De Amerikaanse luchtvaartmaatschappij American Airlines betaalt een bedrag van 98 miljoen euro aan zakenbank Cantor Fitzgerald, die kantoor hield in het ingestorte World Trade Center in New York. Dat melden internationale media. Na een slepende rechtszaak kwamen de twee bedrijven afgelopen nacht tot een schikking.
Bij de aanslagen op 11 september 2001 boorden terroristen American Airlines vlucht 11 de noordelijke WTC-toren in. Daarbij kwamen 658 werknemers van Cantor Fitzgerald om het leven. Zij vormden bijna eenderde van het lokale personeelsbestand.
Geen geldbedrag kan zulke verliezen compenseren. Maar Cantor Fitzgerald leed ook financiële schade. Het bedrijf verloor eigendommen en werd ook belemmerd in zijn bedrijfsvoering, bijvoorbeeld door het verlies van getalenteerde werknemers. „De sterfgevallen hebben hun impact gehad op de dominantie die het bedrijf genoot”, zegt een anonieme deskundige in The New York Times.
De financiële schade besloot het bedrijf niet te verhalen op terreurorganisatie Al-Qaeda, maar op de luchtvaartmaatschappij die de vliegtuigen de lucht in stuurde.
De zaak loopt al sinds 2004. Toen beschuldigde Cantor Fitzgerald American Airline ervan nalatig te zijn geweest door niet te voorkomen dat op het vliegveld van Boston aan boord van het toestel kwamen
American Airline bracht ter verdediging in dat de luchtvaartmaatschappij de aanvallen niet had kunnen voorkomen. In een officiële reactie zegt het bedrijf nu dat de luchtvaartmaatschappij, de werknemers en de passagiers allen slachtoffers waren van de aanvallen.
De maatschappij schrijft verder dat Cantor Fitzgerald van haar verwachtte wat de regering óók niet kon: terroristische aanslagen voorkomen. Het staat er niet met zo veel woorden, maar dat is geen realistische eis, valt tussen de regels door te lezen.