Soms zit Koen de Meulder, rechter in opleiding, in een teamoverleg met alleen maar vrouwen. Zijn twee begeleiders op de afdeling bestuursrecht zijn vrouw. Net als zijn vorige twee begeleiders, trouwens. En o ja, hij deelt een werkkamer met vier vrouwen.
Niet dat De Meulder (30) dat vervelend vindt, maar het valt hem wel op dat er in de rechtbank Midden-Nederland in Utrecht best wat vrouwen werken. En ook zijn collega Sander Lanshage (35) merkte dat vrouwen graag rechter willen worden. Lanshage rondde zijn opleiding twee jaar geleden af. In zijn opleidingsgroep van 27 mensen zaten vijf mannen. Hij wil ook niet klagen. „De sfeer in de groep was prima. We hadden niet meer mannen nodig, of zo.”
Uitzonderingen zijn dit niet. De rechtspraak ‘feminiseert’. Van de 2.378 rechters zijn er nu 1.320 vrouw, een trend die al jaren aanhoudt. Voor de nieuwe generatie zijn de cijfers nog duidelijker: onder rechters jonger dan veertig jaar is driekwart vrouw.
De vraag is of dat erg is? Bij de rechtbank in Den Haag heeft dit ‘probleem’ in ieder geval de aandacht. Kortgeleden lekte uit dat die rechtbank een voorkeursbehandeling van mannelijke sollicitanten overweegt.
Zo’n voorrangsbeleid voor mannen bij lokale rechtbanken is problematisch, zegt Iris van Domselaar, rechtsfilosoof aan de Universiteit van Amsterdam en onlangs gepromoveerd op het onderwerp morele kwaliteit van rechtspraak. „We moeten de schijn tegengaan dat zo wordt geprobeerd de ouderwetse verhoudingen in ere te herstellen. Lang zijn de mannen in de meerderheid geweest en daar was ook geen publieke ophef over.”
Vrouwen onpartijdig?
Toch denkt Van Domselaar dat het belangrijk is dat er in de rechtspraak een zeker evenwicht tussen mannen en vrouwen is. Daarbij is het verstandig om twee dingen te onderscheiden: de onpartijdigheid van afzonderlijke rechters en de onpartijdigheid van het instituut rechtspraak, zegt ze.
„De onpartijdigheid van rechters is natuurlijk niet meteen in het geding wanneer blijkt dat vrouwelijke rechters in de meerderheid zijn. Vrouwelijke rechters net als hun mannelijke collega’s professionals, die de deugd van onpartijdigheid moeten bezitten.”
Het recht biedt altijd ruimte voor interpretatie, zegt Van Domselaar. En sekse kan daarin, net als zoveel andere zaken, een rol spelen. Om die reden moeten alle rechters bewust zijn van hun mogelijke vooringenomenheid.
In Nederland is nooit vastgesteld dat vrouwen anders vonnissen dan mannen, maar uit Amerikaans onderzoek zou dat wel blijken. Zo zouden mannen vrouwelijke criminelen vaak minder hard straffen dan vrouwelijke rechters. Daarnaast neigen mannelijke rechters in raadkameroverleg (wanneer rechters zich na de zitting terugtrekken om onderling een vonnis vast te stellen) eerder naar het standpunt van hun vrouwelijke collega. Dit wordt het chivalry effect genoemd: mannen kiezen – kortgezegd – als een ‘heer’ voor het standpunt van de vrouw.
Nee, dat valt wel mee
Eric Diepraam (42), rechter-commissaris bij de rechtbank Amsterdam, noemt dat chivalry effect „wonderlijk”. Dat vrouwen anders vonnissen gelooft hij niet. Al zegt hij er ook bij dat een raadkameroverleg een psychologisch proces is, dus helemaal uitsluiten dat sekse daar een rol speelt kan hij ook niet.
Net als veel collega’s denkt hij dat een zekere mate van evenwicht in de rechtspraak vooral belangrijk is voor de perceptie van burgers. Naar aanleiding van het nieuws uit Den Haag besprak hij de verhouding tussen mannen en vrouwen met collega’s van de rechtbank Amsterdam – al zien ze die verhouding daar op dit moment niet als een probleem.
Diepraam, zelf begonnen in de strafsector, schetst de volgende situatie. Stel je voor: een man wordt verdacht van ontucht. Die treft een vrouwelijke officier van justitie, vrouwelijke advocaten, een vrouwelijke griffier en ook nog drie vrouwelijke rechters. Dat kán vervelend voelen. „Ik kan mij een zaak herinneren waarin een mannelijke rechter vroeg: ‘Hoe zat het nou met die erectie’, dat soort dingen. Misschien is het ongemakkelijker om bepaalde details met een vrouw te bespreken.” Maar aan de andere kant: „Het zal sowieso een ongemakkelijk gesprek zijn.”
En daarnaast, zegt Diepraam, is rechtspleging meer dan alleen strafrecht en zeker meer dan alleen zedenzaken. Ja, die zedenzaken of verkrachtingszaken zijn een veelgehoord voorbeeld, zegt Lanshage. „Maar drie mannen in die meervoudige kamer, daar kun je óók wat van vinden.”
De rechtspraak moet dus – zoals de rechters het zelf zeggen – een ‘afspiegeling van de samenleving’ zijn. Dat betekent trouwens ook dat er nog wel ruimte is voor minderheden, zegt Van Domselaar. „Rechters van Turkse, Antilliaanse en Marokkaanse afkomst zijn ook ondervertegenwoordigd.” Het is natuurlijk een „illusie” dat een volledige afspiegeling helemaal haalbaar is, zegt rechter in opleiding De Meulder. Dat denkt zijn collega Lanshage ook: „Maar het is tóch goed om er aandacht voor te hebben.”
Al op de universiteit zijn de mannen in de minderheid: zo’n 40 procent van de rechtenstudenten is man. Toch feminiseert de rechtspraak sneller dan bijvoorbeeld de advocatuur, waar nu 56 procent van de stagiairs (gemiddeld 24 tot 30 jaar oud) vrouw is. Hoe kan dat? Rechter-commissaris Diepraam denkt dat veel mannen de overstap van advocaat naar rechter niet aandurven. „Veel aspirant-rechters zijn advocaat. En je ziet dat mannen vaker partner zijn op een advocatenkantoor. Zij hebben financieel echt iets op te geven. Door de bank genomen is voor hen het eventuele verlies veel groter.” Een opleiding tot rechter is een onzeker traject waarin je ook kunt sneuvelen, zegt hij. En dan heb je alles opgegeven voor niets.
Ook Menno Zandbergen (53), senior raadsheer bij het Hof Arnhem-Leeuwarden, denkt dat het salaris meespeelt bij de keuze voor de advocatuur. Al verdient de overgrote meerderheid van de advocaten in de praktijk helemaal niet zoveel, benadrukt hij. Alleen de bovenlaag van 10 procent doet dat wél – „maar daar willen al die mannen natuurlijk bijhoren”. Daarnaast heeft de rechtspraak kwaliteiten die niet zozeer mannen afschrikken als wel vrouwen aantrekken: het is gemakkelijk om parttime te werken. Zandbergen: „Als je drie dagen wilt werken, dan kan dat.”
Doen vrouwen hun werk anders dan mannen? Zandbergen is al twintig jaar rechter. Ja, er zullen nu vast meer vrouwelijke rechters zijn, zegt hij, maar echt merken doet hij dat niet. De selectierondes voor de opleiding tot rechter zijn streng, zegt hij. „We worden allemaal geselecteerd op persoonlijkheid, op onze kwaliteiten.” Je hebt verschillen in stijl, maar die zijn persoonlijk. „Je hebt vrouwen die masculien redeneren – no nonsense, niet zeuren – en mannen die juist wat meer vrouwelijk denken, en meer wikken en wegen”, zegt hij. Voor nu geen alarmbellen dus. „Maar ik denk wel dat het goed is om erop te letten dat straks niet 80 procent van de rechters vrouw is.”
Goede balans = betere sfeer
Rechter-commissaris Diepraam ziet evenmin verschil in zittingen. „Een zitting is eigenlijk niets anders dan een gesprek in een rare jurk. En een gesprek voert iedereen op zijn eigen manier. Dat komt op persoonlijkheid aan.” Voor de sfeer in het team is het wél belangrijk dat de verdeling tussen mannen en vrouwen enigszins in balans blijft, zegt hij. „Het is niet leuk om met alleen maar mannen op vakantie te gaan, geloof me. Dus alleen maar vrouwen op de werkvloer, dat is ook niet goed.”
In zo’n teamoverleg met alleen maar vrouwen is de sfeer wel anders, merkt De Meulder. En veel van zijn collega’s zijn net zwanger, of net zwanger geweest – het gaat dus behoorlijk vaak over baby’s, zegt hij. Mocht hij nou straks in z’n eentje tussen allemaal vrouwen eindigen, wat dan? „Dat zou ik jammer vinden, maar een nieuwe baan ga ik niet zoeken.” Hij voegt er ook meteen maar wat historisch perspectief aan toe: „De eerste vrouwelijke rechters zullen zich ook onprettig hebben gevoeld.”