Nog even fris, vrolijk en leuk als toen. Nog steeds heeft Katarina Witt (48) de uitstraling waarmee ze in de jaren tachtig aan de wereld toonde dat mensen uit de DDR konden lachen. ‘Kati’ danste, draaide en sprong zoals geen kunstrijdster dat eerder had gedaan. Huppelend van plezier. Met veel bravoure. Zo veroverde ze in Serajevo (1984) en Calgary (1988) de gouden medaille.
Zo zou ze weer kunnen stralen en springen op het ijs. Zoals in het Saddledome van Calgary waar ze de zwarte Amerikaanse Debi Thomas in The Battle of the Carmen (beiden schaatsten op de operamuziek van Georges Bizet) tot groot verdriet van de Amerikanen versloeg. Hier was politiek in het spel. Het Westen tegen het Oosten, de VS tegen de DDR. De tijd van de Koude Oorlog.
Katarina Witt werd door Time ‘het mooiste gezicht van het socialisme’ genoemd. „Door mijn uitstraling werd ik positief benaderd”, weet Witt. „Ik heb de DDR trots gemaakt. Ik werd het uithangbord. Het was een naïeve kwalificatie van de Amerikanen. In de DDR bestonden zowaar ook groene weiden, er waren ook leuke meisjes. Alsof alles er grauw en grijs was. Ik heb onbewust de deur geopend naar de DDR. Ik was een positieve ambassadrice van de DDR.”
Ondanks het systeem van onderdrukking heeft ze veel te danken gehad aan de DDR, zegt ze. Het was toch haar land. Ze heeft er op haar vijfde kunstrijden geleerd. Ze heeft er geleerd door te zetten en haar talenten te gebruiken. „Ik trainde dagelijks zeven tot acht uur. Dat heeft me tot de gedisciplineerde vrouw gemaakt die ik nu ben. Ik zou voor geen geld zijn weggegaan. Mijn ouders, familie en vrienden leefden er. Die zou ik nooit verlaten. In het Westen, in een groot huis, met veel geld en dure auto’s, zou ik me eenzaam hebben gevoeld, ver van mijn geliefden.”
Of er afgunst was van mensen die meenden dat ze bevoorrecht was? „Die zijn er altijd. Maar velen wisten dat ik vreselijk hard werkte. Om medailles en titels te winnen. Ik heb er niets voor gekregen. Dankzij mijn gouden medaille in Calgary kwam ik boven aan de wachtlijst voor een auto en een woning. Dat was mijn premie. Ik moest de auto, een Lada met een zilveren grill, zelf betalen. De huur voor een woning van 32 vierkante meter moest ik zelf betalen.”
Ze heeft veel geluk gehad, beseft ze. „Ik hoorde en las pas later hoe andere mensen moesten leven. Hoe sporters werden gedwongen doping te nemen. Ik deed aan kunstrijden. Daar was geen doping voor nodig. Ik leefde in mijn eigen wereld. Later ontdekte ik dat er door de Stasi een dossier van mij van 3.000 pagina’s was aangelegd. Vanaf mijn jeugd was ik van minuut tot minuut gevolgd. Dat was echt schrikken.’’
Naar het buitenland reizen was nauwelijks een voorrecht, meent ze. „Ik ging niet op vakantie. Ik moest wedstrijden rijden. Als ik buiten de ijshal en het hotel kwam zag ik dat er in het Westen armoede was, drugsgebruik, werkloosheid, racisme. Wat ik bij ons niet kende. Ik kon zien dat het vrije Westen geen paradijs was, zoals in de DDR werd gedacht. Mensen die reizen leren van andere culturen.”
Het leven van topsporter heeft haar verrijkt. Daarom staat ze nog volop in de belangstelling. Als tv-presentatrice, schaatsanaliste, als actrice in films en tv-series. Het zwarte gat kent ze niet. „Ik wacht niet af. Ik wil verder. Ik ben creatief. Ik denk en doe in het heden. Met vroeger ben ik niet bezig. Laatst vroeg Yahoo me voor een olympisch filmpje. Of ik bij De Muur wilde gaan staan. Dat is hier om de hoek. Ik was er nooit geweest. Aha, dit is nu De Muur. Ik keek naar beelden van vroeger in de DDR in de televisieserie Weissensee. Dat was voor mij een andere planeet.”
Ze staat positief in het leven, zegt Kati Witt. Laatst was ze verdrietig. De bewoners van Beieren wilden geen Winterspelen, vooral omdat het milieu werd aangetast. Als chef van Winterspelencampagne rond München 2018 was ze teleurgesteld. „Juist mensen in een deelstaat die van wintersport houdt en leeft, protesteerden. Als ex-sporter en voorvechter van olympische ideeën kon ik het niet begrijpen. Als het was doorgegaan zou het goed zijn gekomen. We waren de discussie aangegaan. Ik ben niet voor boycot. Boycot leidt tot niets. Ik ben voor dialoog. Sporters, jonge mensen die jarenlang dagelijks hebben getraind en gedroomd, staan bij een boycot in de kou .”
Analist
Ze gaat naar Sotsji, voor de vierde keer naar de Winterspelen, weer als analist bij het kunstrijden voor televisiezender ARD. „Er is daar veel verkeerd: corruptie, politieke onderdrukking. Maar waar moeten we dan heen? Alleen naar landen waar alles eerlijk gaat? Waar is dat? Olympische Spelen kunnen het land veranderen. De wereld komt er binnen, met nieuwe invloeden.”
Ze gaat terug in de tijd dat de DDR werd afgewezen en vooral naar hoe mensen uit de DDR werden neergezet als grauwe, monddode onderdrukten. „Ik houd er niet van als mensen zeggen: ‘wat wij doen is het beste, dat zou iedereen moeten doen.’ Elk land heeft zijn eigen taal, cultuur, religies en tradities. De wereld heeft veel kleuren. Als je zoals ik veel kan reizen, kun je respect voor anderen ontwikkelen. Het doel van de sport is niet systemen tegen elkaar opzetten. Het doel mag niet zijn: wie de meeste medailles wint, heeft het beste sportsysteem. Zo ging dat in de DDR, en ook in West-Duitsland en de Verenigde Staten. Daar moeten we van leren.’’
De ernst op haar gezicht maakt plaats voor vrolijkheid. Het voelt niet als een pose. Zo is ze op haar best, vanaf de eerste jaren dat ze op schaatsen stond en door trainster Jutta Müller werd opgemerkt als een meisje met talent en vooral met doorzettingsvermogen. Katarina Witt staat graag in de belangstelling. „Het heeft me nooit gestoord als mensen mij aanklampen. Ik ervaar aandacht als een compliment. Dat is altijd mijn grootste kracht geweest. Nog steeds.”