Pauze? Hebben ze geen zin in. Véél te interessant, die kritische dichtheid van waterstofatomen. En heeft de docent een verklaring voor de afwijkende parabool?
Het is kwart voor negen ’s avonds, in een statige zaal in het Beursgebouw in Amsterdam. Met notitieblokjes op schoot luistert een klasje van dertigers geïnteresseerd naar een college natuurkunde.
„Echte hersengymnastiek”, zegt Margriet Rikkers (33) na afloop. Ze werkt bij ING en weet nauwelijks iets van natuurkunde. „Dat is juist de bedoeling. Ik kom na zo’n college met hersenspierpijn thuis, dat is na een werkdag niet altijd zo.” Vriendin Janine van Kampen (33) heeft op haar werk wel met natuurkunde te maken. „Ik ga hierheen om mijn innerlijke nerd te koesteren. Hetzelfde waarom je naar Discovery Channel kijkt, of de krant leest.”
Ze zijn op een doordeweekse avond naar College-Club gekomen. Een initiatief dat colleges aanbiedt voor ‘jonge professionals’. Na werktijd, op hippe locaties in Amsterdam en Rotterdam. Het idee: je komt één keer per maand bij elkaar om twee uur lang te luisteren naar een college van een wetenschapper of bekende spreker. Er zijn telkens maximaal vijf colleges in één collegereeks. Kosten: ongeveer 30 euro per college. De onderwerpen lopen uiteen, van de BRIC-landen en de economie tot moderne kunst en een lezing van Dick Swaab over je brein.
Maar College-Club wil meer zijn. „Het is ook bedoeld om andere werkenden te ontmoeten”, legt initiatiefnemer Frederique Lips (32) uit. Ze richt zich op hoogopgeleide, jonge professionals van 25 tot 39 jaar. Zelf werkte Lips zes jaar in de advocatuur voor ze College-Club twee jaar geleden opzette. Ze past zelf naadloos in het profiel van haar doelgroep. „Ik zou willen dat ik beter had opgelet tijdens de middelbare school, ik miste bij het lezen van de krant vaak een kader met uitleg. Ik had behoefte om me te verdiepen. Avondcolleges waren niet te vinden, daarom zette ik het zelf op.” Ze zocht sprekers uit en koos vervolgens aantrekkelijke locaties om de colleges te geven. „Het moet ook een leuke plek zijn om heen te gaan.”
Veel colberts en blousejes
Het concept werkt. Deze avond zijn er 160 mensen aanwezig. Er zijn drie colleges tegelijkertijd: over India, wereldreligies en natuurkunde. Het publiek is opvallend homogeen, veel dertigers in colberts en blousejes. Slechts een enkeling loopt in een trui, of is boven de 40 jaar. Een korte rondgang leert dat ze goede banen hebben, bij multinationals als Shell of advocatenkantoren.
„Het is wel een netwerkding”, vertelt de 29-jarige Ceciele Simons, die in de pauze met vriendinnen aan de witte wijn zit. Zij werkt bij de Rabobank. „Ik had ervan gehoord via Facebook, ben vorig jaar eerst naar de nieuwjaarsborrel gegaan om te kijken wat voor mensen hierop afkomen. En ja, toen voelde ik me wel gelijk thuis.”
Ze komt er speciaal voor uit Utrecht. „Het is niet zo dat ik met visitekaartjes rondloop. Maar als je in je eentje komt, maak je wel makkelijk een praatje. Ik zie het eigenlijk als mijn studentenvereniging van werk. Je hebt verschillende bedrijfsachtergronden, en dan is dit een makkelijke manier om met elkaar om te gaan.”
Concurrentie voorblijven op werk
Vrijwillig college volgen past in een trend. Bij de Universiteit van Nederland staan colleges online. De uitzendingen van DWDD-University worden veel bekeken. En dan zijn er nog de Massive Open Online Courses, colleges op internet die door videocamera’s in de collegezaal worden opgenomen. „Het is allang niet meer zo dat je na je studie klaar bent met leren”, zegt onderwijskundige Hester Stubbé van onderzoeksinstituut TNO, die trends bijhoudt over ‘zelfsturend leren’. „Voor de huidige arbeidsmarkt moet je je blijven ontwikkelen. Denk aan functies die tien jaar geleden nog niet bestonden, zoals sociale media-experts. Daar bestond geen opleiding voor, mensen hebben dat zichzelf aangeleerd.”
Blijven doorleren helpt je onafhankelijk en flexibel te zijn. „In ieders werk komen nieuwe, onvoorziene ontwikkelingen en nog onbekende taken voor. Wie nu alvast de interesse toont om bij te leren, heeft een voorsprong. Dat zijn typisch ook de mensen die meer verantwoordelijkheid nemen op het werk, en proactiever zijn.”
Arbeidspsycholoog Frank van Luijk koppelt de wil om bij te leren ook aan de crisis. „De concurrentie aan de bovenkant van de arbeidsmarkt is heftig. Al je collega’s zijn goed, anders zijn ze niet aangenomen of waren ze al wegbezuinigd. Je moet je onderscheiden.” Hoewel je na afloop van een reeks colleges van College-Club geen diploma of toetsen krijgt, zijn er wel mensen die hun voltooide cursus op LinkedIn zetten, weet Lips. „Het laat zien dat je breed ontwikkeld bent.”
Toch kun je zeggen dat mensen colleges volgen puur uit strategische overwegingen voor hun carrière. Van Luijk: „Je kunt mensen karakteriseren aan de hand van verschillende persoonlijkheidskenmerken. Eén zo’n kenmerk is het hebben van een open geest, en een open geest gaat vaak samen met intelligentie. Je kunt er dus van uitgaan dat intelligente mensen met goede banen sowieso graag bijleren en nieuwsgierig zijn.”
Waardevolle gesprekken in de pauze
Blijft de vraag over of het wel nut heeft om als bankier de dichtheid van waterstofatomen te doorgronden. Van Luijk: „Praktisch gezien heb je daar natuurlijk niets aan. Al kan algemene kennis in grote bedrijven handig zijn. Je weet nooit hoelang je een bepaalde functie uitoefent.” Volgens onderwijskundige Stubbé is een initiatief als College-Club of een cursus altijd praktisch: „De inhoud van een cursus is vaak maar voor 20 procent relevant. Waar je uiteindelijk het meeste aan hebt, is het uitwisselen van ervaringen met andere mensen, voor, tijdens of na de cursus.”
Dat is volgens oprichter Lips van College-Club ook het onderscheidende tussen haar initiatief en een college op internet. „Natuurlijk kun je in je eentje achter de laptop ook een college volgen. Maar juist de gesprekken in de pauze kunnen tot iets waardevols leiden.”
Aan het eind van de avond staat inderdaad een groot deel van de groep na te borrelen. Floris Duursma (29) ingenieur bij Shell, heeft net het college over India achter de rug. Hij loopt rond met plannen voor een eigen bedrijf, en maakt in zijn vrije tijd meubels. Hij noemt zichzelf „breed geïnteresseerd”. Maar het college viel hem een beetje tegen: „Ik verwachtte iets meer tastbare kennis op te doen. De diepgang miste soms.”
Niet dat hij zo’n Indiakenner is. „Wat ik weet komt uit kranten of van televisie.” Maar ach, het gaf een leuk inkijkje en het biertje met vrienden is gezellig. „Je hebt het er dan toch over.”
Het is wel écht een college, vindt Laura Kienhorst (28) arts, die bij hetzelfde college zat. „Heel kundig. Saai zou ik het niet noemen, wel degelijk.” Ze blijft nog even napraten. Lang gaat dat niet duren, weet ze van de vorige keren. „Morgen moet iedereen weer aan het werk.”