Er is een klein relletje uitgebroken bij de onderhandelingen in Japan over (de samenvatting van) het tweede rapport van het IPCC dat komend weekeinde wordt gepubliceerd en gaat over de gevolgen van klimaatverandering. De Nederlandse econoom Richard Tol, lead author van het hoofdstuk over economie, wil dat zijn naam uit het colofon geschrapt wordt.
Tol, hoogleraar aan de universiteit van Sussex, zegt geen verantwoordelijkheid te kunnen dragen voor een rapport met zo’n alarmistische ondertoon. Volgens hem is in de laatste versie de toonzetting een stuk verontrustender geworden. Tegen de BBC zei hij:
‘The message in the first draft was that through adaptation and clever development these were manageable risks, but it did require we get our act together [...] This has completely disappeared from the draft now, which is all about the impacts of climate change and the four horsemen of the apocalypse. This is a missed opportunity.’
Arthur Petersen, lid van de Nederlandse onderhandelingsdelegatie, is het niet met Richard Tol eens. Hij erkent desgevraagd in een telefoongesprek vanuit Japan wel dat bepaalde conclusies misschien tot ‘een alarm’ kunnen leiden. ‘De vorige keer leek het alsof er helemaal geen positieve effecten aan klimaatverandering zijn’, aldus Petersen. ‘Maar er wordt nu expliciet gezegd dat er vooral naar de risico’s is gekeken.’
Het woord alarmistisch suggereert volgens Petersen iets stiekems, ‘alsof er bewust informatie wordt gemanipuleerd of achtergehouden’. Daar is geen sprake van. Bovendien wordt er meer informatie gegeven over de onderbouwing – ‘ook als die noodzakelijkerwijs zwak is’.
Volgens Petersen vond Tol dat de boodschap van het rapport had moeten zijn dat we het in ieder geval voorlopig met aanpassingen allemaal wel redden. Maar, zegt Petersen. ‘Neem de koraalriffen. Daar valt niet tegen op te adapteren.’
De summary van het tweede rapport is, zoals gewoonlijk met de ontwerpteksten van het IPCC, op internet volop beschikbaar. In verschillende media is er al over geschreven. Met name over de impact van klimaatverandering voor de voedselvoorziening, waarbij de negatieve gevolgen uiteindelijk groter zijn dan de positieve:
Negative impacts of climate change on crop and terrestrial food production have been more common than positive impacts, which are evident in some high-latitude regions (high confidence). Recent periods of rapid food and cereal price increases have indicated that current markets in key producing regions are sensitive to climate extremes.
Over dit onderwerp verscheen deze week ook een rapport van hulporganisatie Oxfam-Novib. De auteurs zien een grote kloof tussen wat nodig is en de huidige ontwikkelingen. Zo is er een tekort aan financiën voor ontwikkelingslanden om zich aan te passen (niets wijst erop dat de belofte van de rijke landen om van 2020 jaarlijks 100 miljard dollar beschikbaar te stellen in een fonds voor klimaatadaptatie).
Volgens het rapport is er voor de armste bevolkingsgroepen geen sociaal-financieel vangnet als de voedselprijzen te veel stijgen en wordt wereldwijd minder geld beschikbaar gesteld voor noodhulp, terwijl er juist meer nodig is. Oxfam waarschuwt ook voor een afname van de gemiddelde voedselbuffers die landen tijdens een crisis kunnen aanspreken, voor een tekort aan investeringen in de landbouw en in onderzoek naar nieuwe landbouwmethodes. Mensen zouden een beetje zijn geholpen als ze zich bijvoorbeeld beter tegen de risico’s zouden kunnen verzekeren (crop insurance) en als de weersverwachtingen zouden verbeteren.
Wat dat betreft heeft Tol zeker gelijk: we have to get our act together.