Wat vooral opvalt aan Richard Kilty: hij is blank. Vrij ongewoon voor een wereldkampioen sprint. Maar in expressiviteit na zijn verrassende indoortitel op de 60 meter deed de Brit allerminst onder voor zijn donkere collega-kampioenen. Kilty explodeerde van vreugde, ramde met de vuist op zijn borst en schreeuwde dat hij, en hij alleen, the champion is. Usain Bolt had hem niet kunnen overtreffen.
Een baasje, die Kilty. Dat maakte hij na de finale wel duidelijk. Maar in Sopot een baasje met recht van spreken. Want de 24-jarige Brit met zijn kortgeschoren kop liet een staaltje sprinten zien waar de kenners met bewondering over spraken. Tijdens de trainingen in Sopot was Wigert Thunnissen al opgevallen hoe scherp Kilty is. Hij straalde een en al vorm uit. Die kon wel eens voor een verrassing zorgde, dacht de Nederlandse sprintcoach.
Thunnissen was op grond van zijn waarnemingen niet echt verbaasd dat Kilty wereldkampioen werd. „Hij was zo gespitst, zo sterk, zo gretig en in de finale zo effectief dat elke pas raak was. Er ging geen spatje energie verloren. Ik heb genoten van zijn race. En die 6.49 seconden is geen misselijke tijd, hè. Een mooie kampioen.”
De discussie over het vermeende fysiologische voordeel van donkere op blanke sprinters is aan Thunnissen niet besteed. „Of het nu aan de lichaamsbouw of de spiervezels ligt, nooit is wetenschappelijk het bewijs geleverd. En je ziet het: Kilty kan ook wereldkampioen worden.”
Misschien is het wel zijn achtergrond die Kilty omhoog heeft gestuwd. Want om nu te zeggen dat de sprinter uit Middlesbrough de wereldtitel cadeau heeft gekregen, bepaald niet. Kilty heeft de bodem van het bestaan als topsporter gezien. Hij is opgestaan, omhoog geklauterd, heeft zich mentaal vermand en zich de pestpokken gewerkt om het niveau te bereiken waarop hij naar eigen zeggen thuishoort. Als beginnend sprinter heeft Kilty ooit tegen zijn vader gezegd dat hij wereldkampioen wilde worden. Maar hij was op dat moment de enige die daarin geloofde.
Kilty zag zichzelf al schitteren op de Olympische Spelen in Londen. Tot hij niet werd geselecteerd voor de 200 meter, ook al maakte hij deel uit van de A-selectie. Ziekte tijdens de olympische selectiewedstrijden hadden hem op het moment suprème teruggeworpen. De sprinter neemt het Charles van Commenée, de toenmalige hoofdcoach van de Britse atletiekploeg, nog altijd kwalijk dat hij die verzachtende omstandigheid niet heeft meegewogen. En dat liet hij een rancuneus twitterbombardement weten ook.
Kilty zag na de Spelen een vervolg van zijn atletenbestaan niet zitten en besloot te stoppen. Hij kreeg echter het burgerleven maar niet onder de knie. Zware depressiviteit duwde hem naar de rauwe kant van het bestaan. Kilty werd er op een goed moment door de politie van beschuldigd iemand met een honkbalknuppel te hebben bewerkt. Ten onrechte leerde nader onderzoek, waarna de aanklacht werd ingetrokken.
Het werd 2013 en Kilty bedacht dat het leven zo niet kon doorgaan. Stoppen op je 22ste toch wel erg vroeg. Doorgaan maar weer. Maar hoe? Hij had geen coach en geen geld. Met zijn tijdelijk vertrek uit de sport had Kilty ook zijn bijdrage verspeeld van de Lottery, het Britse steunfonds voor olympische sporters. Op kosten van zijn vader begon de sprinter aan een rentree. In de anonimiteit van een atletiekbaantje in Middlesbrough en ter afwisseling langs de boorden van de rivier Tees werkte hij zijn programma af.
Langzaam maar zeker voelde Kilty de atleet in hem terugkeren. Zijn grootste persoonlijke overwinning was de selectie in de estafetteploeg voor de WK, afgelopen zomer in Moskou. Hij werd weliswaar alleen in de serie opgesteld, maar dat deerde Kilty niet. De sprinter was terug in de wereld waar hij volgens zichzelf thuishoort. Met als grootste beloning zijn rentree in de nationale selectie met een permanent verblijf in het nationale sportcentrum in Loughborough.
Dat moment betekende de ommekeer. Want terug in de boezem van Britse sprinttop had hij weer een inkomen uit het Lotteryfonds. Maar belangrijker: Kilty kwam onder de hoede van Rana Reider, de Amerikaanse succescoach die na de Olympische Spelen in Londen naar Groot-Brittannië was gehaald om de sprinters met de hand van en meester te laten kennismaken. Dat werkt bij Kilty, die ontvankelijk is voor de aanpak van Reider en zich in een tijdsbestek van een half jaar liet boetseren tot een topsprinter. Het ambachtswerk van Reider moest alleen nog vertaald worden in prestaties. Nou, dat gebeurde afgelopen weekeinde in Sopot, waar Kilty demonstreerde dat hij met dat pezige lichaam een hogel snelheid kan genereren. Natuurlijk, veel topsprinters ontbraken in de Poolse badplaats, onder wie de titelverdediger en Kilty’s landgenoot James Dasaolu, maar dat zal Kilty een zorg zijn. Wie er niet is, telt niet mee. En een titel is een titel. De trotse Brit wilde dat wel even gezegd hebben.
Hoewel hij verklaarde zijn rancuneuze post-olympische periode te hebben afgesloten, spuwde hij na afloop tijdens de persconferentie nog even zijn gal. Kilty: „Ik ga niet alsnog natrappen, want ik ben mijn teleurstelling van 2012 voorbij. Maar deze titel bewijst het ongelijk van degenen die mij niet voor de Olympische Spelen hebben geselecteerd.” Om er vol trots aan toe te voegen: „Maar nu kunnen ze niet langer om me heen.”