Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Cultuur

De dwangmatige collectiviteit van het krakershol maakt overtuigend plaats voor huiseigenarengeklaag

Onder luid gejoel komen ze de zaal in stormen – op kisten, in lange zwarte leren jassen en met Arafat-sjaals. In het halfduister van voormalig discotheek Marcanti is de toon dan meteen gezet: dit zijn de jaren tachtig, de tijd van leegstand en krakersprotest. Overtuigend agressief brengt een grote groep amateurs op harde rockmuziek de rellen tot leven. Te midden van de schermutselingen ontmoeten Peter (Leopold Witte) en Ellen (Margôt Ros) elkaar. Tussen het los-vaste koppel en vriend Hans (Geert Lageveen) ontstaat een levenslange vriendschap. Het publiek ziet decennia verstrijken, en aanschouwt wat de tijd doet met dit trio, met hun wensen, dromen en idealen.

Lageveen en Witte, die ook de tekst schreven, weten met regisseur Gijs de Lange overtuigend opeenvolgende tijdvakken te treffen. Eerst de dwangmatige collectiviteit van het krakershol, met gesteggel over de gedeelde telefoon en grapjes over pedofilie, dan de extravagante feesten in de jaren negentig, de overspannen arbeidsmarkt van begin jaren nul en eindigend in het nu,met de krakers van weleer als klagerige huiseigenaren.

Het zijn rake, geestige typeringen, prachtig onderstreept met muziek en kostuums. Dat ze niet altijd het stripboekniveau ontstijgen, hindert allerminst: alles draait om de sfeer, en die overtuigt – ook al door de spannende ‘underground’-locatie. Muzikant/ componist William Bakker zorgt voor een meeslepende soundscape en er wordt fantastisch gezongen door Club Gewalt. Amsterdammers heeft als grote troef bovendien ruim vijftig Amsterdamse vrijwilligers, waardoor imponerende massascènes mogelijk zijn.

Een lange scène waarin Ellen boze Bijlmerjochies onderwijst over Spinoza lijkt er voor de diepgang met de haren bij gesleept. Onnodig, want de vraag of en hoe idealen de tand des tijds doorstaan, is interessant genoeg.