Tijdens veel van mijn reizen in Afghanistan, Mali en Syrië klampen mensen mij aan. Hoe moeilijk is het naar Europa te reizen? En kan ik hen helpen? Maar nooit hebben arme sloebers zoals weduwen met kinderen in Tsjetsjenië of geamputeerden in Sierra Leone mij dat gevraagd.
Het Vluchtelingenverdrag van de Verenigde Naties is in 1951 ontworpen voor mensen die politiek worden vervolgd of die in acuut levensgevaar verkeren omdat ze zich in een oorlogssituatie bevinden. De huidige gelukzoekers, die met wrakke bootjes of klimmend over zeven meter hoge hekken Europa proberen te bereiken, vallen daar niet of nauwelijks onder. Ook Syrische vluchtelingen hebben, als ze eenmaal uit het moederland zijn vertrokken en in een van de omringende landen zijn gearriveerd, niet langer te vrezen voor oorlogsgeweld of politieke vervolging. Eigenlijk kunnen alleen de sterksten en de gefortuneerden de sprong nog wagen.
Honderden miljoenen mensen wonen graag elders als de kans zich voordoet, denk ik. Maar ieder weldenkend mens weet dat een volksverhuizing op deze schaal niet alleen grote sociale problemen in de ontvangende landen veroorzaakt, maar ook een enorme braindrain en ontwrichting in de ontwikkelingslanden teweeg brengt.
De reden om te verkassen kan overigens best legitiem zijn: vrijheid en de kans op intellectuele en financiële ontwikkeling. Deze verlangens worden aangewakkerd door een maffia die vluchtelingen tegen hoge vergoedingen vervoert en hun gouden bergen belooft. Al komen die gouden bergen vaak neer op afpersing in Turkije, verkrachting in de Sinaï of de dood in de woestijn van Soedan. Wie wel in Europa arriveert, moet een ingestudeerd praatje opzeggen, veelal in strijd met de waarheid, om de kans op asiel te vergroten.
Het huidige vluchtelingenbeleid van Europa, en dus ook van Nederland, is verworden tot een ratrace – en in sommige vallen tot Russisch roulette. Bij de tocht over de Middellandse Zee zijn inmiddels naar schatting duizenden mensen omgekomen. Duizenden anderen wacht dit lot. Want gelukzoekers, dit jaar al zo’n 40.000 en dat is evenveel als in heel 2013, wagen de gok in de hoop dat ze al op volle zee worden opgevangen en zonder noemenswaardig beletsel toegang krijgen tot Fort Europa. De huidige sociale politiek, het belonen van bootvluchtelingen door hun direct toe te laten, leidt bizar genoeg tot meer verdrinkingen.
Daarbij zijn de Europese partijen die een makkelijke toegang bepleiten niet consequent. Ze willen de stroom niet stoppen – tenminste, zolang deze niet te groot is. Maar zwelt de stroom aan, dan moeten de grenzen plots beter worden bewaakt. Dit bleek opnieuw tijdens de recente discussie rond de komst van duizend Eritreeërs per week naar Nederland.
Volgens het ministerie van Justitie en Veiligheid kost iedere asielzoeker circa 25.000 euro per jaar aan opvang en procedure. Dat is exclusief rechtsbijstand en eventueel repatriëring. Tel daarbij de kosten op voor de tocht, 10.000 euro is gangbaar, en je komt op een bedrag waarmee je in veel Derde Wereldlanden leuke dingen kunt doen. Met het geld voor één asielzoeker in Nederland kunnen ter plaatse met gemak tientallen tot wel honderd personen worden onderhouden.
En vergeet niet: arme mensen kunnen geen smokkelaars betalen. Vrouwen waarvan de man is omgekomen of gevangen zit, kinderen zonder ouders, bejaarden en gehandicapten kunnen de reis naar Europa niet maken. Opvang in de regio is dus veel eerlijker.
Daarnaast werken mensensmokkelaars in landen als Libië samen met terroristische groepen die met het aanbieden van zogenaamde bescherming een deel van hun inkomsten genereren. Het Westen voedt zo zijn eigen monsters.
Wat dan? Welnu: Europa zou meer hulp moeten geven aan de familie van politieke gevangenen, aan hen die een vrije samenleving voorstaan. Waarom helpt het wel Eritreeërs die het geld hebben om naar Europa te vluchten? En die daarna naar verluidt geld moeten afstaan aan het dictatoriaal regime thuis? Waarom steunt het niet de gezinnen waarvan de kostwinnaar jarenlang in het gevang zit? In Birma zag ik hoe gezinnen van politiek gedetineerden nooit een cent internationale hulp ontvingen. Hele generaties zijn ontwricht. Een stap verder is de sponsoring van civil society-organisaties in de landen waar de vluchtelingen vandaan komen en die op een niet-gewelddadige manier werken aan de verbetering van democratie en gelijkheid.
De huidige asielpolitiek discrimineert op leeftijd, geslacht en welstand. Ze schiet haar doel grotendeels voorbij. Stop de survival of the fittest. Roep een halt toe aan de bootmensen en de hekkenbestormers. Stuur ze terug. Dat is hard maar rechtvaardig. Optimaliseer de opvang in de regio. En steun vooral de familieleden van gevangenen die in hun land verbetering nastreven. Iedereen die de huidige asielprocedure steunt, moet zich de ogen uit het hoofd schamen.