Op pakjesavond was ik aan het surfen aan de Braziliaanse kust. Even daarvoor had ik nog wel met een caipirinha in mijn hand via een rottige Skype-verbinding „Zie de maan schijnt door de bomen” voor mijn zoontje gezongen. Bij mij scheen toen nog de zon. Heel hard. In Brazilië is de zomer net begonnen. Hierdoor vergat ik volledig dat het inmiddels ook alweer bijna Kerst was. Zelfs toen we aan de Copacabana een monsterlijke kerststal zagen, ging er nog geen belletje rinkelen. Er staan wel meer Christusbeelden in Rio.
Eenmaal terug in Amsterdam scheen de zon nog steeds, al was het wel 30 graden kouder.
Ik vermoed dat het ter compensatie van mijn Sinterklaasverzuim was, of dat het door een verlate zonnesteek kwam, maar een paar uur nadat ik geland was op Schiphol had ik acuut zin om naar de kerstmarkt aan het Damrak te gaan. Normaal vermijd ik zelfs in de schattigste Duitse en Belgische dorpjes de kerstmarkten (wij vieren ook nooit Kerst), maar nu had ik dus behoefte aan gezellige lichtjes, zoete glühwein, kerstparafenalia die je niet gaat kopen, vrolijke kerstmuzak, te dure mutsen en wanten, aan zogenaamd ambachtelijk gemaakte lekkernijen. Kortom: aan gezellige kitsch. Dat leek me wel wat na al die authentieke samba, na al die pure blauwe zee en witte stranden.
Ik vroeg mijn zusje en mijn zoontje mee. Mijn zusje was volgens mij zo overdonderd dat ze spontaan toestemde om mee te gaan. Bij mijn zoontje lag het wat ingewikkelder. Die wilde liever thuis blijven voetballen in zijn nieuwe Braziliëshirtje. Maar nadat ik hem, pedagogisch verantwoord, had overgehaald met de belofte op oliebollen, trok hij toch, zij het mokkend, een jas aan over zijn geelgroene outfit.
Op het Rokin konden we onze fiets nergens parkeren, zodat ik ongeveer weer terug moest naar het Spui. Ik liet me er niet door uit het veld slaan, maar verheugde me des te meer op de aanblik van met spuitsneeuw en glitter bewerkte kerstballen. Die bleken onvindbaar. Hoezo werd er wel Britse chutney verkocht? Waarom kostte een muts vijftig euro? Waarom hoorde ik Ik zou het zo weer overdoen van Marco Borsato en Trijntje Oosterhuis? Drie keer achter elkaar! Wat was de lol van een gigantische sneeuwschudbol met een blije sneeuwpop erin waar je voor 7,50 euro mee op de foto kon? (De reactie van mijn zoontje toen de sneeuwpop uitgelaten naar hem zwaaide was: „Ik ben bang.” Ik begreep dat.) Er waren nauwelijks kerstkneuterigheden te koop, tenzij je graag Venetiaanse maskers in je boom hangt (een gemaskerd kerstdiner is welbeschouwd een topidee). De markt werd steeds voller. Toeristen van over de hele wereld leken samen te komen bij de grote kerstboom op de Dam om vervolgens een absurd duur broodje beenham te gaan verorberen en daarna een chocolade hamer aan te schaffen (ik zag meerdere kraampjes met werktuigen van chocola. Dat is blijkbaar de kersttrend van 2013).
We kauwden zwijgend op onze oliebol, die te rauw en te vet was. Mijn zoontje spuugde hem uit, mijn zusje ving het braaf op in haar handschoen terwijl ze stond te bibberen van de kou. Mijn eigen hand rook nog flauw naar aftersun. Eindelijk had ik echt zin om naar huis te gaan.