Sinds 2001 stak de EU zo’n 500 miljoen euro in onbemande vliegtuigen die illegale immigranten op zee moeten opsporen en allerlei taken boven land verrichten, blijkt uit een gezamenlijk onderzoek (pdf) dat de burgerrechtenorganisaties Statewatch en Transnational Institute vandaag presenteren.
De Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de EU, mag officieel niet investeren in militaire technologie. Dat wordt gezien als een nationale taak, van de lidstaten dus. Toch gingen er via tientallen onderzoeksprojecten honderden miljoenen euro’s naar defensiebedrijven, schrijft NRC-redacteur Wilmer Heck vandaag in de krant:
“Het geld voor de eerste ‘civiele’ droneprojecten kwam vooral uit subsidies voor ‘research and development’. De defensiebedrijven deden daarvoor onderzoek naar de ontwikkeling van drones voor transport, communicatie en toezicht op de naleving van milieuwetgeving. De defensie-industrie kreeg nog makkelijker toegang tot het geld nadat er er in 2007 een subsidiepot kwam voor ‘veiligheid’. De meeste subsidie, meer dan 100 miljoen euro, is sindsdien naar de ontwikkeling van surveillancedrones gegaan die bootjes met illegale immigranten in de Middellandse Zee moeten opsporen. De verwachting is dat het agentschap voor grensbewaking, Frontex, die ergens in de komende jaren gaat gebruiken.”
Meer dan 90 door EU gefinancierde projecten
De burgerrechtenorganisaties hebben meer dan 90 door de EU gefinancierde drone-projecten gevonden. Burgers zijn daar niet van op de hoogte en er wordt onvoldoende toezicht op de besluitvorming gehouden, aldus de opstellers van het rapport.
De meeste projecten richten zich op grensbewaking en surveillance, maar soms gaat het iets verder. Heck:
“Zo moet de Aeroceptor de politie in staat stellen “niet-meewerkende voertuigen op afstand tot stoppen te brengen”. Daarvoor wordt het toestel uitgerust met luidsprekers, maar ook met apparatuur die de motor kan storen, netten die de wielen doen vastlopen en apparatuur om banden door te prikken. Andere droneprojecten richten zich op toezicht op landouwgronden en de naleving van milieuregels, zoals drones voor de opsporing van olielozingen op de Noordzee. Er werd ook een Some-ufo ontwikkeld om actieve vulkanen van dichtbij te bekijken, een Firerob om brand te bestrijden en Guardians die in zwermen door stedelijk gebied kunnen vliegen om giftige chemische stoffen te detecteren.”
Op zijn vroegst in 2016 zal de EU drones toestaan in het luchtruim voor burgerlijk vliegverkeer. Tot die tijd is voor beroepsmatig gebruik van drones een ontheffing nodig.
De ontwikkeling van drones was tot nu toe vooral een Amerikaanse bezigheid, maar de Europese Unie is aan een flinke inhaalrace bezig. Lees er vandaag in NRC.next (digitale editie | artikel) meer over.