude rot van D66 wel wat.
Dus toen hij in 2010 gevraagd werd voor een post in Haarlem hoefde hij niet lang na te denken. D66 had in Haarlem – met ruim 150.000 inwoners de dertiende stad van het land – de verkiezingen gewonnen. De formatie van een nieuw Haarlems gemeentebestuur kostte veel tijd en moeite. Zo werd Fedde Reeskamp, die als fractievoorzitter de verkiezingen glorieus had gewonnen, afgewezen als wethouder. Cassee had met deze politieke kuiperij niks te maken gehad. Hij was niet actief in Haarlem, en had niet meegedaan aan de verkiezingen. Bovendien zag Cassee zichzelf meer als bestuurder dan als politicus.
Ook Cassee merkte snel dat de verhoudingen binnen D66 hard waren. Nadat zijn kandidatuur als wethouder bekend werd, ontving fractievoorzitter Louise van Zetten een anonieme brief waarin werd gesproken over het verleden van „ambulance-ondernemer” Cassee. „Ik heb als ondernemer butsen opgelopen”, zegt Cassee. „Daar ben ik altijd heel eerlijk over geweest.”
Cassee stelt dat hij bij de screening voorzitter Hans Klaassen van D66 Haarlem en fractievoorzitter Van Zetten heeft verteld dat hij veroordeeld is wegens wanbeleid. Van Zetten ontkent dat. „Ik wist dat Cassee failliet is gegaan. Hij vertelde ook dat dat heeft geleid tot een conflict met zakenpartners over de afwikkeling daarvan”, zegt Van Zetten. „Maar dat sprake is van een veroordeling voor wanbeleid, wist ik niet.” Klaassen: „Of het woord wanbeleid is gevallen, weet ik niet meer”, zegt hij aan de telefoon.
Later nuanceert hij zijn opmerking. „Ik heb contact gehad met de bewindvoerder die door de Ondernemingskamer is aangesteld. „Uit dat gesprek is niet gebleken dat Cassee niet zou kwalificeren als wethouder.” De bewindvoerder bevestigt dat. Of Van Zetten hierover is geïnformeerd, weet Klaassen niet meer. Van Zetten zegt van niet. Ook is niet duidelijk of de informatie over wanbeleid gedeeld is met de gemeenteraad. Klaassen was daar niet bij betrokken.
Cassee heeft naar eigen zeggen ook burgemeester Bernt Schneiders geïnformeerd over zijn zakelijke verleden, inclusief de uitspraak van de Ondernemingskamer. Schneiders ontkent dat. „Het was mij bekend dat Cassee als ondernemer failliet is gegaan”, zegt de burgemeester op zijn werkkamer. „Dat moet ook kunnen. Maar dat de Ondernemingskamer hem heeft veroordeeld voor wanbeleid, nee dat wist ik niet. En ook van de andere juridische procedures die Cassee heeft gevoerd, was ik niet op de hoogte”, zegt Schneiders. Cassee beaamt dat.
Op de vraag of Schneiders het had moeten weten antwoord hij onomwonden: „Ja, dit had ik willen weten. Bij een screening wordt altijd de vraag gesteld: is er nog iets dat we moeten weten? Dat is niet voor niets. Deze feiten waren aanleiding geweest om nadere vragen te stellen of onderzoek te doen. Maar ja, wat moet ik nu nog met deze informatie”, vraagt Schneiders retorisch. Hij laat een lange stilte vallen.
Het woord is nu aan de gemeenteraad. Verschillende partijen, waaronder collegepartij GroenLinks, reageren geschrokken. „Ons is niets bekend over deze feiten”, meldt fractievoorzitter Daphne Huysse. „We gaan ons nader informeren.” Ook oppositiepartijen VVD en SP willen nader onderzoek, net als het Landelijk Bestuur van D66. Er moet duidelijkheid komen over „de gevolgde procedure bij de benoeming van wethouders bij de formatie van het college in Haarlem in 2010”, meldt een D66-woordvoerder.