Op vakantie in New York zag Frans Oomen op zijn telefoon een bestelling van een kunstverzamelaar uit Italië binnenkomen. Of hij een serie edities van de Duitse kunstenaar Joseph Beuys wilde opsturen. Twee mailtjes en tien minuten later had Oomen zijn vakantie naar de Verenigde Staten terugverdiend. „Een webwinkel is 24 uur per dag open.” Hij zegt het met een schaterlach.
Deze week publiceerde de Nederlandse Galerie Associatie (NGA) een rapport dat duidelijk maakt hoe weinig er te lachen valt in de galeriewereld. In vier jaar tijd verdwenen tachtig galeries, de sector vergrijst en de brancheomzet daalde met 27 procent naar 87 miljoen euro.
Herma Hofmeijer, de voorzitter van de branchevereniging, pleitte in een reactie voor vernieuwing. Laten we kunst toegankelijker presenteren, opener zijn over prijzen, en digitaal innoveren. Alleen op die manier kan de galeriewereld volgens Hofmeijer aansluiting vinden bij een jonger publiek dat kunst koopt op beurzen en op internet.
Wie zijn die online kunstverkopers? En wat kunnen galeriehouders van hen leren?
„Veel galeriehouders zijn logge olifanten”, zegt Frans Oomen van Mo-artgallery.com, een webwinkel gespecialiseerd in kunst-in-oplage van internationaal bekende kunstenaars. „Ik loop veel tentoonstellingen af. Maar hoe vaak sta ik niet voor een dichte deur, omdat een galerie alleen op vrijdag- en zaterdagmiddag open blijkt te zijn?”
Oomen (52) is een docent en kunstverzamelaar die veertien jaar geleden een kunstwebwinkel begon. „Wereldwijd en 24 uur per dag betaalbare kunst van bekende kunstenaars aanbieden, het leek me een formule met een enorme potentie. Een gesigneerde Man Ray of Robert Rauschenberg voor minder dan 1.500 euro, wat koop je voor dat geld in een galerie?”
Oomen noemt de galerieprijzen voor originele kunstwerken „vaak absurd en niet van deze tijd”. „Een beeld van Folkert de Jong kost in de galerie al gauw 75.000 euro. Sotheby’s veilde laatst een kamer- vullende installatie van hem voor 15.000 euro. En zo kan ik zonder moeite nog wel tien voorbeelden geven. De veilingprijzen zijn wat mij betreft een indicatie van de echte waarde.”
De afwezigheid van heldere prijskaartjes is een van de zaken die galeries weinig toegankelijk maken, zegt beeldend kunstenaar Michiel Hogenboom (47). „De museale en weinig informatieve uitstraling van veel galeries geeft beginnende kunstkopers het gevoel dat ze toelatingsexamen moeten doen, dat ze onwetend zijn”, zegt Hogenboom. „Door die opstelling laten veel galeries kansen liggen. Bedrijfscollecties zijn door de crisis afgehaakt, de traditionele achterban van particuliere kunstkopers vergrijst en veel galeries zijn niet in staat om op eigen kracht een nieuw publiek te trekken.”
Samen met kunstadviseur Carolien Smit (37) begon Hogenboom in 2010 het weblog Welikeart.nl. Op een aanstekelijke manier publiceren zij daar over hoogstaande Nederlandse beeldende kunst met een verkoopprijs onder de 1.500 euro. Zo hopen zij het misverstand uit te wereld te helpen, „dat onder de 5.000 euro geen goede kunst te koop is”.
Uit het weblog kwam drie jaar geleden de webwinkel Welikeartworks.nl voort. Die loopt „als een tierelier”, zegt Hogenboom. We Like Art presenteert zich eveneens op kunstbeurzen en vorig jaar ook al eens in De Bijenkorf. En met succes: op Art Rotterdam verkocht We Like Art in februari ruim 150 kunstwerken voor galeries en kunstenaars. „Onze jaaromzet groeit ieder jaar met een sprong”, zegt Hogenboom. Ondanks een gemiddelde commissie van slechts 20 procent (galeries vragen vaak 50 procent) verwacht hij op termijn van de webwinkel te kunnen leven. „Dat is wel de inzet, ja.”
Frans Oomen zou zijn baan als docent beeldende vorming aan de PABO in Haarlem al hebben kunnen opzeggen. In Nederland zijn hooguit 25 galeries met een hogere omzet dan zijn webwinkel. Maar niet alleen heeft hij plezier in het lesgeven, hij gebruikt de winst uit zijn onderneming, die hem zo’n dertig uur per week kost, om te investeren én om zijn verzamelwoede te bekostigen. Oomen leeft omringd door 2.500 kunstwerken op een drie etages tellende bovenwoning.
Een commerciële instelling is een vereiste om online succesvol te zijn, zegt Oomen. Hij gebruikt de Googlestatistieken om zijn website voortdurend aan te passen. Ook steekt hij veel energie in het opsporen van interessante nieuwe kunstuitgaven. „In mijn oude Volkswagen rijd ik stad en land af. En ik lees en surf enorm veel. Als ik iets interessants zie, spring ik er meteen bovenop. Alleen dan haal je werk in huis van kandidaten voor de Turner Prize nog vóór ze voor die prijs worden genomineerd.”
Een webwinkel is een winkel, zeggen beide ondernemers. Dus met goede foto’s, heldere omschrijvingen en een even duidelijk prijskaartje. „What you see is what you get”, zegt Oomen. En Hogenboom: „Ook online mikken galeries te vaak op ingewijden. Wij proberen op ons blog enthousiast te zijn zonder in jargon te vervallen.”