Test: zes betaalbare beamers voor het WK

De snelste manier om je zitbank te veranderen in een thuistribune: koop een projector. Voor minder dan duizend euro heb je een HD-scherm van twee of drie meter breed.

Marc Hijink

11 juni 2014

Leestijd 3 minuten

Klaar voor het WK Voetbal? De snelste manier om je zitbank te veranderen in een thuistribune: koop een projector. Voor minder dan duizend euro creëer je een HD-scherm van twee of drie meter breed. Voor zoveel oppervlakte zou je een tv van tienduizenden euro’s moeten kopen. En dat is het WK voetbal nou ook weer niet waard.

Zoveel scherm voor je neus; het effect is adembenemend. Dat vinden ook de buren. Maar als fulltime vervanger van de tv is een projector weer minder geschikt . Voor voldoende contrast moet je immers de kamer verduisteren. Het wit van het scherm is meteen het zwartste zwart: een beamer voegt alleen meer licht toe.
Is het donker genoeg tijdens het WK? De wedstrijden worden vanaf zes uur ’s avonds uitgezonden (zes uur, negen uur en twaalf uur) en de zon gaat rond een uur of tien onder.
Houd er ook rekening mee dat een projector koeling nodig heeft door een ventilator. Dat maakt geluid valt hopelijk weg in het gejuich van het publiek. Nog één maar: de lamp gaat een beperkt aantal uren mee (3.000 tot 5.000 volgens de fabrieksopgave). De lamp kun je wel vrij eenvoudig vervangen.

De test

NRC vroeg testlab Hardware.Info projectoren te testen rondom de duizend euro, met een paar uitschieters naar boven.

Er zijn twee gangbare projectietechnieken, LCD (drie lcd-paneeltjes die rood, groen en blauw licht weergeven) en DLP (Digital Light Processing). DLP werkt met kleine spiegeltjes die licht op de lens weerkaatsen. Een snel ronddraaiend kleurenfilter zorgt ervoor dat de kleuren na elkaar op het scherm komen. Daardoor zie je soms een regenboog-effect bij witte ondertitels.

LCD biedt meer zoombereik, zodat je flexibeler bent om de projector een goede plek in de kamer te geven. Een andere mogelijkheid is een shortthrow-projector zoals de BenQW1080ST, die juist dichter bij het scherm geplaatst kan worden. De kijker zit dan achter de projector en er hoeft ook niemand meer door het beeld te lopen. Nadeel van shortthrow: de lens moet het beeld anders breken en dat levert (kleine) verschillen in scherpte op aan onder- en bovenkant van het scherm.

En wat voor projectiescherm moet je nemen? Een strakke witte muur is doorgaans voldoende voor de huiskamer. Als het maar geen grove sierpleister is. Een scherm dat extra reflecteert is voor de huiskamer niet perse nodig; moderne beamers hebben voldoende lichtopbrengst voor de thuisbioscoop.

Wat is de beste koop?

De projectoren krijgen een score voor beeldkwaliteit, duurzaamheid van de lamp, (gebrek aan) geluidsoverlast en een uiteindelijke prijs/kwaliteitverhouding.
In de test is de Benq TH 681 (DLP, gemiddelde prijs 694 euro) de beste koop. De LCD–projectoren van Epson bieden beter beeld, maar die modellen zijn twee tot drie keer zo duur. De luxe Epson-modellen hebben een draadloze hdmi-aansluiting: handig als hij aan het plafond hangt.

NB: later voegen we nog een projector van Philips toe, de Screenio HDP1590TV. Dat model van ca. 1.500 euro was net te laat voor de vergelijkende test binnen. De eerste indruk: je hebt een groot scherm van 2,5 meter, op slechts 44 centimeter afstand van de muur. Het beeld is wat vervormd, niet zo helder en overmatig qua kleur. Het geluid is wél goed. Ook handig: de ingebouwde DVB-T tuner om meteen voetbal te kunnen kijken.