Treurnis op een druilerige donderdagmiddag in het klasje van juf Barbara Wauters. Cavia Natan is niet meer. „Gestorven aan een hartaanval”, zeggen de kinderen. De tienjarige Khalil Arbi wijst naar de hoek van de klas. „Die lege kooi kunnen we gelukkig nog op eBay verkopen.”
Natan was het resultaat van een uitgekiend businessplan. Van de zoektocht naar een geschikte dierenwinkel tot de aanschaf van speeltjes en voedsel. Niets werd aan het toeval overgelaten. Alles werd gefinancierd met de opbrengst van de verkoop van zelfgemaakte koekjes.
Een heuse minionderneming. Al nemen ze dat soort woorden hier niet snel in de mond. Hoezo? Dit is toch een ondernemersschool, waar toekomstige bedrijfsleiders worden klaargestoomd? „Dát is het beeld dat van ons werd geschetst in de media”, nuanceert oprichter Tim Devolder. Het gaat er volgens hem om dat kinderen op een kleinschalige, praktische manier ondernemerschap wordt bijgebracht.
Maatpakken in miniformaat
De vrije basisschool in Antwerpen is in september geopend en heeft 87 leerlingen, die zijn verdeeld over vijf combinatieklassen. Het talent van het kind staat centraal, vertelt Devolder. „Een kind dat later fietsenmaker wil worden, moet de kans krijgen om inspiratie op te doen bij de lokale fietsenmaker. Het ondernemende gedrag wordt hier van jongs af aan gestimuleerd door kinderen initiatief te laten nemen en hun te laten leren van hun fouten.”
De school kan op steun rekenen van prominente figuren uit de Belgische zakenwereld, zoals de Belgische topeconoom Geert Noels. Maar hier is géén plaats voor uitpuilende schooltassen, gedragen door kinderen met maatpakken in miniformaat. „Ondernemerschap uit de boekjes werkt niet”, zegt Devolder. „Als de kinderen binnenkort een bedrijfsbezoek willen brengen aan Philips is dat goed, maar dan moeten ze zélf het vervoer regelen.”
De school ligt in een wijk waar veel allochtonen wonen, 90 procent van de leerlingen is allochtoon. „Allochtone jongeren krijgen weinig kansen in Antwerpen”, zegt Devolder, zelf van Rwandese afkomst. „Ze worden vaak geweigerd aan de schoolpoorten. Ik wil bewijzen dat deze kinderen wél iets waard zijn.”
Vanwege de multiculturele samenstelling besteedt de school veel aandacht aan taal. Zo krijgen de leerlingen al vanaf het derde leerjaar Frans en Engels. En wie de Nederlandse taal nog niet goed beheerst, kan op een gespecialiseerde vakleerkracht Nederlands rekenen.
Op het krijtbord van juf Barbara Wauters (27) staat de volgende tekst: ‘Analyseren is het probleem in stukjes hakken’. Een school die in slechts in een paar maanden tijd is opgericht, vertoont nog een aantal kinderziektes. Aan de kinderen om die problemen aan te pakken. Deze middag op de agenda: de onveilige verkeerssituatie in de nabije omgeving van de school. „Wie wil de notulist zijn?” vraagt de juf aan de elf leerlingen van de klas.
Voorzitter Rudayna Bukuru (10) verklaart de vergadering voor geopend. Khalil Arbi wil de politie vragen om vóór en na schooltijd een gedeelte van de straat af te sluiten. Asmae Amakrane (10) protesteert: zij wil extra zebrapaden omdat dat „efficiënter is”. Kaat Devolder (11), de dochter van schooloprichter Tim, geeft de voorkeur aan snelheidsborden én verkeerslichten. De voorzitter heeft moeite om het debat in goede banen te leiden, net zoals in de grotemensenwereld.
„Bij probleemoplossend denken worden belangrijke vaardigheden aangeleerd die later van pas kunnen komen”, vertelt Tim Devolder bij het secretariaat, dat tot voor kort nog een bezemkast was. Voor een evaluatie is het vier maanden na de opstart naar eigen zeggen nog te vroeg, maar de plannen zijn ambitieus. Al wordt vooralsnog niet aan het buitenland gedacht. Ook al kent Nederland geen vergelijkbare basisschool, uitbreiding is volgens Devolder „nog zeker niet” aan de orde.
Zelf musical regelen
Aan het einde van het schooljaar voeren de leerlingen een musical op voor de ouders. De kinderen zijn verantwoordelijk voor de gehele organisatie om „inzicht te krijgen in het totaalplaatje”. Dat betekent dat ze niet alleen zullen oefenen op zang en dans, maar ook een geschikte zaal moeten afhuren, drank bestellen en een dvd maken. De leerkrachten adviseren slechts, in plaats van dat ze meehelpen met de organisatie. „Een zelfbedruipend proces”, zoals Devolder het noemt. Met de opbrengst van de schoolmusical wordt, in samenspraak met de kinderen, multimedia aangekocht.
Ondertussen is er democratisch gestemd in de klas van juf Barbara Wauters. Er komt een elektronisch verkeersbord met snelheidsaanduiding. Kaat Devolder wil het stadsbestuur inschakelen. Maar hoe? Allemaal naar het stadhuis, een e-mail sturen of een brief schrijven? „Gaan we die brief aan burgemeester Bart De Wever afgeven?”
Asmae Amakrane veert op. „Ik ga hem die brief wel persoonlijk afgeven, ik weet waar hij woont!”