Varanen (een soort hagedis) hebben longen waarin de lucht maar één kant op stroomt. Daarbij bereikt de lucht bij het uitademen nieuwe delen van de long, waardoor er meer zuurstof uit gehaald wordt.
Tot enkele jaren geleden werd gedacht dat alleen vogels, die een grote zuurstofbehoefte hebben, zulke longen hadden.
De ontdekking, donderdag gepubliceerd in Nature door een team rond dierkundige Colleen Farmer, is verrassend omdat vogels en hagedissen nauwelijks verwant zijn. Hun gemeenschappelijke voorouder leefde 270 miljoen jaar geleden. Hagedissen zijn vooral verwant aan slangen.
De ontdekking in steppevaranen (Varanus exanthematicus) kan betekenen dat longen met ‘unidirectionele stroming’ een heel oude evolutionaire aanpassing zijn.
Farmer ontdekte in 2010 ook al dat krokodillen zulke longen bezitten. Dat maakte al aannemelijk dat ook dinosaurussen en de vliegende pterosaurussen eenrichting-longen bezaten. De nieuwe vondst plaatst de ontwikkeling van zulke longen wellicht nog verder terug in de tijd. Warmbloedigheid of een vliegend leven is dus geen voorwaarde.
Het team houdt de mogelijkheid open dat de eenrichting-long twee keer ontstaan is. Anatomisch lijken de longen van de steppevaraan niet op die van een vogel. Varanen verschillen bovendien sterk van andere hagedissen, zoals leguanen en gekko’s.