Een beter milieu begint bij jezelf, was ooit de slogan van de politiek om burgers aan te zetten tot milieuvriendelijk gedrag. Met zo’n simpele boodschap kom je er tegenwoordig niet meer, denkt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur.
Wat de Britten bijvoorbeeld hebben gedaan om mensen ertoe te brengen minder energie te verbruiken: ze konden hun energierekening drukken door met subsidie hun dak te laten isoleren. Een extra impuls kwam toen de overheid ook aanbood bij het isoleren de spullen op zolder te helpen verplaatsen. Ontzorgen. Toen wilde ineens iedereen zijn dak laten isoleren.
In die lijn wil de raad ook in Nederland beter nadenken over campagnes om het gedrag van mensen te veranderen. Vandaag verscheen zijn advies Doen en Laten. Belangrijkste boodschap aan de politiek: denk na over gedrag voordat je burgers wilt stimuleren milieuvriendelijk te handelen. Gebruik de wetenschappelijke kennis die over gedrag bestaat. Dat voorkomt dure acties met weinig effect.
Neem de campagne voor ‘Het Nieuwe Rijden’: leuke tv-filmpjes van stoere kerels die heel langzaam rijden in raceauto’s. Ze zetten hardrijders niet aan tot ander gedrag. Je gaat wél langzamer rijden als je op je dashboard ziet hoeveel benzine je verbruikt. „Directe feedback op je handelen, dat werkt meestal goed”, zegt Marjolein Demmers, voorzitter van de commissie die het advies heeft opgesteld.
Waar is gedragsverandering goed voor? Wat los je ermee op?
„Alleen met gedragsverandering los je klimaatverandering en luchtvervuiling niet op. Gedrag is één van de factoren, naast techniek en wetgeving. Maar in het algemeen is het wel zo dat als je niet goed doordenkt hoe mensen feitelijk reageren op beleid, het onduidelijk is of het gaat werken.”
Wat mankeert er aan de huidige campagnes?
„In het verleden is vaak gedacht dat mensen een rationele afweging maken als je hun informatie en een financiële prikkel geeft. Maar rationele afwegingen bepalen slechts een deel van wat mensen doen. Om ze écht hun woning te laten isoleren, is meer nodig. Je zult per groep moeten bekijken wat hen beweegt.”
Welke campagnes werken?
„In Brabant zijn geslaagde experimenten gedaan om mensen buiten de spits te laten rijden. Mensen kregen een kleine vergoeding, maar misschien nog belangrijker was dat ze zelf planden op welke dagen ze dat deden en dat aan hun omgeving lieten weten. Deze mensen waren daardoor intrinsiek gemotiveerd.”
Zijn alle mensen te beïnvloeden? Of alleen wereldverbeteraars?
„Praten over stereotiepe burgers verengt het denken. Kijk naar wat je wilt bereiken, bijvoorbeeld het mijden van de spits, en vraag je af wat spitsrijders beweegt. Als iemand toch al tegen het einde van de file rijdt, hoeft hij maar een kwartier later te vertrekken. Herken wat je kunt beïnvloeden. Dat verschilt van geval tot geval.
„Je moet mensen niet één generieke rol toekennen. Je moet automobilisten herinneren aan hun rol als wandelaar. En belonen. Als je duidelijk kunt maken dat langzaam rijden gunstig is voor een woonbuurt, wordt een automobilist daar blij van.”
Belonen werkt beter dan straffen?
„Er zijn slimme manieren om mensen tot ander gedrag te brengen. Een bord met ‘Gooi je afval in de prullenbak’ heeft meer effect dan een bord met ‘Gooi geen afval op de grond’. Ik vind kindertekeningen op de weg ook een mooi voorbeeld: het herinnert de automobilist aan wat spelen is.”
Mág de overheid burgers eigenlijk wel beïnvloeden?
„Daar hebben we veel over gesproken. We zijn tot de conclusie gekomen dat het verantwoord is om gedrag te beïnvloeden. Kijk, dat gebeurt toch al. Een belastingmaatregel of een subsidie leidt ook tot gedragsverandering. Het is dus eigenlijk heel logisch.”
Met slinkse methoden verleiden?
„Je moet als burger niet het gevoel krijgen dat je om de tuin bent geleid. Je moet het vanzelfsprekend vinden dat je gedrag is veranderd. Nu worden op wegen drempels en obstakels aangebracht om mensen langzamer te laten rijden. Daartussen geven sommigen dan juist gas! Ga goed na wat werkt. Kostbare maatregelen als drempels? Of de weg smaller maken? Of positieve feedback aan automobilisten via borden?”
Als milieu zo belangrijk is, waarom dwingt de overheid gedragsverandering dan niet af met wetten?
„Dat is een afweging van politiek en samenleving. Veel milieuproblemen zijn in de loop der jaren minder zichtbaar geworden. Klimaatverandering is schijnbaar ver weg. Het is dan de vraag of harde maatregelen effectiever zijn dan creatieve.
„Het energielabel voor huizen was verplicht maar er werd niet op gecontroleerd en huizenkopers vonden het niet zo belangrijk. Het label zou nadenken over een betere energieprestatie moeten stimuleren. Maar als niemand erom vraagt, laat je het achterwege. Verplichten dat ieder huis naar een A-label moet, is waarschijnlijk ook niet effectief. Voor sommige panden is het te duur, of onhaalbaar. Met andere woorden: je moet per geval kijken welke instrumenten geschikt zijn om het doel te halen.”
Is gedragsverandering voorspelbaar? Is er niet een ramp voor nodig? Of een schokkend filmpje, bijvoorbeeld over zielige angorakonijnen? Die hadden enorme impact.
„Misschien. Maar dat is geen reden om als overheid beter na te denken over gedrag. Bovendien is weinig bekend over gedragsverandering na bijvoorbeeld zo’n filmpje over angorawol. In de media lijkt het een stoere actie maar wat het precies uithaalt, weten we niet.”
Moet het Rijk nu ineens een heleboel gedragspsychologen werven?
„Aandacht voor gedrag moet allereerst worden gedragen door de leiding. Daarnaast moet inderdaad kennis worden binnengehaald, bijvoorbeeld door samenwerking met universiteiten en kenniscentra.”