Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

‘Priem was bewust afzijdig over doping’

In 1998 onderschepte de Franse politie een partij epo-ampullen. Ploegleider Cees Priem van TVM zat vast, maar wist van niets. Zijn renners des te meer.

Met zijn kop in de wind vertelt Cees Priem in de documentaire waarom hij als klein jongetje ooit is gaan fietsen. „We wilden erbij horen”, zegt hij – Jan Raas en hij, twee Zeeuwse jongens die in het grote profpeloton zouden belanden. Toen kon hij nog niet vermoeden dat hij vele jaren later in verband met zijn geliefde sport als een crimineel in de gevangenis van de Reims zou belanden.

In maart 1998 hield de Franse politie een vrachtwagen aan die onderweg was van Spanje naar Nederland met 104 ampullen epo. Vier maanden later werd TVM-ploegleider Priem, samen met ploegarts Andrej Michailov en verzorger Jan Moors, verantwoordelijk gehouden voor het onderhouden van een dopingnetwerk.

Documentairemakers Thomas Blom en Misha Wessel hebben voor Andere Tijden Sport een reconstructie gemaakt van de gebeurtenissen in 1998, onder meer door gesprekken met hoofdrolspelers als Priem en de renners Jeroen Blijlevens en Bart Voskamp. Het opvallendste moment is als Blijlevens toegeeft dat hij, onder anderen, de epo in de bewuste vrachtwagen heeft gelegd.

Is Priem nu vrijgepleit?

Thomas Blom: „Priem wist niet van dopinggebruik in zijn ploeg, maar het was een bewuste keuze om er niet van weten. Hij vond het lastig om ermee om te gaan.”

Misha Wessel: „Tegelijkertijd zei hij tegen zijn renners: ‘Ik hoop dat je presteert en als je niet presteert, neem ik het jaar erop een ander. En als je verboden middelen neemt, flikker ik je eruit.’ Dat maakte het lastig voor renners: epo was verboden, maar zonder epo konden ze niet mee in het profpeloton van die tijd.”

Vond Priem het lastig om mee te werken aan de documentaire?

Wessel: „We zijn drie jaar met hem bezig geweest, hebben veel kopjes koffie met hem gedronken.”

Blom: „Het kostte veel tijd om zijn vertrouwen te winnen. Hij was toch bang voor wat er zou komen.”

En Voskamp? Hij geeft voor het eerst toe dat hij epo heeft gebruikt.

Blom: „Het kostte hem heel veel moeite om erover te praten. Hij realiseerde zich dat hij er al die jaren last van heeft gehad. Op elke buurtbarbecue wordt hem naar zijn dopinggebruik gevraagd, en altijd heeft hij erover gelogen. Hij zag dit als zijn kans om met zijn verhaal te komen.”

Zijn jullie zelf anders gaan denken over dopinggebruik?

Wessel: „Er wordt vaak laconiek gedaan over doping. Maar voor de enscenering in de documentaire hebben we zelf spuiten en ampullen in handen gehad. Dat doet iets met je. Het is nogal wat om te besluiten om die spuit in je arm te zetten. Epo verandert je als mens.”

Hoe verandert het je dan?

Wessel: „Voor veel oud-renners is de leugen bijna niet meer te dragen. Het is pure wanhoop.”

Blom: „Ze slapen niet.”

Vinden jullie het terecht dat de renners vaak de schuld krijgen?

Blom: „Ook ploegen en bonden speelden een rol bij het organiseren of toedekken van doping. Maar het blijkt moeilijk om collectief open te zijn over het verleden. Daar ligt ook een rol voor de Nederlandse en de internationale wielerbonden. Anders blijft de omerta in stand.”