Het was de illegale pers die tijdens de Duitse bezetting de hoop op vrijheid levend probeerde te houden. Vrij Nederland speelde in dat verzet – met onder meer Trouw, Het Parool en De Waarheid – tussen 1940 en 1945 een leidende rol. Deze strijd tegen de nazi’s vergde niet alleen geestelijke weerbaarheid maar ook organisatorische moed.
Hetty Wellensiek-van Klaveren, koerierster en secretaresse van Vrij Nederland, had die persoonlijke moed. Dinsdag overleed Wellensiek-Van Klaveren op 98-jarige leeftijd. Ze was de laatste uit de kerngroep die Vrij Nederland door de oorlog wist te loodsen en het verzet zijn vrijzinnige stem gaf. Driekwart jaar geleden overleed Ada van Randwijk, vrouw van Henk van Randwijk, de drijvende kracht achter Vrij Nederland.
Vrij Nederland verscheen vanaf eind augustus 1940. De initiatoren waren christelijk gemotiveerd. Dat ging gepaard met een vrijzinnige exegese van Romeinen 13: ‘er is geen macht dan van God, en de machten, die er zijn, die zijn van God geordineerd’. Deze bijbeltekst kon worden gelezen als een gebod om zich neer te leggen bij de bezetter. Vrij Nederland draaide de exegese om. In hedendaagse taal: het nazibewind was duivels en kon dus niet van God zijn.
Hetty Wellensiek-van Klaveren kwam min of meer per toeval met de groep in contact. Ze werkte op een kantoor in Amsterdam. Daar stencilde ze Vrij Nederland en verspreidde de exemplaren. In een interview met VN-redacteur Harm Ede Botje zei ze vier jaar geleden over haar woede tegen de nazi’s: „Ik wilde iets doen, vanuit mijn rechtvaardigheidsgevoel.”
In de loop van de oorlog raakte ze nauwer betrokken bij de organisatie van Vrij Nederland. Ze ging het contact onderhouden met de drukkers. Dat was een gevaarlijke taak. Het drukproces was het moment waarop de Duitsers konden toeslaan, omdat dan het werk van de verschillende ook voor elkaar geheime groepen van de organisatie bij elkaar kwam. „Wat wisten we van de risico’s? We leefden in een politiestaat, niet in een rechtsstaat. Er heerste willekeur. Dat betekent dat je ook kon worden opgepakt als je niks deed, dan konden we dus net zo goed wel iets doen”, zei Hetty Wellensiek-van Klaveren in 2010.