Niet alle renteniers zijn rijk
Plotseling duikt het woord ‘renteniers’ in Nederland weer op.
Op het idee gebracht door Thomas Piketty, de rock-star econoom met zijn studie over de toenemende vermogensongelijkheid in westerse landen, pleiten Ed Groot en Henk Nijboer, Kamerleden voor de PvdA, voor hogere belastingen op vermogens in Nederland.
Immers: „Renteniers betalen geen AOW-premie, geen AWBZ-premie (…) terwijl ze wel het recht hebben op deze kostbare voorzieningen”, schrijven ze in hun opiniebijdrage Belasting over rendement van grote vermogens (NRC, 5 juni).
Dit is vriendelijk gezegd nogal suggestief. Premies worden geheven over Box 1, inkomen uit werk en woning, en vermogen wordt belast in Box 3.
Het is onwaarschijnlijk dat ‘renteniers’– wie dat ook zijn – geen eigen woning bezitten en nul inkomsten uit werk of uitkeringen hebben.
Kennelijk gaan Groot en Nijboer uit van een klassieke rentenier die uitsluitend leeft van coupons knippen.
Ook lijken ze de Bos-belasting te zijn vergeten, de geleidelijk oplopende premieheffing voor de AOW die voormalig PvdA-leider Wouter Bos per 2011 heeft ingevoerd voor ‘rijke’ gepensioneerden.
Het begrip ‘rijk’ begon bij de PvdA al bij een pensioen van 18.000 euro.
Ik heb er hard voor gewerkt
Ed Groot en Henk Nijboer van de PvdA pleiten voor een hogere vermogensbelasting omdat dat eerlijker is. Dat is helemaal niet waar, dat is juist oneerlijk. De vermogensbelasting zou moeten worden afgeschaft, dat zou pas eerlijk zijn.
Mijn vrouw en ik bezitten ook een ‘vermogen’ van meer dan 125.000 euro. Wij hebben ons geld bij elkaar gespaard door allebei te werken en elk jaar minder uit te geven dan er binnen kwam.
Eerst betaalden we over dat geld inkomensbelasting, vervolgens zetten we het deel dat we konden missen op een spaarrekening.
Dat spaargeld is niet bedoeld om van te rentenieren (een bizarre suggestie bij de huidige rentestand) maar om in de toekomst de hypotheek af te lossen, de studie van de kinderen te betalen en een pensioengat te dichten.
Hoe eerlijk is het eigenlijk om over dit spaargeld, waarover al fors inkomstenbelasting is betaald, ook nog eens vermogensbelasting te heffen?
Ik wil Groot en Nijboer wel een alternatief aan de hand doen. Een verhoging van de erfenisbelasting. Dat valt misschien wel als een eerlijke belasting te verdedigen. Of het populair is is een ander verhaal.
De Nederlandse bevolking is immers, zoals Karel van het Reve opmerkte, in twee groepen te verdelen: zij die graag wat willen geven, en zij die graag wat willen ontvangen.
Paul Rotering
Examencorrecties
Ik mats mijn leerlingen ook
De examenkandidaten vieren alvast feest op de goede afloop terwijl hun docenten zich buigen over het gemaakte werk. Gelukkig is de samenleving waarin duizenden eerstegraadsbevoegde docenten plichtsgetrouw en nauwgezet – zoals ooit alle accountants – vele uren steken in het ondankbare, onzichtbare precisiewerk van de tweede correctie. Goede examenopgaven zijn waardeloos als er ongecontroleerd losjes wordt nagekeken.
Een examendocent kijkt als eerste het werk van zijn of haar eigen leerlingen na. Daarna draait het nagekeken werk in een carrousel door naar een onbekende docent. Dat is de tweede correctie.
Vorige week ontving ik het werk van 25 onbekende leerlingen uit een ander deel van het land. Bij wiskunde is er gelukkig weinig ruimte voor discussie. Er gingen in totaal 65 punten af bij deze 25 leerlingen. Niet leuk voor de eerste corrector, een onaangename klus voor mij, jammer voor zijn leerlingen - al zullen zij het nooit weten. In de docentenkamer gaan veel verhalen over slecht nagekeken werk van andere scholen. Het sterkste verhaal is van de collega die ooit aan een klas gemiddeld per leerling negen punten minder wilde geven dan de eerste corrector. Daar is vele uren over gesproken tussen beide docenten én beide directies. De punten gingen eraf, uiteindelijk. Het zijn deze uren vol ‘negatief werk’ die ervoor zorgen dat een examencijfer, een diplomawaarde heeft in de samenleving. Maar niemand applaudisseert, politici al helemaal niet. Zou de Inspectie het verschil tussen eerste en tweede correctie niet eens meenemen in al die overzichten van ze? Ik vermoed dat je de zwakkere scholen er zo tussenuit vist. Weer een gratis indicator erbij voor excellent onderwijs.
Tot slot sluit ik me aan bij het idee dat ‘vreemde ogen’ de eerste correctie moeten doen. De eigen docent kan dan de tweede correctie op zich nemen. Ik heb dit idee al eens tevergeefs onder de aandacht van mijn oud-collega’s bij OCW gebracht. En nu eerlijk zijn, wat vond mijn tweede corrector van mijn nakijkwerk? Na de complimenten voor het zorgvuldige nakijken, keurde zij drie punten af bij een zwakke leerling. Natuurlijk had ik geprobeerd deze aardige meid een beetje te matsen. Volgend jaar misschien een collega die weinig tijd steekt in de tweede correctie...
Suzanne Dannenburg-Bijl, docent wiskunde, Rotterdam
Nooit meer lezen
De ladder naar beneden
Het is de omgekeerde wereld in het artikel Niks meer écht lezen – geen tijd – en toch lekker meepraten van Karl Taro Greenfeld (NRC, 2 juni). Door te veinzen alsof we gelezen hebben kunnen we meepraten. Ode aan de oppervlakkigheid. We staan tegenwoordig zo onder druk om steeds maar op de hoogte te moeten zijn over allerlei zaken dat we bang zijn door de mand te vallen. Voor wie? Voor mensen die ook weer doen alsof. Als na honderd jaar de conclusie wordt getrokken dat lezen niet meer hoeft, hebben we de ladder van de beschaving naar beneden genomen.
Cora Duin, ex-bibliothecaresse
Veiligheid in vliegtuigen
Lang mens wil ook ruimte
Uit een interview met een orthopedisch chirurg in NRC van 2 juni blijkt dat het belangrijk is om je hoofd tussen je armen te doen bij een een dreigende vliegtuigcrash. Hoewel dit al eerder is aangetoond, interesseert het vliegtuigmaatschappijen niet dat lange mensen deze houding niet kunnen aannemen omdat de ruimte tussen de stoelen onvoldoende is. Als het al mogelijk is om in een vliegtuig te zitten, is er geen enkele mogelijkheid om te bewegen, laat staan de voorgeschreven houding aan te nemen. In de eerste klas nog wel, maar lange mensen zijn niet allen rijk genoeg om daar te zitten.
John Hekelaar, voorzitter Vereniging Klub Lange Mensen