Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Cultuur

Charisma dat je bij je kladden grijpt

Hé Gary, wil je weten hoe je een cool gezicht trekt, vraagt Nicholas Cage’s Joe aan het jongetje dat zich aan hem heeft vastgeklampt. En dan doet hij het. Hij trekt een Cage-gezicht: hij lacht en kijkt moeilijk tegelijkertijd, en, verdomd, het ziet er cool uit.

Het is het enige moment in de rauwe, semi-documentaire Amerikaanse indiefilm Joe van regisseur David Gordon Green waarop Cage even de man van de grote grimassen mag zijn die Hollywood zo graag in hem ziet. Want verder is hij als de driftige ex-gevangene die voorman is van een stelletje illegale bosbouwers, vooral heel ingetogen. Geïmplodeerd. Het broeit in die kop. Gevaarlijk. En het maakt van Joe een van de beste rollen die Cage ooit speelde.

Cage is niet de eerste grote ster die schittert in een kleine film doordat hij nu eens niet doet wat er van hem verwacht wordt. Maar tegelijkertijd is het zijn charisma dat je van begin tot eind bij de kladden grijpt. Hij is slechts een van de vele aan lager wal geraakte personages die door de Texaanse bossen scharrelen, hillbilly’s en outcasts, waarvan het merendeel zichzelf speelt.

Joe ligt met zichzelf in de knoop. Met zijn verleden en met de vrouwen. En toch is hij degene die een vaderfiguur wordt voor Gary, die door zijn eigen vader mishandeld wordt en zo jong als hij is de zorg voor de apathische familie op zich neemt en zijn zuster tegen seksueel misbruik probeert te beschermen. Het is ‘American gothic’ op z’n meest uitgebeend en akeligst. Strak en beheerst, en je adem stokt ervan in je keel.

Cage is het ook die de cyclus van vaders en zonen en overgeërfde zonden weet te doorbreken in een film die ondanks z’n nietsontziende realisme soms toch sprookjesachtig en mythisch bevrijdend kan zijn. Even verlossend als die stille zucht die je na bijna twee uur eindelijk durft te slaken.