Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Economie

Een laatste eerbetoon aan dertien bijzondere doden uit 2013

Er gingen dit jaar tientallen miljoenen mensen dood. Vrienden, familie. Mensen van wie gehouden werd. Er waren ook personen bij van wie de invloed verder reikte dan hun naaste omgeving. Nrc.nl licht er net als vorig jaar een aantal uit. Dit zijn dertien bijzondere doden uit 2013.

Met: Nelson Mandela, Lou Reed, Prins Friso, Aaron Swartz, Gerrit Krol, Margaret Thatcher, Johannes van Dam, Maarten van Roozendaal, Thomas Blondeau, Rita Reys, J.L. Heldring, Hugo Chávez en James Gandolfini.

Nelson Mandela (95)

„Education is the most powerful weapon which you can use to change the world.”

Nelson Mandela in juni 2005. Foto EPA

Toen Mandela in juni in het ziekenhuis werd opgenomen, werd er ernstig rekening mee gehouden dat hij snel zou overlijden. Nieuwsberichten werden alvast geschreven, necrologieën klaargezet. Maar Mandela ging niet dood. Niet snel, in elk geval. ‘Kritiek, maar stabiel’, was zo ongeveer alles wat er gedurende de daaropvolgende maanden over hem naar buiten kwam. En langzaamaan verdween de aanstaande dood van Mandela weer naar de achtergrond.

Tot 5 december, pakjesavond, opvallend veel familieleden het huis van Mandela in Johannesburg bezochten. Een paar uur later gaf Zuma in een televisieverklaring de bevestiging. Nelson Mandela, icoon van de moderne tijd, voorbeeld voor de wereld, is rond tien voor negen ‘s avonds overleden. „Ons land heeft zijn belangrijkste zoon verloren.”

Wat valt er na al die woorden, beelden, lofbetuigingen, analyses en terugblikken nog over Mandela te zeggen? Laten we het erop houden dat de woorden ‘inspirator’, ‘verbinder’, ‘voorbeeld’, ‘moed’, ‘integriteit’ en ‘rechtvaardigheid’ het meest werden genoemd in reacties op zijn dood. En laten we hem vooral niet vergeten.

 

Lou Reed (71)

Lou Reed tijdens een optreden in Ahoy in 1996.Foto ANP / Paul Bergen

„The most important part of my religion is to play guitar.”

Zwarte bril, donkere stem. Lou Reed was rock. Zijn muziek: vooruitstrevend en decennialang invloedrijk. Zijn levensstijl: seks, drugs, rock en roll - al is dat inmiddels tot een cliché verworden.

Reed werd bekend als zanger en gitarist van The Velvet Underground, actief in de jaren zestig. De invloed van vier jaar Velvet Underground en evenzoveel platen zou veertig jaar lang stand houden, schreef onze muziekredacteur Hester Carvalho in NRC Handelsblad:

„Bizar, hard, navrant. In de door hippies en optimisme gedomineerde tweede helft van de jaren zestig, was The Velvet Underground als een vuist tussen de bloemen. Drie New Yorkers, een Welshe avant-gardist en een fotomodel uit Keulen lieten horen dat muziek kan stromen als bloed uit de arm van een junkie, kan bijten als een bloedhond en toch de grootste gevoelens van liefde tot uitdrukking kan brengen.”

Daarna volgde een lange solocarrière, met nummers als ‘Walk on the Wild Side’ en ‘Perfect Day. De onderwerpen die Reed bezong waren vaak duister: huiselijk geweld (‘Caroline Says’), vreemdgaan (‘The Kids’), drugs (‘Heroin’) en zelfmoord (‘The Bed’) Ook zong hij over travestie (‘Sister Ray’) en transseksualiteit (‘Lady Godiva’s Operation’).

Reed stierf waarschijnlijk aan een aandoening aan zijn lever.

 

Prins Friso (44)

„Zodra er winstoogmerk is, vervallen eventuele voordelen van het prins-zijn. Dat vind ik prettig.”

Prins Friso in 2006 toen hij vanuit Londen arriveerde op Airport Rotterdam. Foto NRC / Vincent Mentzel

De necrologieën die na het overlijden van prins Friso verschenen, lieten eenzelfde beeld zien: dat van een bescheiden, intelligente en scherpzinnige man. Hij benijdde zijn oudste broer niet om de belangrijke taak die hem als jongetje al te wachten stond. Een bekende, vaak geciteerde uitspraak uit zijn kindertijd kwam symbool te staan voor de houding van Friso: „Je mag Alex wel in elkaar slaan, maar niet doodslaan, want dan moet ik koning worden.”

Friso gedijde goed in Londen, waar hij werkte en woonde. Hij werd er niet herkend. Genoot niet van de zogenaamde voordelen die het prins-zijn te bieden had: in de harde zakenwereld werd hij afgerekend op zijn prestaties. Friso vond dat prettig. In zijn tijd als vicepresident Investment Banking bij Goldman Sachs zei hij: „Een klant bij Goldman kan het niet schelen of ik prins Friso ben of Jan Jansen. Hij wil goed advies. En als prins Friso niet presteert, wordt hij vervangen.”

Op papier is Friso vooral econoom. Maar wie naar zijn nevenactiviteiten kijkt, ziet een wereldverbeteraar, iemand met een grote maatschappelijke betrokkenheid, schreef NRC Handelsblad in een necrologie. Net als zijn vrouw Mabel Wisse Smit, met wie hij in 2004 in het huwelijk trad. Sindsdien was hij een vrij man - al had hij het misschien nooit zo bedoeld. De regering diende geen toestemmingswet in voor het huwelijk, omdat Mabel volgens premier Balkenende onjuist informatie had gegeven over haar relatie met crimineel Klaas Bruinsma.

Deze zomer, 12 augustus, kwam het bericht naar buiten dat prins Friso op Paleis Huis ten Bosch is overleden. De RVD sprak van „complicaties die zijn opgetreden ten gevolge van de hersenbeschadiging veroorzaakt door zuurstoftekort bij zijn skiongeval”. Dat was, na zijn ski-ongeluk in Lech het jaar ervoor, toch nog vrij onverwachts. Friso werd in besloten kring begraven. Bij een herdenkingsdienst in november zei Koning Willem-Alexander dat de wond tekenen van genezing vertoont. „De scherpste randjes van de rouw zijn aan het afstompen.”

 

Aaron Swartz (26)

„Information is power. But like all power, there are those who want to keep it for themselves.”

Aaron Swartz in 2008. Foto Reuters / Noah Berger

Aaron Swartz had een missie. Hij stierf jong, maar zijn handelen stond al ruim tien jaar in het teken van die missie. RSS, Reddit, Wikipedia, creative commons, Open Library. Allemaal toepassingen waar zijn naam aan is verbonden. En allemaal zijn ze gebaseerd op hetzelfde ideologische principe: open access. Vrijheid van informatie. Een open internet voor iedereen.

Swartz liet zich in zijn strijd niet tegenhouden door wettelijke grenzen. Hij zocht ze op, ging er soms iets overheen. Eén keer ging het mis. Hij brak in in het computernetwerk van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) en downloadde 4,8 miljoen academische artikelen, om ze gratis publiekelijk toegankelijk te maken. Diefstal, vond het OM. Mogelijke gevolgen: een gevangenisstraf van 35 jaar, een boete van 1 miljoen dollar.

Op deze video van een bewakingscamera van het MIT is te zien hoe Swartz inbreekt:

Swartz ging eraan onderdoor, zeggen zijn familie en vrienden. 11 januari pleegde hij zelfmoord. Zijn talrijke vrienden en bewonderaars reageerden geschokt. En er was woede. Zijn dood moet niet alleen worden opgevat als een persoonlijke tragedie, schreef zijn familie in een verklaring:

„It is the product of a criminal justice system rife with intimidation and prosecutorial overreach. Decisions made by officials in the Massachusetts U.S. Attorney’s office and at MIT contributed to his death. The US Attorney’s office pursued an exceptionally harsh array of charges, carrying potentially over 30 years in prison, to punish an alleged crime that had no victims.”

Swartz was in zijn hart eigenlijk meer een politiek activist dan een programmeur, hoeveel talent hij voor dat laatste ook had. Zijn lievelingsboek was Het Proces van Franz Kafka.  Ieder detail in dat boek klopt precies, vond Swartz. Als Kafka ervoer hij de wereld.

 

Gerrit Krol (79)

„Meestal schiet je ernaast, faliekant mis. Je rent naar de afgeschoten pijl, die trillend staat in het hout. Je tekent er een roos omheen en de lezer zegt bewonderend: ‘Hoe krijgt hij het voor elkaar.’”

Schrijver Gerrit Krol (L) op archiefbeeld uit 2001. Rechts zijn echtgenote. Foto ANP/Robert Vos

Krol was een bètaman. Studeerde wiskunde, werkte bij Shell als computerprogrammeur. Later bij de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) als systeemontwerper.

Maar Krol schreef ook. In 1962 verscheen zijn debuutroman en in de daaropvolgende jaren zouden er meer dan vijftig boeken van hem verschijnen. De techniek speelde een rol in zijn boeken, als onderwerp, maar ook als schrijfstijl. Krol had de merkwaardige combinatie van een kraakheldere, wiskundige geest en een groot gevoel voor symboliek, schreef boekenredacteur Arjen Fortuin in NRC Handelsblad:

„Klein schrijven is wat Krol zijn hele oeuvre heeft gedaan. Uiterst precies probeerde hij in al zijn boeken, of het nu romans, gedichten of essays waren, zijn brandende nieuwsgierigheid naar het bestaan te bevredigen. Wat zijn de redelijkheden en onredelijkheden in de wereld? Wat is er logisch aan een situatie, wat is er absurd? Hoe hebben die twee met elkaar te maken?”

Voor zijn gehele oeuvre won Krol de Constantijn Huygensprijs en de P.C.-Hooftprijs. Hij overleed aan de ziekte van Parkinson. Een ziekte die hem nog kleiner deed schrijven, zei hij eens.

 

Margaret Thatcher (87)

„There can be no liberty unless there is economic liberty.”

Thatcher op een archieffoto uit 1980. Foto AP

Ze was de langst regerende Britse premier van de twintigste eeuw. De eerste vrouw die die functie uitoefende. En een premier die ruim twintig jaar na haar aftreden nog zoveel weerstand opwekte dat er betogers bij haar uitvaart waren - er werden zelfs feestjes gevierd (en het nummer ‘Ding Dong! The Wich is Dead’ uit de film The Wizard of Oz werd, hoewel uit 1939, weer een toptienhit).

Vriend en vijand zijn het erover eens dat het thatcherisme grote invloed heeft gehad op Groot-Brittannië. Al zijn de meningen verdeeld over de manier waarop. Haar strenge, neoliberalistische beleid van staatsbedrijven privatiseren en de financiële sector dereguleren, zorgde volgens de één voor het opbloeien van een dynamische economie en volgens de ander voor het ten gronde richten van sociale samenhang. Berucht is haar quote ‘de samenleving bestaat niet’, al is ook dat voer voor debat: volgens tegenstanders het bewijs van haar harteloosheid, volgens aanhangers uit zijn verband gerukt.

Twitter avatar David_Cameron David Cameron It was with great sadness that I learned of Lady Thatcher’s death. We have lost a great leader, a great Prime Minister, and a great Briton.

Ook in haar buitenlandbeleid viel Thatcher op. Ze ging een oorlog aan met Argentinië over de Falklandeilanden en introduceerde een felle, onverbeterlijke manier van debatvoeren, die haar buitenlandse collega’s niet gewend waren - al helemaal niet van een vrouw. Thatcher was tegen integratie in Europa („No! No! No!”) maar tekende wel de Europese Akte van Eenwording, naar eigen zeggen omdat ze was misleid door adviseurs. Een goede relatie met zowel Gorbatsjov als Reagan maakte haar tot goede bemiddelaar in de Koude Oorlog.

 

Johannes van Dam (66)

„Een betweter is iemand die meent alles beter te weten. Ik weet beter.”

Johannes van Dam. Foto ANP / Phil Nijhuis.

„Dat wij zijn laatste 10 kregen, was net zo bijzonder als het krijgen van de Michelinsterren”, zei de eigenaar van een Amsterdams sterrenrestaurant na de dood van Van Dam. Johannes van Dam kon restaurants maken of breken. Hij was geliefd en gevreesd, gerespecteerd en soms genadeloos. Zonder pardon deelde hij onvoldoendes uit aan zaken die volgens hem geen goed eten serveerde. En dan bleven die zaken leeg.

In 2011 beoordeelde hij een Spaans restaurant bijvoorbeeld met een 5:

„Het bord ligt wel vol met vliesdunne koteletjes, maar die zijn droog, taai en volstrekt smakeloos. En als klap op de vuurpijl ligt er een grote bonk aangemaakte aardappelpuree bij die ijskoud is. Het met blauwe kaas opgerolde flensje, geserveerd met een blaadje lof en een flintertje membrillo (kweepeerpas), à €3,80, ziet er ook weer prachtig uit, maar is ijskoud, stijf en culinair niet veel soeps. En dan is er Bacalao in salsa, een bakje lauwe saus met de smaak van groene asperges, waarin wat stukjes gebakken kabeljauw liggen (€8,50). Mijn tafelgenoot wordt ongedurig van zo veel gebrek aan kwaliteit en verfijning. Ik probeer hem nog te sussen.”

Van Dam was geen culinair journalist die alleen warm liep voor langoustines of boeuf bourguignon. Hij hield van simpel eten, zoals aardappelpuree - zacht en boterig - en kroketten - niet al te stijf. Hij droomde ervan een boek over kroketten te schrijven, werkte er jaren aan, maar het kwam niet af.

Wat wel afkwam: zijn magnum opus, de Dikke Van Dam. Geregeld wordt er door mensen uit het vak uit geciteerd. Want als het over culinaire zaken ging was Van Dam onverslaanbaar, schreef onze culinair journalist Janneke Vreugdenhil in NRC Handelsblad:

„Zijn kennis was encyclopedisch, zijn toon ongegeneerd pedant. Sinds zijn kindertijd was hij geobsedeerd door waarheid en bedrog. In interviews vertelde hij graag hoe hij als jongetje langs banketbakkers trok om met behulp van een paar druppels jodium te testen of hun amandelspijs wel echt van amandelen was gemaakt en niet van witte bonen met amandelaroma.”

Van Dam overleed op 66-jarige leeftijd, amper een half jaar nadat hij in het ziekenhuis was opgenomen met een hartinfarct. Daar bleef hij de hele zomer wegens ernstige complicaties.

Trailer van De Keuken van Johannes, een documentaire over het leven van Van Dam die dit jaar uitkwam:

 

Maarten van Roozendaal (51)

„Als ik een liedje speel van vier minuten, dan ben jij vier minuten de lul. Je kunt niet even een biertje gaan halen.”

Maarten van Roozendaal in 2008. Foto ANP / Marcel Hemelrijk

De mededeling dat hij niet meer zou optreden kwam voor zijn vele bewonderaars als een klap. Het was februari 2013, Maarten van Roozendaal was jong. Een krappe vijf maanden later overleed hij.

Van Roozendaal was vooral zichzelf, schreef Henk van Gelder in NRC Handelsblad:

„Zijn liedjes vormden een genre op zichzelf: doorleefde spreektaal op grillig meanderende melodieën, vaak tegen het parlando aan, waarin hij hart en ziel een stem gaf. Soms vilein, soms liefdevol, maar altijd zo gulzig en met zo veel inzet dat elk nummer de essentie leek van wat hij op dat moment te zeggen had.”

Het was de sigaret in de mond, het glas drank in de hand, zijn ranke lichaam, warme stem. Zijn scherpe, melancholische, soms wat cynische, vaak humoristische teksten. Van Roozendaal had de dood al menigmaal bezongen in zijn liederen. Hij had de uitstraling van een rockster en de verfijning van een poëet. „Het fijnste van Maarten van Roozendaal is dat hij de wereld van de rockmuziek heeft samengebracht met die van de kleinkunst”, zei zanger Rick de Leeuw onlangs over hem.

Van Roozendaal brak door in 1994, toen hij zowel de jury- als de publieksprijs won van het Amsterdamse Kleinkunst Festival. Uiteindelijk maakte hij twintig veelgeprezen theaterprogramma’s, tien solo en tien in samenwerking. Hij won meerdere prijzen, waarvan de Poelifinario voor de beste cabaretvoorstelling van het jaar - Het Wilde Westen - in 2008 de belangrijkste was. Hij droeg hem op aan zijn grote voorbeelden: Ramses Shaffy, Bram Vermeulen en Freek de Jonge.

 

Thomas Blondeau (35)

„Ik wil best groots en meeslepend leven maar meestal heeft mijn trein gewoon vertraging.”

Foto Jef Boes / De Bezige Bij

Hij overleed geheel onverwachts, door een hartslagaderbreuk. In een interview in nrc.next van het weekend ervoor stond nog beschreven hoe goed het met Thomas Blondeau ging: hij had, na een lange worsteling met liefdesverdriet, net een nieuwe vriendin. En zijn derde boek, pas verschenen, kreeg goede recensies. Collega’s en lezers en vrienden waren het erover eens. Met de dood van Blondeau ging een van de meest talentvolle en beloftevolle schrijvers van Nederland verloren.

Zijn gave om het bijzondere aan het alledaagse te verwoorden, met de nodige zelfspot, blijkt wel uit de citaten - aforismen, stuk voor stuk - die schrijfster Hanna Bervoets van hem op een rijtje zette. „Geluk heeft de neiging je lastig te vallen wanneer je met belangrijker dingen bezig bent”, en „Het hart zegt ja, het verstand zegt: Fuck it, ik ga roken.”

Twitter avatar thomasblondeau Thomas Blondeau Voelde zich nog nooit zo vijfendertig toen hij op aanraden van een tv-kok een bos tijm en een citroen in de kont van een braadkip duwde.

De Vlaamse Blondeau verhuiste vijftien jaar geleden naar Leiden voor een studie Literatuurwetenschap. Hij schreef voor de Leidse universiteitskrant Mare, columns voor De Standaard, verschillende korte verhalen en gedichten in literaire tijdschriften, en drie romans.

trappenhuis

de hemel is van koper
je moet die dag alles maken
zoals het ooit voor haar was

de kamer is prikkeldraad
hier en daar wat wol
geen schaap te bekennen

dat alles op zolder staat
zegt de conciërge die ik op eenzaamheid
betrap maar dan van de vuige soort
slak van het trappenhuis is hij
een man die binnen blijft om
over het weer te klagen

en dan zijn er opeens tredes
zo uitgesleten dat ze podia zijn
waardoor je midden in de nacht
op je borst roffelt van de liftschacht
een kinkhoorn maakt voor dat ene lied
dat je als sinds je kattenknieën aan
het slijpen bent

boven veeg je met wol het zweet van
je voorhoofd en vraagt hoeveel zout nodig is
voor een slakkenhuis leeg genoeg voor echo

 

Rita Reys (88)

„De jazz is er bij mij niet uit te krijgen.”


Europe’s First Ladey Of Jazz heeft vrijwel haar hele leven gezongen. Op haar veertiende begon ze, en ze stopte pas toen ze op 88-jarige leeftijd overleed aan een hersenbloeding. Ze zou zelfs nog optreden in Paradiso, een maand daarna. Zolang het goed ging, en dan bedoelde ze écht goed, zonder breken en zonder piepen, bleef ze zingen.

Reys is de grootste jazzzangeres die Nederland heeft voortgebracht. Haar leven stond in het teken van muziek. Ze speelde in Nederland, New York, Marokko. Met grootheden als Art Blakey en Duke Ellington. Maakte tientallen platen en won tientallen prijzen. Maar naar de bol steeg het haar niet; de Rotterdamse nuchterheid behield ze.

Onze muziekredacteur Amanda Kuyper omschrijft Rita Reys als een ‘eminente jazzzangeres’:

„Haar gevoel voor timing was onveranderlijk sterk; ze bewoog zich elk concert weer anders door de maten. Voor de tel, achter de tel, een beetje hangen. Ze voelde zich steeds vrijer worden, merkte ze eens op. Typisch was ook hoe Reys een kordate, eigengereide leading lady was, en bleef. Een eigenzinnige vakvrouw die in haar band, met musici die soms wel vijftig jaar jonger waren, bepaald geen egotripperij duldde. Luisteren en haar volgen in de muziek moesten ze, ze zong immers niets twee keer hetzelfde. Als kleine jongens pakte ze hen aan, wanneer ze vond dat ze hun ‘huiswerk’ hadden afgeraffeld.”

Twee keer trouwde Reys een jazzmuzikant: slagwerker Wessel Ilker en pianist Pim Jacobs. Het waren muzikaal vruchtbare liefdes: veel samenwerkingen, veel jazz. Beide echtgenoten verloor ze, aan een hersenbloeding en aan kanker. Ze is snel daarna weer gaan zingen. „Muziek is creatief en gevoelig, je kunt jezelf ermee optillen, denk ik. Dan kom je ook door nare tijden heen.”

 

J.L. Heldring (95)

„Er zijn al veel te veel meningen, het columnistendom tiert welig – zo welig dat de lezer, anders dan de bedoeling is, niet wijzer wordt van die baaierd aan meningen, eerder de neiging krijgt te denken: ze zoeken het zelf maar uit.”

J.L. Heldring in Den Haag in 2008. Foto NRC/Vincent Mentzel

Tot het laatste moment, april vorig jaar, schreef J.L. Heldring zijn columns op de typemachine. Tweeënvijftig jaar geleden begon hij met ‘Dezer Dagen’, op de opiniepagina’s. Eerst van de Nieuwe Rotterdamse Courant, later, na de fusie met het Algemeen Handelsblad, van NRC Handelsblad. Bij die fusie speelde hij een belangrijke rol. In die tijd was hij hoofdredacteur. De beginselen van NRC Handelsblad, die nog steeds als leidraad dienen, komen van de hand van J.L. Heldring. Naar eigen zeggen schreef hij ze gewoon „op een zondagmiddag”.

Slechts één keer verzuimde hij het schrijven van zijn column: toen hij zijn nek brak bij een val. Elke nieuwe hoofdredacteur van de krant schreef hij een brief: dat hij zich niet beledigd zou voelen als zijn column zou sneuvelen. Uiteindelijk was het Heldring zelf die aangaf te willen stoppen. „Aangezien ik niet in herhaling van uitgekauwde thema’s wil vervallen, lijkt het me nu beter een einde te maken aan mijn rubriek.” Hij was toen 94 jaar.

Heldring kwam in dienst van de krant in het laatste jaar van de oorlog, als buitenlandredacteur. Na zijn hoofdredacteurschap ontpopte hij zich „als een echte conservatief”, schreef NRC Handelsblad na zijn dood:

„Zijn keuze voor het conservatisme was ingegeven door een pessimistisch, illusieloos mensbeeld. Liberalen en socialisten denken dat er aan de mensheid wat te verbeteren valt en daar geloofde hij niet in. Individueel kan de mens zich van zijn goede kant laten zien maar collectief is hij gemakkelijk te misleiden, zo heeft de geschiedenis aangetoond.”

Het grootste deel van zijn stukken ging over de rol van Nederlandse buitenlandse politiek in internationale betrekkingen. Hij beschouwde de natie als de centrale actor in de internationale betrekkingen - waardoor hij met enige scepsis tegenover verdere integratie in Europa stond. Veel aandacht had hij ook voor taal. Jarenlang kritiseerde hij in zijn rubriek één keer per maand onzorgvuldig taalgebruik, met name in zijn eigen krant:

„Ik geloof dat taal de enige manier is om gedachten te uiten. Schilder- en beeldhouwkunst en muziek geven emoties en impressies weer, geen gedachten. In gedachten zit een keten van redeneringen, de ene volgt op de andere.”

In maart dit jaar kreeg hij de oeuvreprijs voor journalistiek. Sinds vorig jaar reikt NRC Handelsblad jaarlijks een Heldringprijs uit aan de beste Nederlandse columnist. Hans Goslinga van Trouw en Sheila Sitalsing van de Volkskrant namen de prijs al in ontvangst.

 

Hugo Chávez (58)

„Ik ben ervan overtuigd dat het pad naar een nieuwe, betere wereld geen kapitalisme is. Het is socialisme.”

Chavez in november 2012. Foto AFP / Leo Ramirez

Zijn vierde termijn als president heeft Hugo Chávez nooit kunnen beginnen. Hij had darmkanker. Chavéz kon niet meer bij zijn eigen inauguratie zijn. Toen hij overleed, liet hij zijn land en continent achter in diepe rouw - al waren zijn vijanden net zo fel in hun mening als zijn aanhangers.

Venezuela van vóór Chávez is een heel ander land dan Venezuela ná Chávez. Hij hervormde de grondwet, zodat minderheden meer rechten kregen. Langzaamaan kwam de economie steeds meer onder staatsbestuur te vallen. Zijn denken was geïnspireerd op Karl Marx, Napoleon Bonaparte, Che Guevara en Simón Bolívar. Door slimme campagnes populair geworden bij de onderklasse, weerstond Chávez een militaire coup en een referendum. NRC schreef:

„Chávez is het typische voorbeeld van de idealist die, eenmaal op overigens democratische wijze aan de macht gekomen, daar vervolgens aan verslaafd raakte. Hij creëerde zijn eigen heldendom en een deel van de bevolking geloofde er onvoorwaardelijk in. Chávez, de held van de armen. Een statuur die hij zelf ijverig in stand hield door de media naar zijn hand te zetten en door de grondwet zo te wijzigen dat hij telkens kon worden herkozen. Zo voorkwam hij zijn aftreden in 2012 en kon hij zijn positie veertien jaar handhaven.”

Maar was hij voor zijn aanhangers een armoedebestrijder, zijn tegenstanders zagen hem als autoritair leider die de vrije markt vernietigde en de persvrijheid en democratie uitholde. Zijn scherpe uitspraken maakten hem niet populair in het Westen. Zo noemde hij de Amerikaanse president Bush een „duivel” en een „bezopen alcoholist”. Israël vergeleek hij met Hitler en de nazi’s. Over de CIA zei hij dat het hem niets zou verbazen als de dienst kanker zou verspreiden.

Het overlijden van Chávez maakte een einde aan een constitutioneel schimmige situatie, waarin hij officieel het land nog regeerde maar daar door zijn ziekte eigenlijk niet meer in staat toe was. Het hoofd van de presidentiële garde zei dat zijn dood het werk was van de vijand, en insinueerde dat de VS er iets mee te maken zouden hebben, die dat afdeden met „bizarre aantijgingen”. Voor Zuid-Amerikaanse leiders is de dood van Chávez echter een groot verlies. Ze roemden de „informele leider van Zuid-Amerika” om zijn leiderschap.

 

James Gandolfini (51)

The Sopranos all came down to the writing. I wouldn’t have been on for as long as I was if the writing weren’t so good.”

James Gandolfini als Tony Soprano in 1999. Foto AP/ HBO Anthony Neste

Gandolfini brak door met zijn rol van maffioso Tony Soprano en zou altijd een beetje Tony Soprano blijven. De meedogenlozen maar sympathieke crimineel die zichzelf na een paniekaanval onder de loep neemt bij een therapeut. De andere rollen die Ganfolfini later speelde, zoals CIA-directeur in de film Zero Dark Thirty, bevrijdde hem niet van dat stempel. Al had hij er naar eigen zeggen geen last van.

Gandolfini was bescheiden. Bedenker van The Sopranos David Chase vertelde hem meerdere malen dat hij zo’n goede acteur was; net Mozart. „Maar het bleef altijd stil aan de andere kant van de lijn.” Na complimenten over zijn acteerkunsten verwees Gandolfini altijd naar het briljante script. Drie Emmy’s voor zijn hoofdrol en zes nominaties ten spijt.

Gandolfini begreep er ook niets van dat hij werd gecast, ondanks zijn rijke ervaring met criminele rollen. „Ik dacht”, zo zei hij tijdens een interview, „ik kan dit. Maar ze zullen wel een, laten we zeggen, hoffelijker persoon kiezen. Iemand die wat aantrekkelijker oogt.” Gandolfini kon het eigenlijk niet geloven. Zelfs niet nadat die serie was uitgegroeid tot een van de belangrijkste en invloedrijkste televisieseries ooit gemaakt, schreef NRC Handelsblad:

„Met zijn ronde gezicht, forse omvang en al vroeg wijkende haarlijn leek hij voorbestemd om als ‘character-actor’ op de achtergrond te blijven in bijrollen. Maar Gandolfini werd een ster dankzij de vernieuwing en de opbloei van het Amerikaanse televisiedrama van de afgelopen jaren. De castingwetten van de showbusiness golden plotseling niet meer, tot vreugde van Gandolfini en al helemaal van de kijker.”

Het was de hoofdstad van maffialand Italië waar Gandolfini zijn laatste adem uitblies, door een hartaanval. Hij was op weg naar een filmfestival in Sicilië. Daar zou hij eregast zijn.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.