Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Cultuur

Willibrord Huisman werkte 2,5 jaar aan…

Willibrord Huisman werkte 2,5 jaar aan een eigen Matthäus // Zondag is de première

‘De graflegging van Christus’, 1602-04. Caravaggio.
‘De graflegging van Christus’, 1602-04. Caravaggio.

Je moet het maar aandurven: het lijdensverhaal van Jezus Christus op muziek zetten. Hoe goed je het ook doet, altijd zul je als componist in de schaduw staan van Johann Sebastian Bach. Zijn Matthäus Passion is misschien wel het meest geliefde werk uit het klassieke repertoire. Toch komen er ieder jaar eigentijdse passies bij.

Zoals die van Willibrord Huisman bijvoorbeeld. Een amateurcomponist – in het dagelijks leven is hij onderwijsadviseur. Zondag gaat in de Nijmeegse Molenstraatkerk zijn ‘Matthäus’ in première: De lastpost.

„We wilden het lijdensverhaal opnieuw vertellen, ook voor jonge mensen die het helemaal niet kennen”, vertelt Huisman. De tekst werd geschreven door twee bevriende theologen. Het stuk wordt uitgevoerd door drie studentenkoren, een jongerenkoor en een kinderkoor. Hij werkte 2,5 jaar aan het stuk. „Ik heb enorm gelobbyd om dat allemaal van de grond te krijgen. Om fondsen te werven is er een stichting opgericht. Het laatste half jaar ben ik zeker veertig uur per week met dit project bezig geweest. Het is nogal uit de hand gelopen, ja.”

Huisman – van huis uit rooms-katholiek – greep de repetities aan om de studenten het lijdensverhaal uit te leggen. „Als mensen naar de Matthäus van Bach gaan, komen ze meestal voor de schitterende muziek. Naarmate ze het vaker horen, gaan ze zich misschien eens verdiepen in waar het over gaat. Er wordt wel gezegd dat we in Nederland een passietraditie hebben, maar eigenlijk is het gewoon een Bach-traditie. Mij gaat het om het overbrengen van het verhaal.”

Dat verhaal presenteert Jezus niet zozeer als goddelijke verlosser, maar als mens met een missie, die als lastpost wordt terechtgesteld. Het stuk duurt twee keer drie kwartier en is in alledaags Nederlands. De melodieën zijn eenvoudig: iedereen zou het moeten kunnen zingen. „Veel nadruk ligt op het Laatste Avondmaal”, zegt Huisman. „Dat staat symbool voor samenleven, delen, dat je je moet inzetten voor anderen – dat vind ik belangrijk. En dat het niet normaal is dat je elkaar de schedel inslaat.”