Oud geworden mannen zijn ze. De ene is wat moeilijk ter been, de andere niet echt blakend van gezondheid. Het is hun 35ste verjaardag als tv-duo. Maar eigenlijk werken de broers Bastiaan en Adriaan van Toor, zoals ze officieel heten, al veel langer samen. Hun broederschap is een huwelijk in goede en kwade dagen. Dag en nacht trokken ze met elkaar op, elke dag van de week, elke week van de maand, elke maand van het jaar. Tot tien jaar geleden.
Hun wegen scheidden professioneel, de kranten stonden vol over de al dan niet vermeende ruzie tussen de broers, Adriaan werd getroffen door speekselklierkanker, Bas werd beschuldigd van fraude, Aad werd doodverklaard op Twitter, en dan was er nog de klacht van een vader wegens mishandeling. Bas zou zijn zoontje in het gezicht hebben geslagen. Er volgden optredens met politiebescherming. Bassie-gate werd breed uitgesmeerd. „Jaloezie uit de showbizz – de ijle zucht van de nietskunner en nietshebber – en gemene roddels van de linkse pers”, concludeert Bas van Toor.
Willen hij en zijn broer geen dubbelinterview geven? „Nee, ik heb geen trek in een face-to-face-gesprek. Al te veel narigheid gehad met journalisten. Als ik wat te melden heb, zet ik dat wel op mijn eigen website met 100.000 hits per maand.”
Ook broer Aad ziet zo’n dubbelinterview niet zitten. „Dan zetten journalisten mijn naam bij uitspraken van Bas en omgekeerd.” Hun vertrouwen in de media is niet groot. Maar de trots over wat ze in hun carrière hebben bereikt, weegt zwaarder. Er volgt een mailwisseling. Ze sturen filmpjes en foto’s uit hun beginjaren.
Sixpack
Op een foto van Atletiekvereniging de Wega’s staat een trainende jongen van 18. Sixpack en een nauwsluitend Speedo-achtig broekje. Het is Bas. Hij was nog geen 10 toen hij zijn vader, een verzetsheld, in 1945 voor het laatst zag. Weggevoerd door de Duitsers. Met zijn broer sliep hij in een éénpersoonsbedje op een kamertje van anderhalf bij twee meter. Zijn moeder moest zichzelf en haar twee zoontjes in leven zien te houden met 17 gulden per maand, „met de dank van de regering”. Bas: „Vandaar dat ik nog altijd een hekel heb aan alles wat naar autoriteit ruikt.”
Al na vijf jaar lagere school was verder leren geen optie. Bas moest aan het werk, helpen om het arbeidersgezin (er waren intussen een stiefvader, een stiefzus en een stiefbroer bijgekomen) te onderhouden. „Een verhaal van 26 ambachten en 48 ongelukken.” Hij werkte achtereenvolgens in een touwfabriek, een koekjesfabriek, blikte haring in, verkocht ijsjes op het strand, bouwde steigers, plukte bonen en tomaten, werkte in de haven als balensjouwer, maakte scheepsruimen schoon en zo nog een stuk of wat van dat soort baantjes. Bijna altijd werd hij ontslagen wegens ‘te geinig voor de werkvloer’.
Hij droomde al sinds zijn tiende van een leven op het podium en belandde in een cowboyband, maar was ‘te solistisch om in clubverband te spelen’. Toen volgde het zoveelste baantje: er kwam een circus in de stad en dat hielp hij mee op te bouwen. Hij sloot zich aan bij de tournee van de rest van de crew en vluchtte van huis weg. Van daar kwam hij terecht bij een Belgisch circus. Bas’ stiefpa schreeuwde hem nog na dat de schoolmeester gelijk zou krijgen: „Jij groeit op voor galg en rad.” Bas riep terug dat hij misschien wel heel beroemd zou worden.
Na enkele maanden stond hij weer voor de deur met nog meer gaten in zijn broek. Maar ook met een plan. Hij overtuigde zijn 13-jarige broertje Aad om een acrobatenduo te vormen. Terwijl Aads vriendjes vrolijk buiten speelden, moest hij elke dag trainen. De rollen waren meteen verdeeld, Bassie werd met zijn 1,60 meter de ‘onderman’, Aad stond altijd het hoogst. Bij voorkeur bovenop Bas, hoofd op hoofd. Hun eerste optreden hielden ze voor de plaatselijke geitenfokvereniging. Hun gage: een tientje. Een sporthal om in te oefenen was er niet, maar ze hadden de keuken. Meteen ook de verklaring waarom keukenstoelen het hoofdingrediënt waren van de act waarmee ze als acrobatenduo The Crocksons de hele wereld rondreisden.
De befaamde stoelenact: men neme een tafel – eventueel nog met een tafel daar bovenop. Op die tafel komen vier lege champagneflessen met daarbovenop een plankje. Daarop nog eens vier flessen en een plankje, en daarop nog eens vier flessen en een plankje. Dan volgt de eerste keukenstoel. De tweede stoel zet men met slechts twee poten op de rand van de eerste stoel. De derde stoel vormt het sluitstuk van de scheve keukenconstructie. Op de leuningen van de stoelen maken de jonge Bas en Aad een handstand. Eén minuscule foute beweging en ze riskeren hun nek te breken. Het zegt veel over de band tussen de broers. Blind vertrouwen.
Een jaar of tien werkten de twee acrobaten in Nederland, daarna zochten ze het avontuur op. Alles wat ze bezaten dat kon roesten of rotten, verkochten ze. Ze toerden in 26 landen, van Duitsland tot Brazilië. The Crocksons waren internationaal een grotere naam dan Bassie en Adriaan ooit zou worden.
Enkele jaren terug ruilde Aad de Nederlandse polders in voor de Spaanse zon. Negen maanden per jaar woont hij in zijn villa in Benalmádena bij Torremolinos. In zijn zwembad liet hij een mozaïekpatroon inbouwen met de drie stoelen, een verwijzing naar wat voor hem de mooiste periode uit zijn carrière is geweest.
Benidorm
Bas woont in Vlaardingen, vlak bij zijn geboorteplaats. Zijn drijfveer in het leven? „Nooit meer terug naar de armoede.” Zijn schrale jeugd heeft van hem een vechter gemaakt, en een harde, dat ook. Hij legde zijn broer en zichzelf een spartaans werkritme op. In de Spaanse toeristenstad Benidorm werkten ze maandenlang in sala de fiestas ‘Granada’. Elke avond speelden ze in de uitverkochte nachtclub voor 1.600 man. Vakantie namen ze niet. En toen Bas de vele Nederlandse kinderen op het strand opmerkte, rook hij handel.
De nachtclub toverde hij overdag om tot kinderclub. Samen met Aad zette hij een Nederlandse show in elkaar voor Nederlandse kinderen. Die werd zo’n succes dat al snel een show in het Duits volgde voor de Duitse toeristen, één in het Spaans en één in het Engels. Tussen de matinee en de avondvoorstelling schreven ze ook nog liedjes voor André van Duin, Conny Vink en Frans Vrolijk. Bas wist dat je je contacten in de showbizz warm moet houden. Het kan zo gedaan zijn.
Pas afgelopen zomer nam hij definitief afscheid van het grote podium. Hij stond er al tien jaar op zonder zijn broer. Hij trok nog altijd volle zalen voor zijn twee uur durende voorstellingen. „Maar zo’n werkdag van twaalf uur is niet meer verantwoord voor een man van 78.” Hij houdt het nu bij enkele kleinschaligere optredens per maand. „Je kunt me boeken voor actes de présence in winkelcentra of voor een sessie ‘met Bassie op de foto’ op andere evenementen. Ik luister ook bruiloften, verjaardagen en communiefeesten op.”
En er komt een bioscoopfilm: De neefjes van Bassie & Adriaan. In hun eerste bioscoopfilm worden Bassie en Adriaan ontvoerd. Hun twee neefjes besluiten hun ooms te gaan redden. De audities (voor de neefjes) zijn eind deze maand. Ze moeten kunnen jongleren, buikspreken of goochelen.
Bionische clown
Het geld dat Bas in de loop van de jaren verdiend heeft, belegde hij in onroerend goed. Hij laat twee pandjes ombouwen ‘tot een woning voor bejaarden’. Inclusief elektrische trapliften voor hem en zijn vrouw. Zijn jaren op het podium eisen hun tol. Binnenkort krijgt hij een nieuwe rechterknie. In het najaar een nieuwe schouder. Zijn rechterheup is 22 jaar geleden al vervangen en zes jaar geleden kreeg hij een nieuwe linkerknie. „Ik doe stilaan een gooi naar de titel bionische clown.”
Terug naar The Crocksons. In 1975 keerden Aad en Bas terug naar Nederland. Op dat moment nog sterk en lenig, maar met de belofte aan elkaar om er in 1980 de brui aan te geven. Na 25 jaar acrobatie was het tijd voor iets nieuws – met dank aan televisiepresentator Rudi Carrell.
Bas en Aad schreven wel vaker teksten voor Carrells tv-show en in de jaren zestig had hij een act nodig voor de circustournee van de toen razend populaire Pipo de Clown. Bas en Aad maakten het clownsnummer en bedachten er twee extra clowns bij. Carrell vergat daar acteurs voor te zoeken en drie dagen voor de première trommelde hij Bas en Aad op om zelf de rollen op zich te nemen. De twee traden op in Carrells tv-shows en maakten een tournee met onder meer Willeke Alberti.
De latere mediamagnaat Joop van den Ende was op zijn zeventiende toneelmeester in een zaal waar Bas en Aad vaak optraden. Hielp hij hun spullen mee naar de auto dragen, dan kreeg hij 2,50 gulden. In 1975 kwam het duo hem weer tegen, hij was intussen in de tv-wereld beland. Ze vertelden hem dat ze een kinderprogramma wilden maken over een werkloze clown en acrobaat – de inspiratie kwam uit hun eigen leven. De KRO wilde niet, die had Peppi en Kokki al, maar de TROS hapte toe. In 1978 was de eerste avonturenserie van Bassie en Adriaan op de televisie. De belevenissen van een domme goedzak die graag slagroomtaartjes eet en zijn vriend, de lenige vaderfiguur die altijd raad weet.
Acteerervaring hadden de twee niet en dat was te zien. Ze keken onwennig in de camera en misten de microfoon in hun handen. Ze deden alles zelf. Geld voor special effects was er niet. Ze knutselden zelf de badkuip in elkaar die uit een rivier op een terras werd gekatapulteerd en de pop die boef B 100 moest voorstellen.
Aan de serie zat ook een educatief kantje. Adriaan legde Bassie – ‘ik ben wel dom, maar niet slim’ – uit wie de originele inwoners van Amerika waren, hoe wijn wordt gemaakt en ook wat hij voor het oversteken van een straat moet doen. „Kijk links, kijk rechts en nog een keer, want dan doe je ’t pas goed.” Alles werd in vrolijke liedjes gegoten. Tien series lang en zo’n 250 losse afleveringen.
Toen ze afscheid namen van producent Van den Ende, hielden ze zowat alles in eigen handen. Het componeren van de muziek, de regie, de productie, de montage, de boekhouding, de rekwisieten, enzovoort. En wat zij niet deden, deden hun vrouwen wel. Een echt familiebedrijf, dat hen een aardige duit heeft opgeleverd. Hoeveel, dat willen ze niet kwijt. „Maar wij kunnen heel goed leven.”
En dan is er opeens een telefoontje. „Hallo, met de leukste man van Nederland! Verrassing, Bassie aan de lijn.” Aan de telefoon wil hij wel met me praten. En na een tijdje vertelt hij dat ik ook wel eens bij hem thuis zou mogen komen. „Maar een fotograaf komt er niet in. Dan krijg ik de vraag waarom ik vier auto’s nodig heb, of waarom ik buitenissige tv-schermen heb staan.”
De man in burgerpak lijkt niet erg op die in clownspak. Het is een zakenman die trots is op wat hij uit de grond heeft gestampt en zich de kaas niet van het brood laat eten. Hij is heel kieskeurig in door wie hij zich laat omringen. „Ons beroep is één grote leugen. Privé ben ik geen slagroomtaartjesfiguur. Het stoort me dat mensen tegen me praten alsof ik een kind ben. Het pleit niet voor hun intelligentie, maar natuurlijk wel voor mijn talent. Ik heb een reputatie opgebouwd als een gigantische boerenlul. Iedereen gelooft erin.” Er volgt een bulderlach.
Bas mag dan wel, net als zijn broer, tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau zijn benoemd en maatpakken dragen („ik hou van mooie kleding, maar het moet ook wel, met mijn koboldfiguur”), hij blijft een jongen van het volk. Toen de Nederlandse actrice en zangeres Georgina Verbaan een foto met haar kinderheld wilde, zou Bas in haar oor hebben gefluisterd: „Kom maar even bij Bassie op schoot zitten. Als je iets hards voelt, het is geen pistool.”
Of neem zijn ontmoeting met eurocommissaris Neelie Kroes. „Samen met haar, een minister en een reeks hotemetoten uit de Tweede Kamer zat ik in een vip-busje. We zouden op het strand T-shirts uitdelen aan kinderen. ‘Houd de Noordzee rein’, was de boodschap. Ik vroeg Kroes met welke onzin we nu eigenlijk bezig waren. Hoe vervuilen die kinderen de zee? Met een plasje, hoogstens een drolletje. We moesten hen niet aanpakken, maar de grote bedrijven – zoals het transportbedrijf van Kroes’ vader – die de vervuiling op hun geweten hebben. Ze vond dat niet aan de orde. Ik zei haar: ‘Je bent laf hé, oude troel.’ Met een rode neus op kun je je zo veel meer veroorloven. Toen ze uitstapte, liet ze haar mensen weten dat ze die clown toch geen aardige man vond.”
Modeltreintjes
Wat was er nu eigenlijk waar van de grote ruzie tussen Bas en Aad? Voor één keer geeft hij niet zijn standaardantwoord – „Wil je een eerlijk antwoord? Ja? Gaat je geen reet aan.” Bas vertelt dat Aad, die eigenlijk al tien jaar aandrong om ermee te stoppen, in 2003 definitief besloot om er een punt achter te zetten. Er was een mooie afscheidstournee gepland langs de grote zalen. Maar zover is het nooit gekomen. Bij Aad werd een gezwel in de kaak vastgesteld – speekselklierkanker. Hij moest meteen worden geopereerd, een stuk van zijn tong werd verwijderd en de rest werd aan zijn kaak vastgemaakt. Praten werd een hele tijd lang onmogelijk.
„Toen mijn vrouw en ik op bezoek gingen, vonden we Aad in een deplorabele toestand. Ik probeerde hem op te beuren.” Bas vertelt dat hij 25 jaar geleden ook kanker had. „Alleen ben ik zo slim geweest om drie maanden naar Spanje te trekken om te revalideren en niemand iets te zeggen. Ik wist hoe hij zich voelde en vertelde dat hij niet bij de pakken neer moest blijven zitten, dat ik mezelf toch ook positief had opgesteld. Hij keerde zich tegen mij, men vliegt nu eenmaal uit tegen wie men het liefste ziet.”
„Ik drink niet, ik ga niet vreemd en mijn hobby is modeltreintjes bouwen”, vertelt Bas. „Ze konden me nergens op pakken, dus hebben ze die zogenaamde ruzie geweldig opgeblazen.” En de fraude dan? In 2006 legde de fiscus beslag op acht panden van Bas wegens belastingontduiking. „Ja, ik moest zwart geld genereren om de jongens van 16, 17 en 18 te betalen die bij me werkten. Dat kon niet officieel, want dan verloren hun moeders hun uitkering. Dat was gewoon een beetje een slordige boekhouding. Niet meer dan een administratief delict, ik heb nog altijd geen strafblad. Ik heb de boete trouwens netjes betaald. En als je het anders opschrijft, kan ik je een proces aandoen.”
Aad komt ook nog even aan de lijn. De feestdagen bracht hij in Nederland door. Heeft hij tips voor zijn broer, om niet in het zwarte gat te vallen? „Oh, maar er is geen zwart gat. Ik ben dan wel al jaren met pensioen, stoppen met Adriaan kan niet. Ik krijg nog elke dag applaus, nu in de vorm van fanmail. En brieven, van 10- tot 60-jarigen. Trouwens, de vergelijking tussen ons gaat niet op. Ik heb het monteren en schrijven van de serie achter mijn bureautje altijd veel aangenamer gevonden dan het optreden. Terwijl Bas, die wil alleen maar op het toneel staan. Wij verschillen in alles.”
De twee vertellen ook altijd ruzie te hebben gehad. „We bekvechten dagelijks”, zegt Aad. „Dat lijkt dan op hevige ruzie, maar onze vrouwen zijn het al zo gewend dat ze ondertussen gewoon vrolijk recepten blijven uitwisselen.” Hoe konden ze dan al die jaren samenwerken? „Ah, we zijn ons hele leven professioneel met elkaar opgetrokken. Maar privé hielden we – ondanks onze bloedband – zo veel mogelijk gescheiden. Waar ter wereld we ook waren, na de voorstelling vertrokken we elk apart naar onze voorkeurskroeg. Daarnaast hadden we ook elk ons vetorecht voor het zakendoen. Ik was de baas over tv en Bas over theater.”
Die taken waren netjes verdeeld in Adrina Produkties (het bedrijf van Aad en zijn vrouw Ina, die trouwens ook de robotstem van Robin in de televisieserie insprak) en Bassie Produkties, die ook de merchandising op zich nam. Bas gaat er prat op dat de twee nooit ruzie hebben gemaakt over geld. „We maakten ruzie over alles, maar niet over geld. Het is de reden waarom zo’n samenwerking als de onze nooit herhaald zal worden.”
Bas heeft na het vertrek van Aad wel nog jarenlang op het podium gestaan met een andere aangever, zijn schoonzoon Evert van den Bos. Waren die shows even goed? „Dat is een kwestie van smaak”, antwoordt Aad diplomatiek. „Bas en ik waren een gebit dat perfect in elkaar zit. Vervang je daar de onder- of bovenkant van, dan zit het nooit meer echt goed.”