Tweederde van de Nederlanders vindt dat er te veel migranten uit Oost-Europa naar Nederland komen. De bevolking maakt zich vooral zorgen over de sociaaleconomische gevolgen en vreest dat criminaliteit en overlast zullen toenemen. Dat blijkt uit een kwartaalbericht van het Sociaal en Cultureel Planbureau.
19 procent van de bevolking ziet evenveel voor- als nadelen aan de komst van migranten uit Oost-Europa, 10 procent vindt dat de voordelen groter zijn dan de nadelen en 9 procent weet het niet.
Minder somber over toekomst economie
Nederlanders zijn dit kwartaal minder somber over de economische toekomst. 60 procent verwacht dat de economische situatie de komende twaalf maanden gelijk zal blijven of verbetert. Vorig kwartaal was dat 45 procent. Ook vinden nu meer mensen dat het in het algemeen met Nederland eerder de goede dan de verkeerde kant op gaat: 29 procent, vorig kwartaal 20 procent. Deze recente verbeteringen van de stemming zijn niet terug te vinden in de financiële verwachtingen: onveranderd, verwacht 72 procent.
De daling van het vertrouwen in regering en parlement sinds eind 2012 tot het derde kwartaal van 2013 zet zich in het vierde kwartaal niet door. In antwoord op open vragen tonen veel Nederlanders zich wel ontevreden over het gebrek aan visie en daadkracht van het kabinet. Ze maken zich zorgen over bezuinigingen en vinden dat de politiek de onzekerheid vergroot.
De belangrijkste uitkomsten op een rij:
- Minder somberheid over de toekomst van de Nederlandse economie
- Vertrouwen in de politiek daalt niet verder
- Tevredener over plaatselijk bestuur, maar nationale politiek is interessanter
- Verdringing op de arbeidsmarkt en criminaliteit vaak genoemde nadelen van arbeidsmigranten uit Oost-Europa
- De overheid zou harder moeten optreden tegen uitbuiting
- Polen meer gewaardeerd dan Roemenen en Bulgaren