Een dag nadat tientallen mensen zijn gearresteerd in een groot corruptieonderzoek zijn vijf hooggeplaatste politiefunctionarissen ontslagen. Dat meldt persbureau Reuters. Het Turkse openbaar ministerie heeft gezegd dat er nog twee andere aanklagers zijn aangewezen en dat het gaat om drie aparte corruptiezaken.
De vijf ontslagen politiechefs waren gisteren betrokken bij de arrestatie van 22 mensen binnen de overheid en de zakenwereld, onder wie de zoons van drie ministers van Economische Zaken, Binnenlandse Zaken, en Milieu en Ruimtelijke Ontwikkeling. De politiechefs zijn de hoofden van de eenheden die georganiseerde misdaad, smokkel, en financiële misdaden bestrijden.
Hun ontslag wijst er mogelijk op dat premier Recep Tayyip Erdogan zich verzet tegen de operatie. Erdogan heeft de arrestaties een “vuile truc” genoemd, bedoeld om zijn regering te beschadigen. De politie doorzocht gisteren ook het huis van Suleyman Aslan, de directeur van staatsbank Halk Bank. Volgens het Turkse persbureau Dogan werd bij de huiszoeking omgerekend ruim 3,2 miljoen euro in schoenendozen gevonden.
Geestelijke Gülen zou achter corruptiezaak zitten
Volgens veel commentatoren zit de machtige islamitische geestelijke Fethullah Gülen, die ook in kringen van politie en justitie veel aanhang geniet, achter de corruptiezaak. Ook Erdogan zelf verwees daarnaar in een toespraak:
“Degene die door duistere krachten wordt gesteund en bendes kan niet de koers van dit land bepalen. Niemand van buiten of binnen kan de zaken opruien in mijn land en akelige valstrikken spannen.”
Gülen is al enige een tijd in conflict met Erdogan, schrijft NRC vandaag:
Gülen, oprichter van de grote en rijke religieus geïnspireerde Hizmet-beweging, gold lange tijd als een bondgenoot van Erdogans AKP-partij. Beiden streden zij aan zij om de macht van de strijdkrachten te beperken. Nu dat gelukt is, ontstaat er meer wrijving. Gülens relatie met Erdogan is inmiddels gespannen, al blijft hij goede banden onderhouden met een ander deel van diens partij, met name met president Abdullah Gül.