Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

Voetbal

Spring je nou mee of niet?

Zondag speelt Feyenoord weer tegen Ajax // De antisemitische spreekkoren zullen weer niet van de lucht zijn // Hoe voelt het om Feyenoord-fan én Jood te zijn?

Hoe voelt het als tienduizend mensen in een stadion liedjes zingen als ‘Wie niet springt die is een Jood’, terwijl je Joods bent? Terwijl supporters van je eigen club sisgeluiden maken of ‘Hamas, Hamas, Joden aan het gas’ roepen?

„Vreselijk”, zegt Benno Leeser (58). „Je probeert het te verzachten, maar leuk wordt het nooit.”

„Surrealistisch”, zegt Ruben Furman (34). „Het komt vooral ontzettend dom over.”

„Het doet pijn, maar ik vind het niet de energie waard om ertegen te vechten”, zegt Alon Nativ (23).

Leeser, Furman en Nativ zijn Joods. Én supporters van Feyenoord. Hun club staat zondag tegenover aartsrivaal Ajax, waarvan de aanhang zich al jaren met het Jodendom vereenzelvigt. Ajacieden hebben ‘Joden’ als geuzennaam aangenomen en de tegenstanders reageren daarop met antisemitische liedjes. Onder een deel van de Feyenoord-aanhang lijkt Jood synoniem te zijn geworden voor Ajacied. Dat gaat zo ver dat je haast zou denken dat Jodendom en Feyenoord niet samen kunnen gaan.

„Ik krijg vaak vragende blikken: hoe kun je als Jood voor Feyenoord zijn?”, vertelt Ruben Furman, die belijdend Joods is. „Vooral tegenover Joden moet ik me verantwoorden. Hoe kun je achter die club staan als je die spreekkoren hoort? Zelfs tegenover mijn schoonmoeder moest ik het uitleggen. Ze is Joods, voor Ajax en dacht: eindelijk, een Joodse schoonzoon, dan zal hij wel voor Ajax zijn. Maar ik kom nu eenmaal uit Rotterdam, dan is het logisch dat je voor Feyenoord bent. Dat verandert niet als je ergens anders gaat wonen.”

Furman groeide op in het Rotterdamse Hillegersberg, waar hij naar de sjoel ging van de Liberaal Joodse Gemeente. Inmiddels woont hij in Amsterdam. Hij vindt de spreekkoren van zijn medesupporters „kwetsend en heel dom”.

Ik voel me er dubbel bij

Minder kwetsend, maar minstens zo dom vindt hij het als Ajacieden die niets van het Jodendom weten zich Jood noemen. „Maar ik kan het wel los zien van antisemitisme”, zegt hij. „Het is niet leuk om te horen natuurlijk, aan de andere kant heb ik me nooit bedreigd gevoeld. Ik ga ervan uit dat 99 procent van de mensen die ‘Wie niet springt, is een Jood’ brullen niet antisemitisch is. Het is puur Ajax-haat.”

En wat gebeurt er op het moment dat hij zulke leuzen hoort? „Ik voel me er dubbel bij. Als de scheidsrechter een fout maakt, baal je daar net zo van als andere supporters, maar dat uit je anders. Alles wat tegen Feyenoord is, wordt tegenwoordig Joods genoemd: de grensrechter bij een arbitrale dwaling, de voetbalbond KNVB die niet op onze hand is. Ik probeer dat anders te horen dan het eruit komt.”

Op zijn kantoor in het centrum van Amsterdam laat Benno Leeser zijn Feyenoord-verzameling zien. Hij is president-directeur van Gassan Diamonds, de diamanthandel die door zijn grootvader Samuel Gassan werd opgericht. Aan de muur prijkt de beeltenis van John de Wolf, de destijds langharige aanvoerder van het voorlaatste kampioenselftal (1993). Er hangen ingelijste wedstrijdshirts. Leeser was voorzitter van de businessclub van Feyenoord. Als hij niet in het buitenland moet zijn, gaat de Amsterdammer altijd naar zijn club, of Feyenoord nou uit of thuis speelt.

„Als ik hoor dat iemand zich antisemitisch uitlaat, probeer ik er altijd wat van te zeggen”, zegt Leeser. ,,Maar tegen een grote groep? Dat werkt gewoon niet. Ook op de business-seats hoor je dingen over Joden. Ik zeg dan dat het bijzonder kwetsend is. Een keer maakte iemand excuses. Zo iemand is bloedfanatiek, dat herken ik natuurlijk. Hij begrijpt later pas dat hij hele domme dingen heeft gezegd.”

Maar hij hoort ook vaak: Ajax ís toch gewoon een Joodse club? „Terwijl Ajax ondanks een paar Joodse voorzitters en spelers vroeger helemaal niet Joods is. Het is lastig om er iets aan te doen als de supporters van Ajax zich wel zo blijven profileren, met die Davidssterren en Israëlische vlaggen.”

Maar een oplossing heb ik ook niet

Is praten dan de oplossing om spreekkoren uit te bannen? Voorlichting geven aan supporters die zich kwetsend over Joden uitlaten? Ruben Furman denkt van niet: „iedereen weet toch wel wat er is gebeurd in de Tweede Wereldoorlog.”

Benno Leeser: „Het blijft vaak bij het bespreken van het probleem. Maar ja, als ik zelf de oplossing had, had je me daar wel over gehoord.”

Alon Nativ – geboren in Israël, opgegroeid in Rotterdam en nu student aan de Hotelschool in Scheveningen – denkt dat ingrijpen zinloos is. Nativ: „We moeten toch gewoon onderscheid kunnen maken tussen een echte Jood en iemand die voor Ajax is? Een woord mag meerdere betekenissen hebben.” Aan de andere kant vreest hij dat voor een deel van de Feyenoord-supporters het onderscheid juist vervaagt: Jood komt gelijk te staan aan Ajacied.

Die bijnaam kun je niet veranderen

De afkeer van Ajax kan zo het antisemitisme voeden, denkt Nativ. „Maar die bijnaam is al zo ingeburgerd dat we daar niets aan veranderen. Ze zullen zich niet ineens de Pinokkio’s gaan noemen. Jonge Ajacieden weten niet anders dan dat zij Joden heten. Dat is voor hen net zo gewoon als Sinterklaas vieren.”

Nativ is nog niet zo lang supporter – lang had rugby zijn voorkeur. Hij is drie keer in de Kuip geweest. „Heel gezellig en warm. De eerste keer vond ik het stadion gigantisch.” Hij is aangestoken met het Feyenoord-virus door zijn vriend Eytan Scheimann, ook Joods. Diens broer Samuel speelde tien jaar in de jeugdopleiding van Feyenoord en komt nu uit voor Maccabi Haifa. Warner Hahn is eveneens een goede vriend van Nativ. De keeper van FC Dordrecht speelt vanaf volgend seizoen in Rotterdam-Zuid. „Dus dan zal ik er nog vaker zijn.”

Spreekkoren of niet, ook Benno Leeser laat zich niet wegjagen. „Ik kom hier sinds 1963. Op zaterdag bedelde ik een paar gulden bij mijn grootvader om zondag de trein naar Rotterdam te kunnen betalen.” Belangrijker dan dat er een einde komt aan de spreekkoren, vindt hij het dat er weer uitsupporters worden toegelaten – zondag is publiek van Ajax niet welkom in de Kuip. „Dat is zo zonde”, zegt Leeser. „Feyenoord-Ajax is de mooiste wedstrijd van het jaar. Ik hoop dat de supporters in de toekomst gewoon door elkaar kunnen zitten en normaal tegen elkaar doen.”