Ze revalideerde tussen de huismoeders in de Bergman Kliniek in Naarden. Ze deed krachttrainingen op Papendal en in Kaapstad, met de nationale selectie. En ze rende in haar uppie langs het zonnige strand van Sotsji, waar ze twee keer naartoe vloog voor haar vriend Sven Kramer.
Na negen maanden blessureleed maakte Naomi van As (30) gisteren in Laren dan eindelijk haar officiële rentree op het hockeyveld, tegen haar oude club HDM. Ondanks de nederlaag (1-2) voerde opluchting de boventoon bij de international, die zich de afgelopen maanden vasthield aan het grote doel: het WK hockey in ‘haar’ Den Haag. „Natuurlijk ben je nerveus als je zo lang niet hebt gespeeld”, erkende ze gistermiddag. „Ik ben blij dat ik over deze drempel heen ben.”
Vrijdag had ze al kunnen spelen, in de uitwedstrijd tegen Den Bosch. Maar het bleef bij een warming-up. Dat veld, die plek – het voelde niet goed. „Daar was het gebeurd. De herinnering, dat gladde veld.”
‘Het’ was op 11 mei vorig jaar, tijdens de play-offs tegen Den Bosch: bij een botsing met keepster Lizzy Koeton, tijdens een shoot-out, scheurde Van As de voorste kruisband van haar rechterknie volledig af. Met pezen uit haar eigen hamstrings werd het gewricht gereconstrueerd. „Ik had een heel dikke knie en best veel schade. En ik ben al wat ouder.”
Maar vol goede moed ging Van As, olympisch kampioene in 2008 (Beijing) en 2012 (Londen), aan het werk, dag voor dag. „We hebben er een feestje van gemaakt. Ik heb met dezelfde mensen gerevalideerd, ook mensen die helemaal niet uit de sportwereld komen. Dat was leuk, gezellig. Je kunt bij de pakken neer gaan zitten als zoiets gebeurt, maar ik heb het op deze manier gedaan.”
Van mijlpaal naar mijlpaal. Fietsen, lopen, hardlopen, de eerste echte hockeytraining. Of een potje latje-tik met de ‘Hockeyclub Kruisband’. Want Van As is, opmerkelijk genoeg, lang niet de enige hockeyster van Laren die bekend is met alle ins en outs van de kruisband. Kim Lammers en Willemijn Bos gingen haar voor, net als Minke Smeets-Smabers in 2005. En na Van As volgde afgelopen zomer Macey de Ruiter.
Vooral bij collega-international Kim Lammers, die precies dezelfde blessure aan dezelfde knie had, kon Van As veel kwijt. „Alles was herkenbaar voor haar. Ik vond het al fijn dat ik me niet bezwaard hoefde te voelen om over mijn knie te praten. Die knie beheerst je leven een beetje.”
Haar vriend Sven Kramer, die na de Spelen van Vancouver (2010), een jaar kampte met fysieke en psychische problemen, was vooral bezig met zijn voorbereiding op Sotsji. „Hij was er wel voor me, al kon hij niet helpen met het revalidatieproces. Het was net voor Sotsji. Hij moest zijn ding doen. Dat moet hij ook van mij.” Het moeilijkste vond Van As dat ze niet meer op haar eigen lichaam kon vertrouwen. „Dat je niet kunt opstaan zonder iets te voelen. Het eerste waar je aan denkt is je knie.”
Bondscoach Max Caldas nodigde haar in januari uit mee te gaan op trainingsstage naar Zuid-Afrika, waar ze dagelijks keihard werkte aan haar herstel. Vaak alleen. „Naomi staat er goed voor”, zegt Caldas op het veld van Laren, waar hij ziet hoe Van As direct een hoofdrol opeist. Caldas is benieuwd naar de volgende stap die de wereldspeelster van het jaar 2009 maakt. Eind mei wil hij haar graag inzetten op het WK. „Het herstel heeft best lang geduurd. Maar Naomi heeft één voordeel: zowel lichamelijk als hockeytechnisch is ze begaafd. Haar balgevoel is nog steeds aanwezig. Bij anderen duurt dat langer. Ze wil alleen fitter worden. Maar ik maak me daar geen zorgen over. Er is tijd zat.”
Zo denkt Van As er zelf ook over, zeker na gisteren. Het was het eerste wat door haar hoofd schoot toen ze haar kruisband scheurde: het WK in haar geboortestad. „Natuurlijk is dat heel speciaal voor mij. Ik heb het WK in Utrecht meegemaakt in 1998, toen zat ik in het Nederlands team voor meisjes B. Dat heeft veel indruk op me gemaakt.”
Van As kan zich er nu goed op gaan voorbereiden. Sinds een week is de terughoudendheid weg, dat onbestemde gevoel dat hoort bij topsporters die terugkeren van een zware blessure. „Het is geen angst, maar je denkt na over je knie. Ik heb best pittige duels gehad, dat hou ik niet tegen. Die knie kan dat wel aan, daar heb ik vertrouwen in. Alleen voelt die rechterknie gewoon anders dan mijn linkerknie. Dat zal nog wel een tijdje zo blijven.”