Wie was het brein achter het ‘staatsgeheim’ dat notaris Bernard Blijleven bewoog 870.000 euro van klanten over te maken naar een ongeschoolde Surinaamse vrouw zonder verblijfsvergunning - uit naam van Mark Rutte? Die vraag staat centraal in de strafzaak tegen deze vrouw, de 35-jarige Esselien M.
Update (14.00): de uitspraak is er. Esselien M. krijgt twee jaar celstraf, onvoorwaardelijk, voor heling en witwassen. De rechtbank acht bewezen dat ze 370.000 euro van het buitgemaakte geld heeft vergokt op internet en voor 50.000 euro heeft gepind bij Holland Casino. De rest van het geld heeft ze besteed aan luxe-artikelen.
Het is nogal wat: een persoonlijk compliment van de minister-president. Notaris Bernard Blijleven is dan ook gevleid als Mark Rutte hem in september 2012 via het chatprogramma Google Talk laat weten dat hij “zeer onder de indruk is” van zijn “vastberadenheid”.
Mark.rutte.minbiz@gmail.com
Blijleven is dan al maanden intensief aan het chatten en mailen met de premier via mark.rutte.minbiz@gmail.com over niets minder dan een staatsgeheim. Daarin is Blijleven zelfs zo’n belangrijke rol gaan spelen dat de notaris op verzoek van Rutte vanaf eind 2012 in totaal 875.000 euro overmaakt naar een speciale ABN Amro-rekening. Allemaal in het staatsbelang.
Het zijn maar een paar van de bizarre details uit het dossier van de Amsterdamse notaris die in februari in relatieve stilte door het Gerechtshof Amsterdam uit zijn ambt werd gezet.

Voor de zekerheid maakte notaris Blijleven screenshots van al zijn gesprekken met ‘Mark Rutte’
Blijleven heeft de regels van zijn ambt ernstig geschonden, oordeelde het hof. Hij koesterde onvoldoende argwaan bij het onwaarschijnlijke verhaal dat hem werd voorgespiegeld door een vrouwelijke cliënt die zei als geheim agente te handelen in opdracht van de premier. De cliënte bleek een illegaal in het land verblijvende vrouw, haar ‘staatsgeheim’ was een uiterst ongeloofwaardig verhaal. En de ‘Mark Rutte’ met wie Blijleven maandenlang correspondeerde, bleek ook al niet de premier te zijn.
Toch plunderde de notaris zijn derdenrekening voor deze cliënt. Een notariële doodzonde, die het gerechtshof hem “zeer ernstig aanrekent”. Op een derdenrekening staat geld van cliënten dat ze in vertrouwen bij een notaris hebben gestald, bijvoorbeeld voor een onder nabestaanden te verdelen erfenis.
Ontzetting uit zijn ambt – een straf die gemiddeld eens per jaar wordt opgelegd – achtte het hof voor Blijleven “passend en geboden”.
“Zijn handelwijze is een notaris onwaardig en schaadt het vertrouwen in het notariaat in zeer ernstige mate.”
De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie noemt de zaak “extreem” en is “verbijsterd” door het handelen van Blijleven.
Wat bezielde de tot voor kort in alle rust opererende notaris aan de Amsterdamse Herengracht? Zelf acht hij zich het slachtoffer van criminelen die hem als notariële ‘eenpitter’ doelbewust hebben uitgekozen voor hun psychologische manipulatie. “Ik ben erin geluisd”, zegt hij.
“Ik was er heilig van overtuigd dat ik het staatsbelang diende.”
Bijzondere gave
Krijn Bernardus Blijleven (Rotterdam, 1959) wilde geen notaris worden. Als kind doet hij een beroepskeuzetest. De uitkomst: rozenkweker. Of anders jurist. Blijleven: “Dus ben ik maar rechten gaan studeren.” Bij het grote Amsterdamse kantoor Ekelmans Den Hollander ziet de jonge notaris Blijleven hoe “de kleine klanten” er bij inschieten. In februari 2002 besluit hij voor zichzelf te beginnen. “Voor huis-, tuin- en keukenzaken, zoals nalatenschappen.”
Hij houdt praktijk in een statig grachtenpand, met openslaande deuren naar de tuin waarin kippen scharrelen. Jarenlang reizen vermogende particulieren uit het hele land naar de hoofdstad waar Blijleven ze bijstaat. “Een fantastische praktijk”, zegt hij meerdere keren in de twee gesprekken die deze krant met hem voert.
De praktijk is hij zelf. Behalve wat ondersteunend personeel kan Blijleven zijn praktijk voeren zoals het hem goed dunkt. Ondanks hun vertrouwensfunctie is er amper collegiale controle op de 425 “solitair opererende” notarissen in Nederland. Pas na een eventuele klacht komt de Kamer van toezicht, het tuchtorgaan van het Nederlandse notariaat, in actie. Iets dat Blijleven in de jaren dat hij als zelfstandige werkt niet overkomt.
De toetsing door het Bureau Financieel Toezicht bestaat uit onderzoek van cijfers die de notarissen zelf aanleveren, en is gericht op hun “financiën, integriteit en kwaliteit”. Het toezicht is “risicogericht”, wat betekent dat kantoren en notarissen met de grootste financiële, integriteits- en kwaliteitsrisico’s het meest intensief worden gecontroleerd. Blijleven behoorde daar niet toe.
Waarborgsom
In februari 2012 bezoeken zes mensen onder leiding van een dan 34-jarige vrouw, die zich Jennifer Satyong noemt, het kantoor. Het gezelschap wil twee Amsterdamse appartementen kopen, van ruim 5 ton per stuk. Satyong is de financier. Ze gaat het bedrag in één keer overmaken, vertelt ze Blijleven. Wanneer de waarborgsom van 10 procent van de aanschafprijs echter uitblijft, doen de verkopers navraag bij haar en Blijleven. Satyong stelt alle betrokkenen gerust. Er gaat betaald worden, verzekert ze.
Ze heeft intussen een derde pand in Amsterdam op het oog; een riante woning van 1,35 miljoen euro aan de Amstelveenseweg. Bij de bezichtiging op 16 mei 2012 zegt ze al na tien minuten tegen de verkopende makelaar het pand te kopen. De makelaar, die niet bij naam wil worden genoemd:
“Het leek me allemaal te mooi voor woorden, maar goed.”
Hoogst uitzonderlijke hersenafwijking
Wanneer behalve de verkopers van de eerste twee huizen ook Blijleven ongeduldig wordt door het uitblijven van de aanbetaling, maakt Satyong hem deelgenoot van een geheim. Ze is niet Jennifer Satyong, zoals ze zich aan iedereen presenteert, maar Esselien M. en werkt als geheim agent voor de Nederlandse staat. Door een hoogst uitzonderlijke hersenafwijking is ze in staat berekeningen te maken die zelfs een computer niet kan maken, zegt ze. Een vaardigheid waarmee ze in het diepste geheim codes kraakt voor de overheid.
Slechts wat topambtenaren en enkele ministers plus Mark Rutte zijn op de hoogte. Blijleven: “En koningin Beatrix.” De notaris draagt niets minder dan een staatsgeheim met zich mee. Blijleven: “Dat is een bijzonder gevoel.”
De overtuiging onderdeel uit te maken van een geheime missie is bij Blijleven sterker dan de vele vragen die het verhaal van Satyong oproept. “Natuurlijk twijfelde ik”, zegt Blijleven. “Maar steeds werd die twijfel weggenomen.” Zo kreeg Satyong in ruil voor haar inspanningen 72 miljoen euro van de staat, zo vertelt ze Blijleven. Een bedrag dat is ondergebracht bij de Zwitserse privébank Julius Bär. Toch blijft de aanbetaling van de twee panden opnieuw uit.
Om alle betrokkenen bij de verkoop van de woning aan de Amstelveense weg gerust te stellen, belt Satyong op Blijlevens kantoor met Julius Bär, in aanwezigheid van de notaris, de verkoper en diens makelaar. De Engels sprekende ‘medewerker’ van de bank zegt geïrriteerd dat is afgesproken dat Satyong “hem nooit zou bellen”.
Blijleven is overtuigd: Satyong is een bekende van de bank.
De verkoper en diens makelaar houden sterke argwaan, maar varen op de betrokkenheid van Blijleven. De makelaar:
“Ik kon me niet voorstellen dat een notaris zich met valse praktijken zou inlaten.”
Op 6 juli 2012 tekenen beide partijen het contract, nadat de verkoper Satyong opnieuw heeft gevraagd naar de onwaarschijnlijke details in haar verhaal. Daarop reageert Satyong verbolgen, zo is te horen op een door de verkoper gemaakte opname. Satyong:
“De indruk die nu wordt gewekt, is dat ik überhaupt niet over gelden zou beschikken. Er zijn mensen die dat doen, maar zo ben ik niet. Ik ben niet gek.”
Noodrem
Blijleven heeft naar eigen zeggen sinds de zomer van 2012 steeds drukker met de zaak Satyong. Hij mailt en chat vaak meerdere keren per week, voornamelijk met ‘de premier’. Blijleven: “Dat ging over Satyong, over pianoconcerten; van alles eigenlijk.” Tot zijn verbazing weet ‘Rutte’ zelfs de namen van zijn kinderen. Blijleven:
“Toen ik hem daar naar vroeg, antwoordde hij: ‘Wat denkt u dan?’ Zo van: bij zo’n gewichtige zaak weten we echt wel met wie we zaken doen.”
Aan Blijleven zijn de alarmerende signalen niet besteed. Satyongs onwil zich met een paspoort te identificeren, de toegezegde aanbetalingen die maar niet komen en het uitblijvende telefonische of persoonlijke contact met Rutte – waar de notaris tevergeefs om vraagt; voor Blijleven is het geen reden aan de noodrem te trekken en Satyong de deur te wijzen.
Sterker, hij heeft juist het gevoel een steeds voornamere rol te gaan spelen. “Ik had nog wél invloed op haar, zei Rutte.” Zo vraagt de premier op een dag of Blijleven kan regelen dat Satyong per direct naar Den Haag komt.
“Dus ik belde haar. En toen ging ze, meteen. Achteraf kreeg ik een mailtje van Rutte: ‘Bedankt Bernard’. Daar voelde ik me wel door gevleid.”
Aan het einde van de zomer doet Rutte een wel heel opmerkelijk verzoek. Hij vraagt Blijleven om geld over te maken naar Satyong. Dat is nodig om het vrijkomen van het Zwitserse geld te bespoedigen, zo luidt de boodschap. Blijleven gaat akkoord en maakt geld over.
Gekke Gerrit
De verkoper van het huis aan de Amstelveenseweg wil nu weten waar hij aan toe is. Blijleven verzekert hem dat het goed komt: Satyong heeft hem verzekerd dat het geld eraan komt. Maar het komt niet. De man, die anoniem wil blijven: “Blijleven heeft me glashard voorgelogen.”
De verkoper dient begin 2013 een klacht in bij de Kamer van toezicht, het notariële tuchtorgaan. Als die Blijleven tijdens de zitting vraagt naar zijn beweegredenen, zwijgt de notaris. Blijleven: “Ik kon niet anders. Het ging om een staatsgeheim!”
De Kamer schorst Blijleven voor vier maanden. De notaris handelde “in strijd met de eer en het aanzien van het notarisambt” door zijn handelen, luidt het oordeel. Blijleven schrikt zich naar eigen zeggen kapot en mailt Rutte. Die noemt zijn schorsing “schandalig” en belooft Blijleven de beslissing per Koninklijk Besluit ongedaan te laten maken.
Zelfs op dat moment voelt Blijleven zich nog niet “gekke Gerrit”. Maar, bekent hij nu, wellicht speelde er ook iets anders. “Misschien wílde ik ook dat het waar was.” De financiële consequenties waren op dat moment immers al gigantisch. Blijleven:
“Ik zat in een trechter van vereenzaming. Want wie zou me nog geloven?”
Chatten op Google Talk met de premier
In maart 2013 breekt Blijleven als hij, inmiddels totaal vastgelopen, een cliënt in vertrouwen neemt. Die zegt: “Bernard, dit klopt niet.”
Daarop meldt Blijleven zich op vrijdag 22 maart zich bij het ministerie van Algemene Zaken, het departement van premier Rutte om uitleg te eisen. Blijleven: “Ik kon niet anders. Ik zat in een fuik.”
Blijleven overhandigt het hoofd van de beveiliging Cor Ardon naar eigen zeggen mails en een iPhone vol sms’jes en het verzoek om de premier te spreken. Na tien minuten vertelt de man Blijleven dat hij niet weet wie de gesprekspartner is geweest – maar het was niet de minister-president. “Een ontgoocheling”, zegt Blijleven nu. “Ik was radeloos.”
Na het weekend doet hij aangifte bij de politie tegen Satyong wegens “oplichting en psychologische intimidatie”. Blijleven was er “honderd procent van overtuigd” dat hij echt van doen had met overheidsdienaren, getuige het proces-verbaal. Als bewijs noemt hij zijn contacten met premier Rutte, die zich bij hem meldde via Google Talk. “Met pasfoto en al.”
Bizar
Voor de eens succesvolle notaris is het in juli 2013 over en sluiten. Blijlevens schorsing wordt door het Amsterdamse hof omgezet in definitieve ontzetting uit zijn ambt en zijn praktijk wordt failliet verklaard. Het grootste deel van het door hem naar Satyong overgeboekte geld is opgenomen of doorgesluisd naar derden.
Aanwijzingen dat Blijleven zelf financieel beter is geworden van zijn handelen, heeft het hof niet. Ook van een seksuele relatie tussen Blijleven en Satyong was volgens betrokkenen geen sprake. Blijlevens advocaat Bob Kaarls zegt dat zijn cliënt slachtoffer is van oplichting.
“Hoe bizar het verhaal ook is, hij lijkt er echt in te hebben geloofd.”
Hoe dat mogelijk was, weet ook Blijleven niet. “Dat is voer voor psychologen.”
Blijleven zelf is uiteindelijk niet vervolgd, maar dat het Openbaar Ministerie die mogelijkheid wel heeft onderzocht, vindt hij “bizar”.
“Ik heb aan dit hele gedoe niets verdiend. Ik ben juist alles kwijt wat ik had opgebouwd.”