Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Film

Schaars geklede junglekoning houdt de gemoederen al 101 jaar bezig

De kijker moet er de hele film op wachten, pas helemaal aan het eind van de animatiefilm Tarzan 3D klinkt de befaamde oerkreet die onlosmakelijk is verbonden met de schaars geklede koning van de jungle. Maar hij heeft natuurlijk meer te bieden dan die yell. Wie Tarzan zegt, ziet oude zwart-witfilms waarin de titelheld in de jungle van liaan naar liaan slingert, met krokodillen vecht en allerlei andere wilde avonturen beleeft, vaak met Jane aan zijn zijde. Al deze elementen zitten dan ook in deze nieuwe Duitse animatieversie, die ondanks zijn tamelijk droeve kwaliteit ongetwijfeld weer een nieuw publiek weet aan te boren voor het ‘enfant sauvage’ dat nu al 101 jaar de gemoederen bezighoudt.

Edgar Rice Burroughs schreef in 1912 het verhaal dat hem onsterfelijk maakte: Tarzan of the Apes, over het Britse weeskind dat door apen werd opgevoed in de jungle. De 23 vervolgdelen zorgden voor wereldwijde bekendheid. Het gegeven geeft aanleiding tot klassieke vragen als: wat is beschaving? En is de mens in de kern nog steeds een wild beest of is hij volledig gecultiveerd en getemd?

De eerste Tarzan-films werden ten tijde van de zwijgende film gemaakt. De echte doorbraak kwam echter in 1932, toen voormalig olympisch zwemkampioen Johnny Weismuller – voor velen de enige echte Tarzan – gestalte gaf aan de titelheld in Tarzan the Ape Man, een vrije adaptatie van Burroughs’ eerste boek. Weismuller hield het twaalf films vol, waarna hij zichzelf in 1948 te oud vond voor de rol. De twee eerste films van die twaalf werden gemaakt in de tijd dat filmcensuur nog geen vaste voet aan de grond had in Hollywood. Zo bevat Tarzan and his Mate (1934) een scène onder water met een naaktzwemmende Jane (Maureen O’Sullivan). Die scène werd er in latere re-releases op gezag van de Production Code (de katholieke censuur) uitgeknipt. Toen de eerste zes Tarzanfilms met Weismuller in 2005 op dvd verschenen werd de gewraakte scène in ere hersteld en teruggeplaatst.

Deze tachtig jaar oude films doen nu gedateerd aan, vooral in hun behandeling van de inheemse bevolking en van vrouwen. Toch blijven het aardige avonturenfilms die misschien juist door hun flagrante seksisme en vanuit het heden bezien niet meer politiek correcte attitudes reuze interessant zijn als historisch materiaal.

Anno 2013 is Tarzan nog steeds een nobele wilde en valt Jane, niet erg geëmancipeerd, nog immer in katzwijm bij het zien van Tarzans gespierde torso. Maar van racisme geen spoor meer. Dat is ingeruild voor een modern ecologisch thema: een foute kapitalist dreigt het equilibrium van de jungle te verstoren door zijn jacht op een oude meteoriet die mysterieuze energiebronnen herbergt. En Tarzan? Die blijft hét symbool van onverstoorbare mannelijkheid in wiens nabijheid iedereen zich veilig voelt. Dat geldt niet alleen voor Jane.