‘Voor we beginnen moet ik een vervelende boodschap overbrengen”, zegt Thierry Baudet. „Arie Boomsma kan er helaas niet bij zijn. Hij heeft de hele nacht overgegeven en is zo misselijk dat hij een kruisiging niet aankan.”
Samen met de tv-presentator zou Baudet de twaalf aanwezigen inwijden in Bachs Matthäus Passion. Deze middag staat hij er alleen voor, in het bovenzaaltje van de brasserie naast de Haarlemse Philharmonie. Al zo’n twee jaar nemen ze maandelijks mensen mee naar een concertzaal; die zouden er zonder hen niet komen. Aangemoedigd door die ervaringen schreven ze een boek, net verschenen: Van Bach tot Bernstein met Boomsma en Baudet.
Het boek is een inleiding in de klassieke muziek, met componistenbiografietjes, trivia en luistertips. Boomsma en Baudet vertellen welke muziek geschikt is voor de zondagochtend (Bach) en bij een romantisch diner (Brahms’ Pianokwintet in f-klein). „We willen dat de drempel om klassieke concerten te bezoeken omlaag gaat”, vertelt Baudet, in het dagelijks leven academicus en eurosceptisch publicist. „Om van klassieke muziek te houden hoef je er niet veel van te weten, grijs haar te hebben of netjes gekleed te gaan.”
Dit gáát ergens over
Vandaag zijn er weinig jongeren bij: drie aanwezigen zijn eind twintig. Er zijn makelaars bij en een rechtsfilosofe. Een enkeling bezocht nog nooit een klassiek concert, drie mensen in het gezelschap hebben de Matthäus nog nooit gehoord. Terwijl de tomatensoep wordt geserveerd, loopt Baudet naar de cd-speler. Hij heft zijn handen in de lucht. „Dames en heren, wat u nu gaat horen is voor mij het meest overtuigende godsbewijs.”
Baudet heeft twee opnames van de Matthäus meegenomen: een van dirigent Frans Brüggen en zijn Orkest van de Achttiende Eeuw, op historische instrumenten, en een van Willem Mengelberg en het Concertgebouworkest, uit 1939 – naar huidige maatstaven bijzonder groot bezet en erg langzaam. „Horen jullie dat gigantische koor?”, zegt hij over de laatste. „Wel 450 man! En die glissandi, geweldig toch? Willen jullie deze verder luisteren, of toch die eigentijdse uitvoering?”
„Deze!”, klinkt het achterin de zaal.
De gelegenheids-dj spoelt door naar een van zijn favoriete stukken: Sind Blitze, sind Donner in Wolken verschwunden, dat volgt op de gevangenneming van Christus. „Hoor hoe donkere wolken zich samenpakken!”
„Wat bijzonder dat je dit allemaal weet!”, zegt Ietje Goossens (makelaar).
„Daarom ben ik hier”, zegt Baudet.
Een man vraagt of je nu wel of niet mag klappen na een uitvoering van de Matthäus. Er wordt driftig gediscussieerd – alle deelnemers lijken zich af te vragen hoe zij zich na afloop moeten gedragen. Straks gaan ze naar de uitvoering van het Nederlands Kamerorkest en Toonkunstkoor Amsterdam. Baudet vindt dat je het moet laten afhangen van de gelegenheid. Ietje Goossens, die de Matthäus vaker bezocht: „Doodse stilte na zo’n passie heeft juist die impact van: shit hé, dit gáát ergens over.”
Klassiekemuziekvirus
Baudet is zelf een verdienstelijk amateurpianist. Bij zijn afstuderen organiseerde hij een uitvoering van Mozarts Veertiende pianoconcert met zichzelf als solist. Ook in het ouderlijk huis van Boomsma klonk altijd klassieke muziek. In het boek presenteren de twee zich als liefhebbers, niet als kenners. Die disclaimer is verstandig, want er staan een paar slordigheden in. Voorbeelden: Monteverdi’s L’Orfeo is niet de eerste opera ooit. En de ‘nulde’ symfonie van Bruckner is niet eigenlijk diens negende.
Maar voor musicologen is het boek niet geschreven. „Al tijdens mijn studie organiseerde ik concerten en gaf ik daar inleidingen bij”, zegt Baudet. „Arie en ik hebben inmiddels zo’n honderd man geïnfecteerd met het klassiekemuziekvirus. Mijn doel is dat zij ook weer mensen infecteren. We nemen iemand één of twee keer mee, en dan spreken we af: de volgende keer ga je zelf.”
Na afloop van de Matthäus is iedereen enthousiast. Vooral Astrid van Liesdonk uit Breda is in jubelstemming. Dit was de eerste keer dat ze het stuk live hoorde. „Ik ga me meteen aanmelden om auditie te doen bij een koor om hem zelf te zingen”, zegt ze. „Van nu af aan ga ik elk jaar.”
Baudet lacht. Weer iemand met succes geïnfecteerd.