Eerste Kamerleden zijn dinsdag in de wandelgangen op zoek naar schuldigen. Hoe heeft het zo ver kunnen komen dat PvdA-senator Adri Duivesteijn zijn fractie, de senaat, de akkoorden-alliantie en het kabinet zo lang weet te gijzelen met zijn weerstand tegen de verhuurdersheffing? Heeft minister Stef Blok (Wonen, VVD) het probleem onderschat, zoals hij begin dit jaar ook te optimistisch dacht dat het CDA zijn plannen voor de woningmarkt wel zou steunen? Of is het puur een ‘managementsprobleem’ van regeringspartij PvdA, die de eigen senator maar niet in het gareel krijgt? Er wordt vooral getwijfeld aan het overwicht van fractievoorzitter Marleen Barth, die haar fractie ook al niet kon verenigen toen in juli een nieuwe senaatsvoorzitter moest worden gekozen.
Waar geen twijfel over is: de voornaamste reden dat een ‘nacht van Duivesteijn’ dreigde is Adri Duivesteijn zelf. De eigenwijze oud-wethouder heeft bij zijn aantreden in februari al aangekondigd te gaan dwarsliggen. Duivesteijn heeft zijn carrière grotendeels gewijd aan volkshuisvesting en vindt dat het huidige kabinet daar geen visie op heeft. „Wij vertegenwoordigen twee andere werelden”, zei hij in het debat tegen Blok.
In de dagen voor het debat in de senaat bouwde hij de spanning op door iedereen in het ongewisse te laten. Dat is geen ongebruikelijke onderhandelingstactiek, maar Duivesteijn voerde deze zo ver door dat zelfs zijn partijgenoten tot op het laatst geen flauw idee hebben of hij ging inbinden of echt van plan was het kabinet in een crisis te storten. Op Duivesteijn na heeft de rest van de PvdA-fractie al eerder besloten, ondanks inhoudelijke bezwaren, voor te stemmen. De woonakkoordpartijen VVD, PvdA, D66, ChristenUnie en SGP hebben 38 zetels in de senaat, de oppositionele oppositie heeft er 37. Die ene stem van Duivesteijn is dus cruciaal.
Na een woonakkoord en een begrotingsakkoord is nu een pensioendeal op handen en ontstaat een vaste gedoogconstructie met de drie ‘constructieve’ oppositiepartijen. Die steken hun nek uit om het kabinet te redden en nu dreigt nota bene een lid van de coalitie de boel op te blazen. „Onbestaanbaar” zegt ChristenUnie-senator Roel Kuiper. Hij spreekt over „onrealistische eisen” van Duivesteijn. D66-senator Roger van Boxtel is eveneens zichtbaar geërgerd.
Ook bij de VVD heerst irritatie. Die partij heeft zich altijd verzet tegen het beperken van de hypotheekrenteaftrek en – je zou het door het gedoe rond de verhuurdersheffing bijna vergeten – ook die gaat nu op de schop. „Wij pijn, zij pijn”, zegt een VVD-senator.
Maar het is meer dan een uitruil tussen de coalitiepartners. „Als Duivesteijn zijn zin krijgt, kan ik nog wel een paar excentrieke senatoren in onze partij bedenken die ook willen dwarsliggen, bijvoorbeeld bij de nivelleringsmaatregelen van dit kabinet”, zegt een VVD’er als het debat nog in volle gang is. Ook een woordvoerder van een bewindspersoon spreekt die angst uit: „Als hij voor elkaar krijgt dat de plannen worden aangepast, loop je het risico dat andere Eerste Kamerleden ook ruimte zien op hun dossier.”
Er is daarom die middag op het hoogste niveau tussen de vijf partijen en het kabinet afgesproken dat Duivesteijn geen cadeautjes mag krijgen. Er moet geen ‘Duivesteijn-route’ ontstaan die willekeurige senatoren kunnen bewandelen om hun zin te krijgen in deze fragiele omstandigheden.
Eerder ging het idee rond Duivesteijn tegemoet te komen de verhuurdersheffing, die miljarden moet opleveren voor de staatskas, tijdelijk te maken. Maar dat wil het kabinet niet. Dat heeft niet alleen een politieke reden. Als de heffing wordt veranderd in een tijdelijke crisisheffing, telt het niet mee als een structurele hervorming waar Brussel om vraagt, legt de woordvoerder van Stef Blok uit. Ook hij is bang voor „precedentwerking”. „Er zijn nog wel meer maatregelen in het kabinetsbeleid te bedenken waarvan sommigen liever zouden zien dat die maar tijdelijk zouden zijn.”
Daarom is zwaar ingezet om Duivesteijn „zo veel mogelijk comfort en zo min mogelijk inhoudelijks” te geven, vertelt een betrokkene. Wel een vervroegde evaluatie met eventuele financiële consequenties als de heffing te veel negatieve effecten heeft. Geen tijdslimiet, geen cent extra voor investeringen in de sector en zelfs geen nieuwe visie van het kabinet.
De spanning wordt ogenschijnlijk opgevoerd als de PvdA-fractie zich meer dan een uur moet beraden. Maar Blok vertelt achteraf dat hij toen allang wist dat Duivesteijn het kabinet niet in een crisis zou storten. De minister had hem in een van hun onderonsjes vroeg op de avond laten weten dat hij bereid was het kabinet te laten vallen als Duivesteijn zou blijven dwarsliggen. Voor de PvdA-senator was dat het moment om te draaien „Ik tel mijn zegeningen”, zei hij na het debat. „Als ik het conflict was aangegaan, was het kabinet gevallen.” Dat wilde hij niet: „Ik ben een praktische idealist.”