Terwijl ik in de keuken een rotje in de vagina van onze poes sta te wringen om deze zo direct tot ontploffing te brengen omdat het Nieuwjaar is, vraag ik me af hoe men aan de uitdrukking de kat zijn kut komt. Het moet toch de poes haar kut zijn? Daarbij wordt in het plat Amsterdams een kut ook weer vaak poes genoemd. De poes haar poes dus! Wat is taal toch ingewikkeld, denk ik en luister naar mijn zoon die mij er op wijst dat de poes een te kort lontje heeft. Volgens hem komen hier ongelukken van. Dit kan mij mijn hand kosten. En als dat gebeurt gaat mijn zoon niet met me mee naar het ziekenhuis. En als er een ambulance moet komen dan zullen zijn vrienden de ziekenwagen in de hens steken en het personeel vakkundig molesteren. Waarom? Omdat het feest is.
„Kijk maar uit dat Dion Graus deze dierenmishandeling niet ter ore komt”, waarschuwt mijn zoon mij op treiterige toon, „hij is de bedenker van de nationale dierenstasi!”
„Wie is dat ook alweer?”, vraag ik me hardop af.
Mijn zoon vertelt dat dat die niet al te snuggere Limburgse PVV’er is die deze week aangifte tegen Jeroen Pauw heeft gedaan omdat die in een televisieprogramma rond Fleur Agema een oud incidentje van Graus genoemd had. En nu is Graus boos omdat hij niet steeds aan die affaire herinnerd wil worden. Het gaat om een aangifte van zijn zwangere ex wier keel hij zou hebben dichtgeknepen. En hij zou haar vader en een minnares hebben bedreigd. Beide zaken zijn geseponeerd. De actualiteitenrubriek Brandpunt zegt dat dat onterecht gebeurd is.
Ik vraag aan mijn zoon hoe hij dat allemaal weet en hij legt uit dat hij dat allemaal gegoogled heeft. Waarom hij die kerfstok van Graus tevoorschijn heeft getoverd? Dat komt door Dion zelf die het beu is dat men steeds op die zaak terugkomt. Daarom sleept hij Pauw voor het gerecht.
„Maar dan wordt die zaak juist weer opgerakeld!”, lach ik tegen mijn zoon terwijl ik onze angstige Moortje aai. Ze heeft nog steeds het rotje in haar grotje. „Ik heb die uitzending van Pauw en Agema gezien en mij was het niet eens opgevallen. Het was zo’n waslijst aan PVV-incidenten. Pauw was aan het eind hees van het lezen.”
„Klopt”, zegt mijn zoon, „maar door die aangifte is het hele land weer wakker. Las ook nog dat een ex-partijgenoot, een zekere Hernandez, hem betichtte van chantage van zijn blonde roerganger Geertje en dat hij gesodemieter heeft gehad met een kozijnenleverancier die hij niet wilde betalen. Dagblad De Limburger heeft een heel dossier over deze Graus en dat is nog dikker dan alles over Jos van Rey en Pietje van Pol samen.”
„Ik zal Teeven eens bellen”, opper ik voorzichtig. Op dat moment belt Achmea met de vraag of ik nog over wil stappen naar hun ziektekostenverzekering. Ik vraag aan de mevrouw of ze ook oogletsel, afgerukte handjes en ontplofte huisdieren vergoeden.
„Een beetje verzekering vergoedt zo min mogelijk”, giebelt de mevrouw van de helpdesk, die ook nog vertelt dat je met oogletsel heel moeilijk de kleine lettertjes kunt lezen. Ze moet er zelf om lachen.
„En vergoeden jullie gipsvluchten?”
„Mits de botten niet buiten de piste gebroken zijn, maar ik geef toe: buiten de lijntjes is het spannender!”, lacht het helpdeskteefje opgewonden.
Op dat moment ruik ik een brandlucht.
„Dat is jouw nieuwe Tesla S”, zegt mijn zoon, „de straat viert feest. Komende Oudejaar gaan we met zijn allen naar het Zeeuwse Vrouwenpolder. Daar komen de jongens uit het Brabantse Veen ook. Dat zijn pas echte deskundigen. Gaan we Ferrari’s fikken! Daar komt het begrip veenbrand vandaan!”
„Waarom Vrouwenpolder?”, doe ik alsof mijn neus bloedt.
„Die hebben de Postcodeloterij gewonnen”, kraait mijn zoon, „dat is die loterij waarmee je miljonair kunt worden en onderhand ook de Derde Wereld helpt. Hele primitieve volkeren brengen ze vanuit ons welvarende Nederland beschaving bij.”
Op dat moment komt mijn vrouw binnen en zij verlost de poes van het rotje. Het wordt Ferrarirood voor mijn ogen. En dan? Dan knijp ik vakkundig haar keel dicht en fluister heser dan hees: „Gelukkig Nieuwjaar.”