Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

Politiek

Blok wilde er geen ‘Nacht van Duivesteijn’ van maken

PvdA-senator Adri Duivesteijn speelde een centrale rol in het debat. Boven zet D66-collega Roger van Boxtel hem op de foto; rechtsonder overlegt PvdA-fractievoorzitter Marleen Barth met hem.
PvdA-senator Adri Duivesteijn speelde een centrale rol in het debat. Boven zet D66-collega Roger van Boxtel hem op de foto; rechtsonder overlegt PvdA-fractievoorzitter Marleen Barth met hem. Foto’s David van Dam

Met enkele kleine concessies aan PvdA-senator Adri Duivesteijn heeft minister Stef Blok (Wonen, VVD) gisteren in de Eerste Kamer geprobeerd te voorkomen dat het kabinet in de problemen komt door onenigheid over het woonakkoord.

Zo kan de geplande ‘verhuurdersheffing’ voor woningcorporaties verlaagd worden, en na een paar jaar wordt die mogelijk helemaal afgeschaft. Ook komt er een investeringsfonds van ten minste 70 miljoen euro per jaar voor het opknappen van wijken.

Bij de deadline van deze krant, was nog niet duidelijk of dit voldoende was voor de opstandige PvdA’er, maar hij zei zich „een stuk prettiger te voelen” na deze toezegging van de minister.

De spanning in de coalitie was de afgelopen dagen stevig opgelopen door de opstelling van Duivesteijn. Als enige van zijn fractie dreigde hij tegen het woonakkoord te stemmen, dat het kabinet van VVD en PvdA begin dit jaar sloot met oppositiepartijen D66, ChristenUnie en SGP.

De stem van Duivesteijn was doorslaggevend: samen met de drie ‘woonakkoordpartijen’ beschikken VVD en PvdA over 38 van 75 zetels in de Eerste Kamer – de kleinst mogelijke meerderheid.

Een tegenstem van Duivesteijn zou het kabinet in grote politieke problemen brengen. Niet alleen zou er een gat in de begroting ontstaan. De coalitie zou zich ook de woede op de hals halen van de drie oppositiepartijen die het kabinet in oktober met het herfstakkoord van een wisse dood redden.

Duivesteijn had ernstige bezwaren tegen een belangrijk onderdeel van het akkoord, de verhuurdersheffing van 1,7 miljard euro die de woningcorporaties de komende jaren opgelegd krijgen. Hij hield de spanning er gisteren tijdens het debat lang in. Tijdens een breed uitwaaierend betoog, noemde hij twee voorwaarden waaraan het kabinet zou moeten voldoen om alsnog zijn steun te krijgen: een investeringsfonds voor oude wijken, en de toezegging dat de heffing slechts tijdelijk zou zijn.

Zo ver wilde minister Blok gisteren niet gaan. Maar hij was wel bereid tot een „serieuze evaluatie” van de heffing, die ertoe zou kunnen leiden dat het bedrag naar beneden kan worden bijgesteld.

Duivesteijn noemde Bloks concessie „een opening die buitengewoon belangrijk is” en „geen loze toezegging”. Daarmee leek een dreigende ‘Nacht van Duivesteijn’ afgewend.