Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Economie

KPMG verhulde graag...

Justitie verwijt accountant KPMG ‘witwassen en valsheid in geschrifte’. Het bedrijf koopt vervolging af met 7 miljoen euro en versterkt de focus op ‘ethiek en integriteit’.

Eén van de grotere projecten van Ballast Nedam in Saoedi-Arabië: de King Fahd Causeway. Het is niet bekend of bij dit project sprake is geweest van de door justitie gewraakte praktijken.
Eén van de grotere projecten van Ballast Nedam in Saoedi-Arabië: de King Fahd Causeway. Het is niet bekend of bij dit project sprake is geweest van de door justitie gewraakte praktijken. Foto Ballast Nedam

Het zijn accountantsverklaringen als zo vele andere. Met een standaardzinnetje aan het eind. „Wij zijn van oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft”, schrijft accountant KPMG in elk van zijn verklaringen over de jaarrekeningen van bouwbedrijf Ballast Nedam van de jaren 2000 tot en met 2003.

Maar dat gaven ze niet. KPMG moest een schikking treffen van 7 miljoen euro met het Openbaar Ministerie (OM) over de controle van deze jaarrekeningen, zo maakte het bedrijf gisteren bekend.

De reden? KPMG heeft de accountantscontrole over die jaren „bewust” zo uitgevoerd, dat „betalingen van Ballast Nedam aan buitenlandse tussenpersonen en de daarbij horende schaduwadministratie werden verhuld”. Dat schrijft het OM in een verklaring. Anders gezegd: de accountant kneep een oogje dicht.

Het OM verwijt KPMG „witwassen en valsheid in geschrifte”, licht een woordvoerder toe. De accountantscontrole werd op deze betalingen „bewust niet of nauwelijks uitgevoerd”. Daardoor „bleef de werkelijke bestemming van het geld verborgen”. Of het vage ‘betalingen’ synoniem is voor omkoping, wil het OM niet bevestigen. In een persbericht van begin deze maand gaf KPMG nog aan dat het onderzoek zich richtte „op de mogelijke betrokkenheid van personen uit de KPMG-organisatie” en niet op de firma zelf.

Met het treffen van een schikking is een strafzaak tegen KPMG van tafel. Een gerechtelijke uitspraak volgt in deze zaak dus ook niet meer. Wel trof KPMG (3.200 werknemers in Nederland) intern maatregelen. De partner die de boeken van Ballast Nedam controleerde, is ontslagen – twee anderen twee gingen al eerder met pensioen. Huidig KPMG-bestuurder Jaap van Everdingen, die ook in het bestuur zat toen de zaak speelde, heeft zijn functie neergelegd.

Het bedrag van 7 miljoen euro wordt betaald door zo’n 150 KPMG-partners – gemiddeld bijna 50.000 euro per persoon. Ter vergelijking: het gemiddelde partnersalaris bedroeg vorig jaar ruim 400.000 euro.

Er is intussen een kwartetspel van te maken: bedrijfsschandalen waarbij één van de big four – KPMG, PwC, EY en Deloitte – in opspraak raakt. Eerder deze maand nog PwC na het faillissement van energiebedrijf Econcern. Afgelopen zomer EY in verband met het bankroet van ICT-bedrijf Landis. Vorig jaar KPMG bij het derivatendrama bij woningcorporatie Vestia. Tien jaar geleden Deloitte bij het boekhoudschandaal van Ahold. Deze ‘big four’ zijn verantwoordelijk voor 90 procent van de grote accountantscontroles.

Als zij hun werk niet goed doen, is dat een probleem. Accountants hebben bij wet het monopolie op de uitvoering van een publieke taak: het controleren van de boeken. Een handtekening van de accountant is een synoniem voor de garantie dat wat er in een jaarrekening staat ook daadwerkelijk klópt.

Maar die handtekening blijkt dus niet altijd even veel waard – nu weer die van KPMG. Tijdens een telefonische persconferentie benadrukte bestuursvoorzitter Jurgen van Breukelen gisteren herhaaldelijk dat het om gebeurtenissen „uit het verleden” gaat. Een zaak waarover de „gevoelens van afkeuring” groot zijn. Iets waar in het KPMG van nú zich absoluut niet mee associeert, is de boodschap.

Desalniettemin voelt KPMG dus wel de noodzaak actie te ondernemen. Behalve het wegwerken van mensen die destijds verantwoordelijk waren, neemt het bedrijf maatregelen die de focus op „ethiek en integriteit” moeten versterken.

Klinkt altijd goed, ethiek en integriteit. Maar ook een beetje hol. Concreet doet KPMG dat onder meer zo. De afdeling die zich bezighoudt met fraudeonderzoek – die bestond al – wordt losgekoppeld van de afdeling accountancy . Daarvan moet die afdeling „onafhankelijker” worden, zegt een woordvoerder.

Verder wordt de interne klokkenluidersregeling – die bestond ook al – „nieuw leven ingeblazen”. En KPMG gaat nog eens na wat het „risicoprofiel” van zijn klanten is: waar zitten misschien fraudeurs?

Goed voor de reputatie is het niet, deze nieuwe kaart in het accountancykwartet. Daar is KPMG zich van bewust. Een accountantskantoor drijft op „vertrouwen”, zegt de woordvoerder. Door „transparantie” hoopt de firma de schade te beperken.

Maar transparant over wat er nou eigenlijk precíes is misgegaan, wil KPMG alleen niet zijn. Noch wil het kantoor expliciet toegeven of de uitvoerende accountants inderdaad deden wat het OM hen verwijt.

Niet verstandig, zegt Marcel Pheijffer, hoogleraar accountancy aan Nyenrode Business Universiteit. „Kantoren schieten in de verdediging en beroepen zich op hun geheimhoudingsplicht jegens hun klanten.” Maar hun reputatie is meer gebaat bij „echte openheid”, zegt hij. „Waarom niet gewoon vertellen wat er is gebeurd, als ze er toch zo nadrukkelijk afstand van nemen?” Geheimhouding vormt in dit geval geen belemmering, zegt Pheijffer. „Het gaat over het eigen handelen van KPMG’ers.”

Wat KPMG betreft is met de schikking een „dikke streep” onder deze zaak getrokken, zei bestuursvoorzitter Van Breukelen gisteren. Dat is meer wens dan waarheid: de drie accountants die de besmette boeken van Ballast Nedam controleerden, zijn nog onderwerp van justitieel onderzoek. Als dat tot vervolging leidt, komen er nieuwe details.

In dat geval is de zaak, hoe graag KPMG die ook achter zich laat, nog helemaal niet gesloten.