Marlies Lijten uit Sittard kreeg in augustus een brief van de Belastingdienst: de aftrekpost van 957 euro voor woon-werkverkeer over 2011 werd wegens gebrek aan gegevens niet geaccepteerd. Als ze het daar niet mee eens was, kon ze alsnog een kopie sturen van een ‘openbaarvervoerverklaring’, of een reisverklaring van haar werkgever. In dat laatste geval moest ze ook de originele vervoersbewijzen meesturen of, als ze op saldo reisde, een transactieoverzicht.
Omdat ze per trein reisde in combinatie met een ov-kaart, had Marlies Lijten geen openbaarvervoerverklaring van de NS. Ze kreeg wel een reisverklaring van haar toenmalige werkgever. Maar haar reisgeschiedenis downloaden van de NS-site, bleek niet te kunnen. Gegevens worden maar achttien maanden bewaard.
Lijten schreef dit aan de Belastingdienst. En dat ze bankafschriften kon tonen waaruit bleek dat ze haar ov-kaart geregeld had opgeladen.
Ten antwoord schreef de Belastingdienst dat Lijtens aftrek niet werd geaccepteerd. Ze had geen „originele vervoersbewijzen” meegestuurd, nodig om „voor de reisaftrek in aanmerking te komen.”
Lijten zal een bezwaarschrift indienen, want ze kan niet aan een ‘onmogelijke’ eis voldoen. Zouden alle reizigers met ov-kaart die hun reiskosten willen aftrekken, wél prints maken van hun transacties, vraagt ze zich af. NS adviseert in elk geval om eind van elk jaar een uitdraai te maken. De fiscus kan tot vijf jaar na aangifte nog om ‘de bonnetjes’ vragen.
Simone van Driel