Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Economie

De mythe van het overschot

Olieconcerns schatten hun reserves stelselmatig te groot in, zegt energie-expert Jeremy Leggett. „We leven in het tijdperk van de gekte.”

Oliecomplex Midway Sunset in Californië. De nabijgelegen schalieformatie Monterey werd vorige maand officieel met
Oliecomplex Midway Sunset in Californië. De nabijgelegen schalieformatie Monterey werd vorige maand officieel met Foto’s AFP, Reuters, Jim Wilson/The New York Times

‘Schaliegas en schalieolie zijn het afscheidsfeestje van de fossiele brandstoffen.” Jeremy Leggett doet niet mee aan juichverhalen over wat door velen wordt gezien als een revolutie in de energievoorziening. Gas en olie die met chemische middelen en onder hoge druk uit gekraakte steenlagen worden geperst, zijn volgens hem niet de renaissance van de traditionele brandstoffen. Nee, ze luiden juist het eindspel in.

Leggett is geoloog, doceerde aan de Royal School of Mines in Londen en deed voor bedrijven als Shell en BP onderzoek naar schalieformaties. Maar uit onvrede over hun werkwijze vertrok hij naar Greenpeace. In 1998 richtte hij Solarcentury op, een bedrijf in zonne-energie (jaaromzet ruim 100 miljoen euro). Leggett was bovendien een van de oprichters van Carbon Tracker, een denktank van financieel specialisten over de risico’s van investeringen in de energiemarkt. Oliemaatschappijen zijn zelden blij met wat hij zegt, maar hij is voor hen te serieus om te kunnen negeren.

En dus reist Leggett, die even in Amsterdam was voor het afscheid van een oud-collega van Greenpeace, de hele wereld over om te waarschuwen voor een dreigende energiecrisis. In zijn nieuwste boek, vertaald onder de titel Uit de olie, doet hij verslag van die reis.

De olieproductie is bijna over haar hoogtepunt heen, schrijft Leggett, daarna zal de vraag naar olie het aanbod overstijgen. Oliemaatschappijen hebben hun reserves in het verleden veel te hoog ingeschat. Als klimaatverandering doorzet en door de wereldleiders echt serieus wordt genomen, zullen ook nog eens grote delen van die reserves in de grond moeten blijven om te voorkomen dat de gemiddelde temperatuur op aarde meer dan 2 graden Celsius stijgt.

Waarom hebt u zo weinig vertrouwen in schaliegas en schalieolie?

„Neem Monterey in Californië. Dat is volgens deskundigen de grootste schalieolieformatie in de VS. Maar twee weken geleden werd die ineens officieel met 96 procent afgewaardeerd. Met 96 procent! Er kunnen geen 13,7 miljard vaten olie gewonnen worden, maar slechts 600 miljoen. Zoiets verzin je toch niet. We leven in het tijdperk van de gekte. Bij oliemaatschappijen bestaat een patroon van overdrijving en het verbergen van onwelgevallige feiten. Als je het glanslaagje van hun verhalen afschraapt en iets daaronder kijkt, verdwijnt de mythe van het overschot heel gauw.”

Het boek van Leggett staat vol met voorbeelden die dat illustreren. Zoals het bericht in het tijdschrift Petroleum Intelligence Week uit 2006, dat de Koeweiti slechts over de helft van de door hen opgegeven oliereserves beschikken. Of de cijfers van het Internationaal Energie Agentschap (IEA) uit 2007 dat de wereld over vijf jaar op de rand van de olieschaarste zou balanceren – dat het nog niet zover is danken we volgens Leggett aan de kredietcrisis. Of het nieuws in 2012 dat de Saoedi’s ineens hun oudste olieveld voor het eerst in dertig jaar weer in productie hebben genomen. Of het onderzoek in een Amerikaans wetenschappelijk tijdschrift waaruit blijkt dat in Pennsylvania vloeistof die gebruikt wordt bij fracking [de techniek voor de winning van schaliegas] omhoog is gekomen het drinkwater heeft aangetast.

U verzet zich tegen schaliegas, maar dankzij schaliegas worden de VS minder afhankelijk van steenkool. Is gas niet de milieuvriendelijkste fossiele brandstof?

„Ik zou zeggen dat gas het minst milieuonvriendelijk is. Met duurzame energie vormt gas een perfect huwelijk. Maar tegenwoordig lobbyen gasbedrijven openlijk om schone energie de nek om te draaien, om subsidie voor zonne-energie te verlagen.

„Op het Wereld Energie Congres in Korea lichtte Gérard Mestrallet, de hoogste baas van de Franse energiegigant GDF Suez, vorig jaar zijn nieuwe bedrijfsmodel toe. Dat was heel simpel: gas, gas en nog eens gas. Hij wil regeringen ervan overtuigen dat gas de toekomst is. Dus niet, zoals eerder wel werd gezegd, dat gas de brug is naar een toekomst van schone energie. Nee, gas ís de toekomst.

„En nu wil GDF Suez dus fracken in heel Europa. In Frankrijk zelf mag het niet, dus is Mestrallet op zoek naar andere plekken. De meeste potentie ziet hij in Zuid-Engeland. Maar dat is absurd. Kijk naar een luchtfoto van zo’n sweetspot in de VS, waar de beste kwaliteit schaliegas gewonnen wordt, en de dichtheid van de industriële infrastructuur die daarvoor nodig is. Dat kun je misschien doen in North-Dakota of Texas, maar in het zuiden van Engeland is het absurd.

„De Britse regering schreef in de troonrede vorige week dat het onmogelijk moet worden voor burgers om bezwaar te maken tegen gasboringen onder hun huis. Maar Engelsen zijn conservatief, zeker op het platteland. En dat is het wel heartland van de kiezers van premier Cameron. Zij zullen de regering hiervoor keihard afstraffen. Je hoeft de koppen van de conservatieve Daily Telegraph er maar op na te slaan. Daarin wordt gewaarschuwd voor een ‘oilbonanza’ en voor ‘oliekoorts’. Zou u onder die omstandigheden miljarden investeren in een bedrijf als GDF Suez?”

Volgens Leggett is er in de wereld van de energievoorziening een soort burgeroorlog gaande. In die oorlog kiest hijzelf nadrukkelijk partij. Zo waarschuwde hij via Carbon Tracker vorig jaar voor een ‘carbon bubble’, een koolstof zeepbel. Als olie- en gasmaatschappijen echt moeten gaan betalen voor de uitstoot van broeikasgassen – omdat de temperatuur op aarde blijft stijgen – zullen ze fors in waarde dalen. Fossiele brandstoffen worden dan heel veel duurder en het is de vraag of de aandeelhouders van oliemaatschappijen hun geïnvesteerde kapitaal ooit terugverdienen.

Zowel ExxonMobil als Shell deed zijn best om aandeelhouders gerust te stellen. Wat vindt u van hun reactie?

„Het zijn uitgebreide reacties, waar de aandeelhouders hun tanden in kunnen zetten. Maar ik ben teleurgesteld over de inhoud. De conclusie van ExxonMobil is dat het risico van een hoge koolstofprijs ‘precies nul’ is. Want, zo analyseert het bedrijf, de kans dat beleidsmakers in de komende decennia iets doen om onder de twee graden opwarming te blijven is nihil.

„Shell beschuldigt ons in zijn reactie van het trivialiseren van het klimaatdebat en een alarmistische toonzetting. Hoe durf je het woord ‘triviaal’ te gebruiken als het over zulke enorme bedragen gaat?

„Met het gebruik van de term alarmistisch proberen ze ons bovendien te marginaliseren. Net zoals ze dat hebben gedaan toen we waarschuwden dat een oliepiek nabij is. Als je de mantra ‘peakoil is dead’ maar blijft herhalen, gaan veel partijen dat vanzelf geloven. Maar vorige week waarschuwde het IEA zelf dat er een energiecrisis dreigt, omdat de OPEC-landen niet in staat lijken hun productie snel te verhogen. Dan kan in Europa de stroom wel eens uitvallen.”

U ziet overeenkomsten tussen de financiële crisis en energiecrisis.

„Wie in 2007 waarschuwde voor giftige hypotheekleningen werd voor gek versleten. De banken zeiden dat de critici helemaal niets begrepen van hypotheekgaranties en derivaten. En dat ze onverantwoordelijk bezig waren door mensen angst aan te jagen. Oliemaatschappijen hebben mij nooit van onverantwoord gedrag beschuldigd, maar met ‘alarmist’ komen ze wel dicht in de buurt. Het is diezelfde toon, diezelfde geruststelling.”

„Tijdens de bankencrisis waarschuwde Barclays-directeur Bob Diamond, die later werd ontslagen, dat er maar één manier was om uit de crisis te komen: op dezelfde weg doorgaan en gewoon wat meer risico nemen. En wat zeggen de oliemaatschappijen als je ze op de hoge olieprijs wijst, op de signalen voor een oliepiek, op de risico’s van verdere investeringen in fossiele brandstof? Laat ons fracken, laat ons vloeibaar gas uit steenkool halen, laat ons de teerzanden afgraven. Geef ons meer mogelijkheden en we kunnen weer jaren vooruit.

„Dat wordt de beslissende strijd in de energieoorlog. Als wij ze de ruimte geven, verliezen we die oorlog. En dan zullen we zien of de klimaatwetenschappers gelijk hebben en we op weg gaan naar zes graden temperatuurstijging.”