Minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie, VVD) blijft overtuigd van de onschuld van oud-topambtenaar Joris Demmink, ondanks de getuigenis die vanochtend is afgelegd door oud-politieagent Emile Broersma, tevens commandant van het observatieteam van de CRI. Dat zegt Opstelten vanmiddag tegen de NOS.
Opstelten:”Het was niks, is niks en het wordt niks”. Hij benadrukt daarbij dat hijzelf en zijn voorgangers zich te allen tijden hebben gebaseerd op de feiten.
Volgens Broersma heeft de Centrale Recherche Informatiedienst (CRI), inmiddels opgegaan in de Dienst Nationale Recherche Informatie (DNRI), onderzoek gedaan naar oud-topambtenaar Joris Demmink. Broersma, die vandaag sprak tijdens de rechtszaak, weerspreekt daarmee de lezing van Opstelten, die vol heeft gehouden dat Demmink niet in beeld was bij het zogenoemde Rolodex-onderzoek naar pedofilie.
De oud-agent wilde geen antwoord geven op vragen van de rechter over observaties van Demmink. Hij beriep zich op zijn ambtsgeheim. Maar de rechter oordeelde dat hij de vragen móest beantwoorden, omdat de waarheidsvinding zwaarder dan het ambtsgeheim van de getuige woog.
Opstelten: Demmink is op geen enkele wijze in dit onderzoek betrokken
In het Rolodex-onderzoek uit 1998 werd gekeken of hooggeplaatste magistraten zich schuldig zouden hebben gemaakt aan seks met minderjarige jongens. Tijdens een civiele procedure voor de rechtbank in Utrecht heeft voormalig Rolodex-rechercheur Leen de Koter begin maart gezegd dat Demmink wel in het onderzoek in beeld was gekomen.
Toenmalig hoofdofficier van justitie van Amsterdam Hans Vrakking zei in een interview met NRC Handelsblad ook dat Demmink genoemd was in deze zaak. De chauffeur van Demmink heeft zich volgens Vrakking bij de AIVD (toen nog BVD) erover beklaagd dat Demmink in de dienstauto seks had met jongens.
Opstelten schreef eind maart:
“Het Rolodex-onderzoeksdossier is door het Openbaar Ministerie recent wederom bestudeerd. De voorzitter van het College van procureurs-generaal heeft mij bij ambtsbericht van 24 maart 2014 laten weten, dat opnieuw is vastgesteld dat de oud-secretaris-generaal op geen enkele wijze in dit onderzoek naar voren is gekomen.”