De familie Poot stopt na 28 jaar met de onderneming Chipshol en zet haar grondbezit bij Schiphol in de etalage. Dat zeggen oprichter Jan Poot en zijn zoon Peter vanmorgen in Het Financieele Dagblad. De familie heeft 150 hectare grond bij de Amsterdamse luchthaven.
De totale waarde van de nog te ontwikkelen grondposities ligt volgens de krant tussen de anderhalf en drie miljard euro. De familie wil zelf geen verkoopprijs noemen. De fysieke gesteldheid van de bijna 90-jarige oprichter, Jan Poot, is naar eigen zeggen de doorslaggevende reden om te stoppen. Bovendien wil zijn zoon Peter het familiebedrijf niet overnemen.
“Ik voel dat mijn krachten flink achteruitgaat. Daarom zeggen Peter en ik: we stoppen ermee, we verkopen de zaak.”
Jan Poot had grootse plannen met het gebied rond Schiphol. Hij wilde een stad creëren, met kantoren, appartementen, winkels en golfbanen, net als in Dubai. Schiphol en de overheid gingen daar echter tegenin en door een uitspraak van de rechter verloor Poot driekwart van zijn grond. Poot procedeerde jarenlang tegen de overheid, de provincie Noord-Holland, de gemeente Haarlemmermeer en Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL), en beschuldigde rechters in zijn zaak onder andere van meineed. Met de provincie en Haarlemmermeer werd een schikking getroffen, LVNL werd door de Hoge Raad schuldig bevonden aan benadeling van Chipshol. Maar de magistraten werden vorig jaar van vrijgesproken.
Poot: het is mooi geweest
Aan de ‘grondoorlog’ tegen de overheid en de luchthaven komt nu dus een einde. Verbittering voelt hij niet, wel vindt hij het “diep triest” dat het niet is gelukt.
“Het is mooi geweest. We hebben twintig jaar lang meer dan ons best gedaan. Het is ons helaas al die jaren niet gelukt er een centrum van internationale allure van te maken. We wilden altijd produceren, maar we werden gedwongen te procederen. Waarschijnlijk lukt het buitenlandse partijen wel.”
De drie kantoren op Schiphol-Rijk, met een brutovloeroppervlak van dertigduizend vierkante meter wil Poot nog aanhouden. Zijn zoon Peter Poot gelooft nog steeds in de potentie van het gebied.
“Wij zijn trots op die kantoren, omdat ze de uitzonderlijke visie van mijn vader op gebiedsontwikkeling en de airportcity vertolken.”