De C.Buddingh’-Prijs, de prijs voor de beste debuutbundel van het jaar, is op Poetry International aan Maarten van der Graaff toegekend.
Van der Graaff (1987) ontving de prijs voor zijn bundel Vluchtautogedichten, waarin de dichter aldus de jury “door middel van elliptische zinnen en associatief taalgebruik zijn hoofd binnenstebuiten keert”. En:
“De jury was onder de indruk van de spankracht van Van der Graaffs gedichten, qua compositie, woordenschat en thematiek. Met Vluchtautogedichten geeft hij blijk van een groot poëtisch en meta-poëtisch zelfbewustzijn. Als eindpunt van een poëtische ontwikkeling kan dat dodelijk zijn, maar als vertrekpunt lijkt het de jury juist veelbelovend.”
Er waren naast Van der Graaff nog drie jonge dichters voor de prijs genomineerd, waar een bedrag van 1250 euro aan verbonden is: Hanneke van Eijken (Papieren veulens), Josse Kok (Ik heb geslacht) en Hannah van Wieringen (Hier kijken we naar). U kunt van elke dichter hier een gedicht lezen.
De jury sprak zich vol lof uit over Van der Graafs gedicht Olatile, het “onnavolgbare verslag van een cruise”. Hieronder Gedicht uit Galicië, een ander gedicht uit Vluchtautogedichten.
Gedicht uit Galicië
We lopen een tocht waarin we niet geloven.
Een zwarte regen wil naar zee (die niet vol raakt, maar slikt
zonder te kauwen, zoals het toerisme duizenden per jaar eet.)
Het is moeilijk te zeggen hoe moe alles is.
Hieronder licht Van der Graaff toe hoe zijn poëzie geschreven werd:
En hier leest Van der Graaff voor uit zijn bundel:
Maarten van der Graaff leest uit ‘Vluchtautogedichten’ from Poetry International on Vimeo.