Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Beeldende kunst

Als kunst u lief is, zorg dan voor corruptie en ellende

Vraag niet wat de kunst kan doen voor het land. Vraag wat het land kan doen voor de kunst. Tirannie is het beste, geloof me. Terg de kunstenaars, jaag ze op stang, breidel hun emoties – en hun kunstenaarshart raakt bemoedigd en geïnspireerd.

In Haarlem liep ik tegen Pavel Fedotov op. Tegen zijn schilderij De Kersverse Ridder uit 1846 althans. Dat hing tussen bloemstukken en schipbreuken op een tentoonstelling over de Russische ziel. Pavel Fedotov toverde ons met dit schilderij zo’n bureaucraat voor die iedereen vast wel kent. De man had zojuist een officiële onderscheiding gekregen en nu liet hij zich in zijn eigen huis gelden tegenover zijn vrouw, die daar nogal relativerend bij keek.

Hij beviel me, Pavel Fedotov. Hij beviel me nog meer nadat ik hem thuis had gegoogled. Tevreden keek ik naar zijn satirische schetsen van het Russische leven onder tsaar Nicolaas de Eerste. Pavel Fedotov was rond 1840 legerofficier geweest, waarna hij ontslag nam om kunstenaar te worden. Hij maakte maatschappijkritische schilderijen, raakte betrokken bij democratische actie, werd vervolgd door de regering en stierf in een krankzinnigengesticht.

Noem me romantisch, maar ondanks de slechte afloop raakte ik aangenaam getroffen door het verhaal van Pavel Fedotov. Hij zou nooit zo hebben geschilderd zonder de voosheid, de corruptie, de bureaucratie, de morele armoede en vulgariteit van zijn omgeving. Waaruit ik de conclusie trok dat we ruim baan moeten maken voor de onverbeterlijke slechtheid van de betere kringen.

Nog nauwelijks had ik dit bedacht, of ik stuitte op de fameuze uitspraak van Orson Welles in de film The Third Man van Graham Greene. „In Italië hadden ze onder de Borgia’s dertig jaar lang oorlog, terreur, moord en bloedvergieten. Maar dat leverde Michelangelo op, Leonardo da Vinci en de Renaissance. In Zwitserland hadden ze naastenliefde. Vijfhonderd jaar van democratie en vrede. En wat leverde dat op? De koekoeksklok!”

Nu zat ik duidelijk in een flow, want terwijl ik hier nog over piekerde, las ik in de krant een uitspraak van acteur Timothy Spall. Hij overdacht het lot van de stroeve landschapsschilder William Turner, die zijn innerlijke turbulentie slechts kon uitdrukken in zijn werk. „Alle grote kunst uit de negentiende eeuw komt misschien juist wel voort uit die enorme repressie van emoties uit het dagelijks leven.” Zo kwam het dat ik achter mijn bureau kroop en een duidelijke boodschap formuleerde. Zorg voor ellende, schreef ik. Zeg het mensenrechtenverdrag op. Vergroot de ongelijkheid. Stem deze week iets idioots. Ontken de gevoelens van uw naaste. Niet omdat de wereld daar beter van wordt, natuurlijk niet, maar omdat het goed is voor de kunst. Toen keek ik nog even naar mijn geliefde citaat van Sint Franciscus, die zegt dat de volmaakte vreugde bestaat in tegenspoed, smart en geslagen worden met een knoestige stok, en klaar was ik. Sneller dan anders.

Toch bleef er iets knagen. Het belang van de feiten. Want de koekoeksklok bijvoorbeeld komt helemaal niet uit Zwitserland, maar uit het Zwarte Woud. Zuchtend zette ik me weer aan het werk en al onderzoekend kwam ik terecht bij de Britse filosoof John Gray, die mijn boodschap bars wegzette als een romantisch cliché. Jawel, kunstenaars leveren vaak subliem werk onder de heerschappij van despoten, zegt hij op een site van de BBC. Maar niet omdat de kunst wordt vervolgd. Het komt juist doordat zulke autoritaire heersers voldoende vrijheid laten aan de maatschappij.

Daaraan zie je het verschil tussen autoritaire en totalitaire regimes, schrijft Gray. Het tsaristische Rusland was weliswaar onrechtvaardig en hard, maar niettemin een vruchtbare omgeving voor de kunst. Anders dan het Rusland onder het Sovjetregime, dat niet veel soeps produceerde. In het Habsburgse Rijk bloeide de kunst, in het Derde Rijk niet. „Terwijl autoritaire regimes de samenleving grotendeels met rust laten, proberen totalitaire regimes alles onder controle te krijgen. Het resultaat is onveranderlijk een dorre woestijn.”

Nou goed. Ik besloot mijn boodschap bij te schaven. Vrijheid is onmisbaar, dus u moet mensenrechten niet afschaffen en donderdag niet al te idioot stemmen. Gelukkig besloot Gray toen ook water bij de wijn doen. Aan het eind van zijn stuk gaf hij toe aan het romantische cliché dat sociale spanning goed is voor de kunsten. „Cultuur gedijt bij tegenspraak en antagonisme, niet bij een zemelige fantasie over sociale harmonie.”

Hier dus de definitieve boodschap. Als kunst u lief is, zorgt u voor ellende. Alleen niet de dorre en totalitaire ellende van de staatscontrole. Geen sturing, surveillance, toezicht en bewaking. Maar gewoon corruptie, geharrewar en vulgariteit. Dat moet toch wel lukken?