Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

Cultuur

Roos Ouwehand Keukenmeiden-efficiëntie

Schorseneren. Ik eet ze te weinig. Terwijl ze zo lekker zijn. En die rare, zwarte stengels hebben ook nog eens zulke prachtige bijnamen. Armeluis- of winterasperge. En huisvrouwenleed of keukenmeidenverdriet. Die laatste twee dankt de winterstaaf aan het feit dat er bij het schillen een plakkerig spulletje vrijkomt (‘melksap’) dat lastig van de handen te krijgen is. Gelukkig is daar een eenvoudige oplossing voor: schil de schorseneren onder water. Borstel eerst met een oude afwasborstel de aarde van de wortels. Vul dan de gootsteen, steek hand, dunschiller en schorseneer onder water en schillen maar. Zet een bak met water en citroensap klaar om de schorseneren direct in te doen, dan verkleuren ze niet. Je kunt de stengels natuurlijk ook gewoon van hun schil ontdoen met een paar keukenhandschoenen aan. Ben je ook van het gedonder af.

Schorseneren laten zich prima in van alles en nog wat verwerken. Je kunt ze koken en overgieten met zo’n ouderwets, maar o zo lekker kaassausje. Je kunt ze gratineren, frituren of door een salade werpen. Of er dit fijne bijgerecht mee maken. Iets tussen een risotto en een pilav in.

Schil de schorseneren, snij ze in stukjes van een paar centimeter en kook ze in tien minuten beetgaar. Giet af en zet weg.

Fruit de fijngesneden ui in een ovenbestendige pan met dikke bodem in flink wat olijfolie. Neem daar ruim de tijd voor. Voeg op het laatst een fijngehakte knoflookteen toe. Roer de risottorijst erdoor en bak deze een paar minuten mee. Doe de wijn erbij (ik gebruikte rood, maar wit is ook prima) en laat weer een paar minuten – al roerend – pruttelen. Doe dan de schorseneren en de geraspte kaas erdoor. Rasp de kaas zelf. Gebruik geen kaas uit een zakje, want dat is, zoals u hopelijk weet, helemaal geen kaas, maar zetmeelfantasie met een vage kaassmaak. Daar heeft u dus niets aan.

Roer ten slotte de hete bouillon erdoor. Ik gebruikte kippenbouillon, maar groente- of rund- kan ook. Breng alles aan de kook, leg de deksel op de pan en schuif ’m in de oven. Controleer na een krap half uur of alles gaar is. Roer er dan wat citroensap, flink wat nootmuskaat, zwarte peper, zout naar smaak en een handje fijngehakte peterselie door.

Mocht je plannen hebben met Kerst een of ander groot gebraad te maken, dan is dit een ideaal bijgerecht. Terwijl het vlees staat te rusten kan deze schotel de nog hete oven in. Wat nou huisvrouwenleed? Keukenmeidenefficiëntie!